Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
begrippen (. (Fossiele brandstof: Brandstof die in miljoenen jaren is…
begrippen
.
Fossiele brandstof: Brandstof die in miljoenen jaren is gevormd uit planten-en dierenresten. Voorbeelden zijn aardolie, aardgas en steenkool.
-
-
Energie: De kracht die dingen laat werken. Bronnen van energie zijn bijvoorbeeld aardolie, aardgas, de wind of de zon.
Grondstof: Ruw materiaal, zoals ijzererts of cacaobonen, dat nog bewerkt moet worden om er een product van te maken.
-
-
-
.
-
Biomassa: Resten van planten (houtresten, groente-, fruit- en tuinafval)waarmee energie wordt opgewekt.
-
-
-
-
Duurzame energiebronnen: Energiebron die niet vervuilt en nooit opraakt, zoals wind-energie of zonne-energie. Heet ook wel groene energie.
Delfstof: Grondstof die uit de bodem of uit een gesteente wordt gehaald zoals, olie, gas en ijzererts.
.
Uitputbare energiebron: Energiebron die slechts één keer gebruikt kan worden zoals aardgas, aardolie en steenkool.
Versterkt broeikaseffect: Opwarming van de aarde door de uitstoot van CO2 (en andere gassen) door mensen.
-
-
-
-
Milieuvervuiling: Vervuiling van de natuurlijke omgeving van mensen (water, lucht en boden).
.
Koud klimaat: Temperatuur: Het hele jaar koud, in de zomer niet warmer dan 10 C. Neerslag: Weinig, meestal als sneeuw.
-
-
Milieuaantasting: Als de kwaliteit van de natuurlijke omgeving vermindert door (te) grote veranderingen.
-
Milieu-uitputting: Als de natuurlijke voorraad van iets afneemt (en zelfs opraakt), omdat mensen het gebruiken.
-
-