Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Morele ontwikkeling (Raakvlakken met andere ontwikkelingsgebieden…

- - - - Kohlberg: stadia worden door ieder mens doorlopen alle culturen.
        Kritiek: Culturen leeft waarin je veel meer tijd en energie kwijt bent aan overleven, minder morele ontwikkeling
    - - vrouwe vaker conventioneel scoren, terwijl
        mannen meer postconventionel
  - - - kind heeft geen ethisch besef
        
        wat leuk is is volgens het kind goed
    - - Fase 1. straf vermijden
        
        individu handelt niet omdat het 'slecht' is maar omdat deze bang is voor straf
        
        Vanuit de leerling: De straf in de lespraktijk kun je zien als een correctie. de leerling gaat niet vervelen omdat deze bang is voor deze correctie
        
        handelt niet ethisch
      - fase 2. wederzijds voordeel zoeken/ weegschaalmodel hanteren
        
        eigen belang staat centraal
        
        je doet iets voor een ander omdat hij/zij dan iets moet terug doen
        
        De klas gedraagt zich omdat deze weet dat als deze zich gedraagt mag de klas de laatste paar minuten iets voor zichzelf doen
        
        handelt niet ethisch
    - - Fase 3. Goed is wat de anderen goed vinden
        
        Je geeft je identiteit op, maar de essentie wordt wel bereikt.
        
        Je kijkt eerst naar anderen voor je een besluit neemt en past je hier aan aan.
        
        Een makkelijk beïnvloedbare leerling gaat een 'zwakkere' leerling op de hak nemen om bij de populairen te horen, ook al is het eigenlijk een voorbeeldige leerling
      - fase 4: De wetten en regels naleven
        
        Doel: optimaal functioneren in de samenleving
        
        er is nood aan regelgeving
        
        regelgeving is gericht op het einddoel
        
        Je verliest het einddoel uit het oog, of er treden conflicten op met het einddoel
        
        door de vele opgelegde regels waar een leerling aan moet voldoen om een goed studieklimaat te handhaven voelt de leerling zich in het nauw gedreven. de regels zijn doorgeslagen. de docent kan zich achter de directie verschuilen omdat zij de regels hebben opgelegd. (v.b. geen telefoons in de klas)
    - - fase 5. Eigen waardepatroon ontwikkelen
        
        je hebt oordelend vermogen
        
        afweging maken tussen de regels en de situatie
        
        de leerling mag niet praten, maar er vind een noodgeval plaats wat onmiddellijke aandacht van de docent vereist. de leerling breekt hierbij de regels voor een beter doel. (v.b. een allergische reactie of een hypo)
      - Fase 6. Het als vanzelfsprekend hanteren van universele waarden/ iets is goed omdat het niet tegen de eigen principes ingaat.
        
        persoonlijk geweten heeft de doorslag
        
        wat slecht is keur je af ook al zitten er voor jou als persoon consequenties aan
        
        de leerling geeft aan dat hij/zij samen met wat klasgenoten iets moedwillig heeft vernield. hij vertelt dit eerlijk waarop er consequenties zouden kunnen volgen voor deze leerling. toch vertelt hij dit vanuit zijn/haar geweten
        
        Alles wat je doet staat in functie van de universele waarden. Je voelt je innerlijk gedwongen deze waarden te realiseren.