Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Persoonlijkheidsstoornissen (Cluster B. Dramatisch, emotioneel of labiel…
Persoonlijkheidsstoornissen
Maladaptieve of starre gedragspatronen of persoonlijkheidskenmerken die geaard gaan met een toestand van persoonlijk lijden. De stoornissen belemmeren het vermogen van de patient in een sociale en beroepsmatige rol te functioneren. mensen met een persoonlijkheidsstoornis erkennen meestal geen noodzaak zichzelf te veranderen.
Cluster A. Eigenaardig of excentriek gedrag:
Paranoïde-persoonlijkheidsstoornis: Blijven wantrouwen in motieven van anderen maar zonder duidelijk paranoïde wanen.
Schizoide-persoonlijkheidsstoornis: Sociale afstandelijkheid en oppervlakkige of afgestompte emoties.
Schizotypische-persoonlijkheidsstoornis: hardnekkige problemen met het vormen van intieme sociale relaties en vreemde of eigenaardige aannamen en gedragingen zonder duidelijke psychotische kenmerken.
Cluster B. Dramatisch, emotioneel of labiel gedrag
Antisociale -persoonlijkheidsstoornis: Chronisch antisociaal gedrag, onverschillige behandeling van anderen, onverantwoordelijk gedrag en gebrek aan berouw bij misdaden.
Borderline-persoonlijkheidsstoornis: Tumultueuze stemmingen, stormachtige relaties met anderen, instabiel zelfbeeld en gebrek aan impulscontrole.
Histrionische-persoonlijkheidsstoornis: Overmatig dramatisch emotioneel gedrag, in het centrum van de belangstelling moeten staan, buitensporige behoefte aan geruststelling, lof en goedkeuring
Narcistische-persoonlijkheidsstoornis: Opgeblazen zelfgevoel, extreme behoefte aan bewondering.
Cluster C: nerveus en angstig gedrag
Vermijdende-persoonlijkheidsttoornis: chronisch patroon van het vermijden van sociale relaties als gevolg van angst voor afwijzing.
Afhankelijke-persoonlijkheidstoornis: Excessieve afhankelijkheid van anderen en problemen bij het nemen van onafhankelijke beslissingen.
Dwangmatige-persoonlijkheidstoornis: Excessieve aan ordelijkheid en perfectionisme, excessieve aandacht voor het detail, starre manier van omgaan met anderen.
Theoretische persectieven
Psychodynamisch: Kohut neemt aan dat de oorzaak van narcisme is dat kinderlijk narcisme nooit voor een realistischer waardering van het zelf en anderen is vervangen. Voor Kernberg is de oorzaak van een borderline stoornis gelegen in het feit dat geen samenhangend beeld van het zelf en anderen is ontwikkeld is vroege jeugd. Voor Mahler is er geen greep gekregen op sepratatie-individuatie bij borderline.
Leerperspectieven: Gebaseerd op leerervaringen. Geen gelegenheid tot explorerend en onafhankelijk gedrag kan leiden tot afhankelijke-persoonlijkheidsstoornis. Overmatige disciplone tot dwangmatige.. inconsequente aandacht tot hitrionische. Gebrek aan voorspelbare en consistente bekrachtiging vab sociaal goedgekeurd gedrag tot antisociale..
Gezindsperspectieven: Verwaarlozing kan leiden tot gebrek aan empathie en ontbreken waarde (antisociaal..) Overmatige bescherming tot afhankelijke...
Biologisch: Genetische invloeden. gebrek aan emotionele reactiviteit, hogere behoefte aan arousal, afwijkingen in hersenen die impulsief gedrag veroorzaken.
Behandeling
geneesmiddelen: antidepressiva, angstremmende middelen kunnen symptomen reguleren.
Cognitieve gedragstherapie: Stimuleert adaptief gedrag, helpt effectievere vaardigheden te ontwikkelen en foutieve denkpatronen te vervangen door rationele alternatieven.
Psychodynamisch: invloeden uit jeugd p[sporen en effectiever omgaan met anderen.