Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Hoorcollege 7 (Behandeling in de zorg voor mensen met een VB (Dosen, 2007)…

- - - - Persoonlijkheidstrekken
      - Interactiepatroon
      - Persoonlijkheidsontwikkeling
      - Psychofysiologische processen
      - Cognitieve en leeraspecten
      - Neuropsychologische aspecten
      - Biologische karakteristieken
    - - Psychofysiologische homeostase versus disregulatie (adaptatiefase: 0-6 maanden).
      - In de benaderingswijze moet sprake zijn van
        
        Weinig confrontatie met eigen gedrag
        
        Prikkelaanbod reguleren
        
        Regelmatige nabijheid
        
        Bepaalde herhalende activiteiten worden met regelmaat, aangeboden
        
        Veel individuele begrenzing
    - - 2e lijn: sociale dimensie
        
        Aanpassing sociale omgeving, voorwaarden scheppen
      - 3e lijn: psychologische dimensie
        
        Stimulatie, training, therapie (individueel dagprogramma, pictogrammen, beginnen vanuit veilige, eigen ruimte, fysiotherapie)
      - 1e lijn: ontwikkelingsgerichte dimensie
        
        Verschil tussen kunnen en aankunnen
        
        Kunnen = cognitieve ontwikkelingsniveau
        
        Aankunnen = emotionele ontwikkelingsniveau
        
        Emotionele ontwikkelingsfasen:
        
        3e fase: eerste individualisatiefase 18-36 maanden
        
        4e fase: identificatiefase 3-7 jaar
        
        2e fase: socialisatiefase 6-18 maanden
        
        5e fase: fase van realititeitsbewustwording 7-12 jaar
        
        1ste fase: adaptatiefase 0-6 maanden
        
        Ontmoeting op niveau van basale behoeften, emoties en motivaties
      - 4e lijn: biologische dimensie
        
        Psychofarmaca
  - - - Aansluiten bij succeservaringen, steunend zijn, successen uit het verleden zien/benadrukken, accurate interpretaties geven, faciliteren bij het uitdrukken van emoties, bevestigen -> voornamelijk technieken van de begeleiders
    - - Aanpassen begeleidingsstijl, zorgvuldig inwerken van nieuwe mensen, ondersteunen van begeleiders en ouders, zodat deze in staat zijn om flexibel, eerlijk, warm, open en betrouwbaar te zijn
      - Zich zeker voelen, respectvol kunnen handelen en geïnteresseerd en alert blijven -> inspelen op persoonlijke eigenschappen
    - - Eisen omlaag, begrip tonen en aansluiten bij de ervaringen van de cliënt -> voornamelijk technieken van de begeleiders
- - - - Schade (lichamelijk, emotioneel)
      - Exclusie (vrije tijd, onderwijs)
    - - Emotionele problemen
      - Lichamelijke schade
      - Verminderde interacties
      - Stress & burn-out
      - Afwezigheid
  - - - Begeleiders met een hoger EQ rapporteerden minder klachten dan begeleiders met een lager EQ
      - Emotionele intelligentie is meetbaar en tot zekere hoogte te trainen
    - - 133 korte items met antwoorden op een 5-puntsschaal
      - EQ-i profiel zegt iets over de manier waarop iemand geneigd is te reageren in het leven en de manier waarop iemand in het leven staat
- - - - Persoonlijke eigenschappen van de therapeut
      - Technieken die een rol spelen bij de kwaliteit van de therapeutische relatie.
    - - Factoren die verband houden met de sterkte van de therapeutische alliantie (onder andere)
        
        De duur van de therapie
        
        Ontwikkelingsfactoren
        
        De aard van de problematiek
    - - Verouderd
      - Begripsverwarring
        
        Conclusie dat specifieke factoren er weinig toe doen, kan op deze manier niet worden onderbouwd
        
        Er zijn geen robuuste uitspraken te doen over wat de verhoudingen zijn
      - Kwalitatieve schatting
    - - De persoonlijke eigenschappen van de behandelaar/begeleider alsmede de (therapeutische) technieken dragen bij aan de kwaliteit van de therapeutische relatie en de openheid van het klimaat
      - De cliënt zelf is ook een werkzame factor (empowerment)
        
        Aansluiten bij de motivatie van de cliënt
        
        Cliënt betrekken vergroot het effect van de behandeling
      - De theorie en de technieken staan dus niet op zichzelf, maar het gaat erom hoe deze worden ingepast in de interpersoonlijke relatie tussen cliënt en behandelaar/begeleider
    - - Uitvoering van de interventie zoals deze uitgevoerd hoort te worden
      - Professionaliteit van de behandelaar
      - Een goede fit van de aanpak met het probleem en de hulpvraag
      - Goede werkomstandigheden van de behandelaar
      - Goede structurering van de interventie
      - Routinematig monitoren van de effectiviteit
      - Goede kwaliteit van de relatie cliënt-behandelaar
      - Aansluiten bij de motivatie van de cliënt
- - - - Interventie bestaat uit:
        
        Videofeedback
        
        EQuilibrium: EQ-i afname, feedback, individuele doelen, supervisie