Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Activiteiten Practicum (Turnen [BAVO] (Springen (Inleiding (Afzetten omte…

- - - - Afzetten omte verlaten
      - het loskomen door afzetten vanaf iets met betrekking to thet loszijn of zweven
      - verschillende afzetvlakken
      - 3 situaties, 10-12 leerlingen per situatie
    - - complexiteit door richtingsveranderingen
        
        niveaus
        
        zonder draai
        
        eenvoudige richtingveranderingen met plaatsen handen zonder uitstel
        
        eenvoudige richtingverandering met uitstel handen
        
        complexer richtingveranderingen
        
        lengte - hoogte van aanloop/afspringvlakken
        
        hoogte en breedte afzetvlakken voor handen
        
        aard en hoogte landingsvlakken
    - - rechtstandig springen vanuit aanloop
      - jo-joën
      - aandachtspunten
        
        regelmatig en voldoende tempo aanlopen
        
        gemak van aanspringen
        
        dmv minitramp behoorlijke zweefvlucht oproepen
        
        zdanig zweven om veilig te landen
        
        elkaars springen te kunnen ondersteunen en te beveiligen
    - - rollen op verhoogd vlak
      - salto voorover
      - salto achterover
  - - - hangen aan of steunen op
      - het loskomen door hangen aan of teunen op iets met betrekking tot het losblijven komen en/of het losblijven
    - - aanspringen aan de trapezestok tot strekhangzwaai en afzwaaien
      - zwaaien in strekhang aan de ringen
    - - vouwhangzwaaien vanaf een verhoogd vlak en afzwaaien
      - afzwaaien vanuit knieënhang aan de trapezestok
      - vouwhangzwaaien vanuit strekhangzwaai
      - salto afzwaaien vanuit strekhangzwaai
  - - - van zit komen tot leunen en hangen in stand
      - opstappen, staan, gaan en afstappen van een paard
      - omgekeerde stoel met zijn drieën
      - stoel
      - vliegtuig en snoek
      - piramide bouwen
      - de berg oplopen en staan op de schouders
    - - bolk
      - via omgekeerde stoel tot zitten op de schouders en handstand af
      - via omgekeerde stoel tot schouderstaan op twee personen
      - via stoel tot vlag
      - snoek met zijn drieën
  - - - Verplaatsen of motorisch aspect
      - Kenmerk: loskomen vd begane grond
      - compelxer wanneer tijdens loszijn van richting veranderen
      - per betekenisgebied > bewegingsprobleem als leidraad
      - activiteit kiezen>bewegingsprobleem> oproepbaar/uitbouwbaar
        
        aansluiten op niveau
        
        leerling > bewegingsprobleem > herkennen/leren oplossen
      - risico: verlaten = terugkomen
        
        ervaren vh risico hangt af van bekendheid ermee
      - functies: doeners, wachters en helpers
        
        geledingen
    - - Het kunnen verrichten van taken die het met elkaar beoefenen van turnactiviteiten mogelijk maken
      - Vanaf verschillende vlakken kunnen afzetten en tijdens het zweven meerdere richtingsveranderingen kunnen realiseren
      - Aan verschillende toestellen op meerdere manieren in zwaai kunnen komen, in zwaai kunnen blijven en uit de zwaai kunnen komen
      - Op verschillende begrensde grondvlakken op en boven de grond in evenwicht kunnen komen en blijven
    - - Begeleiden
        
        aandachtspunten
        
        hoe beginnen
        
        problemen en oplossingen
      - Veranderen
        
        structuur
        
        wat realiseren binnen activiteit
      - Aanbieden
        
        situatieschets
        
        arrangement
        
        leervoorstel
- - - - achtervolging
      - lummelen met beschermende gebieden
      - pingelen met drie doeltjes
      - 3-1 en 4-2 met twee keepers
      - lummelen met gescheiden vlakken
  - - - eindvakbal (plus driemattenbal en spelen op balbezit)
      - muurbal
      - cirkelbal
      - tsjoekbal, met tjoeks naast elkaar
      - raambal
    - - basketbal 4-3
      - basketbal 4-4
      - velgbal
      - tjsoekbal, met tjoeks tegenover elkaar
  - - - miksituaties
        
        zelf opgegooide bal
        
        recht van voren aangespeelde bal
      - jongeleersituateis
        
        bovenhands op gang houden met stuit
        
        bovenhands op gang houden (2 spelers)
        
        in een kring
        
        bovenhands op gang houden (4 spelers)
        
        op de onderarmen
        
        bovenhands en onderhands op gang houden
      - over & weer inplaatssituaties
        
        pingpongvolleybal 1 - 1
        
        pingpongvolleybal 2 - 2
        
        pingpongvolleybal 3 - 3
    - - miksituaties
        
        schuin van voren aangespeelde bal
        
        aanspelen - terugspelen
        
        onderhands - bovenhands - bovenhands
        
        in de sprong
      - jongeleersituaties
        
        in een driehoek
        
        kwartcirkel
        
        over het net
        
        sparren
      - over & weer inplaatssituaties
        
        3 - 3 of 4 - 4
- - - - duurlopen
        
        inventarisatie-loop
      - estafettelopen
        
        zaal-hindernis-loop
    - - duurlopen
        
        afstandregistratieloop
        
        tempo(duur)-lopen
        
        interval-duurlopen
      - estafettelopen
        
        niet-visuele wissel op rechte baan
        
        niet-visuele wissel op rondbaan
  - - - rechtstandig hurkend vanuit minitramp
  - - - speerwerpen bij een laag aanlooptempo
      - fietsbandslingeren
- - - - handje klap
      - breng 'm uit eruit
    - - de kantelaar
      - de monnik
      - de rolle-boller
      - de strijd der titanen
      - randori