Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Hoofdstuk 4: voortplanting. 4.4 Hulp bij zwangerschap (Diagnostiek tijdens…
Hoofdstuk 4: voortplanting. 4.4 Hulp bij zwangerschap
Als het maar niet wil lukken
Medische instanties krijgen het vaak voor elkaar om de gewenste bevruchting tot stand te brengen
Eerst worden er meerdere onderzoeken uitgevoerd bij de man en vrouw.
Zaadcelinjectie
Maakt een man weinig zaadcellen, dan komt ICSI kijken. De gynaecoloog haalt met een dun buisje de zaadcel en injecteert het in een eicel
Diagnostiek tijdens zwangerschap
Het vinden van erfelijke afwijkingen bij een foetus heet prenatale diagnostiek.
Voor een DNA test verzamelen ze cellen van het embryo
Bij een embryo van tien weken kan dat door de vlokken van de placenta te halen, via de vagina. Dit heet een vlokkentest.
Bij 16 weken gebruiken ze een vruchtwaterpunctie. Ze halen cellen uit het vruchtwater.
Bij 19 weken wordt er een Navelstreng punctie uitgevoerd. Dan krijgt de arts bloedcellen via de navelstreng.
Vlokkentest en vruchtwaterpunctie zijn niet zonder risico, ze kunnen voor een miskraam zorgen.
Er is een nieuwe methode: NIPT, de arts neemt bloed af van de vrouw waarin foetaal DNA zit.
Dilemma's rond prenataal onderzoek
Bij de uitslag van het onderzoek horen veel keuzes. Veel ouders maken al een keuze aan het begin van het onderzoek. Ze kunnen nog kiezen voor een abortus, maar dat kunnen ze ook niet doen. Ze moeten rekening houden met de te verwachten kwaliteit van het leven van het kind.
IVF of reageerbuisbevruchting
Bij IVF krijgt de moeder een hormonen kür, eerst FSH en daarna HCG. ZIjn de follikels groot genoeg dan haalt de gynaecoloog ze eruit.
Die worden in een schaaltje met zaadcellen gedaan. Daar zijn het na een paar uur embryos.
Dan stoppen ze er 1 terug, anders te veel kans op tweeling
Bij natuurlijke zwangerschap kunnen ook tweelingen geboren worden.
IS de splitsing van de celen onvolledig, dan ontstaat er een groepje verbonden cellen --> Siamese tweeling.
Er kunnen ook 2 follikels uitgroeien. Dan krijg je een twee-eiiege tweeling
Splitst het klompje cellen, dan krijg je een eeneiige tweeling
Kloneren
Ongeslachtelijke voortplanting komt bij dieren naak vaak voor. Bij planten wel.
Bij ongeslachtelijke voortplanting ontstaan uit één ouder genetisch identieke nakomelingen: Klonen