Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Hoofdstuk 4: voortplanting. 4.3 Hormonale regeling (Vruchtbaarheid bij…
Hoofdstuk 4: voortplanting. 4.3 Hormonale regeling
Hormonale start puberteit
Hypofyse en de hypothalamus zijn betrokken bij start van puberteit. De hypothalamus geeft GnRH af. Dat komt in de hypofyse. Dat reageert met FSH en LH.
Het afgeven van deze stoffen zorgt ervoor dat de puberteit begint bij jongens en meisjes.
FSH en LH zijn bedoeld voor voortplantingsorganen. Als cellen reageren met die stoffen worden het geslachtscellen.
Geboorte en na de geboorte
NA 9 maanden is de baby volgroeid. De moeder maakt prostaglandinen. Dat zorgt voor de ontsluitingsweg.
De baby is ingedaald en zorgt voor druk op de baarmoedermond. Dat zorgt ervoor dat oxytocine wordt gemaakt. Dat heeft de persweeën als gevolg.
Na de bavalling komt de nageboorte, de placenta moet de buik nog uit. Daarvoor volgen naweeën
De moeder levert daarna borstvoeding. Prolactine zorgt voor de melkvorming. Oxytocine zorgt er voor dat de spiertjes in de boezem ook melk afgeven
Vruchtbaarheid bij jongens
Bij jongens stimuleert FSH de productie van zaadcellen. LH stimuleert de aanmaak van testosteron.
Testosteron simuleert zaadcelproductie en regelt de secundaire geslachtskenmerken
Testosteron remt de productie van FSH, LH en GnRH. Doordat daar een rem op komt wordt de aanmaak van testosteron ook minder, en daardoor neemt de aanmaak van GnRH, FSH en LH weer toe
Testosteron voorkomt een negatieve terugkoppeling.
Zwangerschap
De zygote nestelt zich in het baarmoederslijmvlies. Het produceert HCG.
Het gele lichaam verschrompelt niet en blijft progesteron aanmaken, waardoor er geen menstruatie is.
Progesteron blijft de vorming van FSH en LH remmen
Te veel HCG kan voor een miskraam zorgen.
In de derde maand neemt de productie van HCG af.
De placenta neemt de taak van het gele lichaam over.
Vruchtbaarheid bij meisjes
Follikels in de ovaria zijn overgevoelig voor FSH en LH. FSH start de menstruatie --> de ontwikkeling van 5-12 follikels.
Deze follikels maken hormonen: oestrogenen
Oestrogenen komen bij de hypothalamus. Daar remmen ze de GnRH, wat er weer voor zorgt dat de productie van FSH en LH wordt geremd.
Dit zorgt voor een negatieve terugkoppeling, waardoor er geen andere follikels ontwikkelen.
Oestrogenen bevorderen de ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken.
Na 14 dagen veranderd de invloed van oestrogeen. Het overtreedt een drempelwaarde, en stimuleert nu de productie van GnRh. Er is weer een positieve terugkoppeling
Er komt een snelle toename van FSH en LH. Wat er voor zorgt dat meiose I stopt. De cellen die niet zijn bevrucht krijgen een gele kleur van vetachtige stoffen.
Menstruatie
Als het gele lichaam niet wordt bevrucht wordt het 10 dagen later verschrompelt.
De vorming van progesteron en oestrogenen, de hoeveelheid van die stoffen in het bloed nemen snel af. Met 2 gevolgen:
Baarmoederslijmvlies laat los --> Menstruatie begint
Productie van FSH, LH GnRH komt weer op. En er ontwikkelt een nieuw follikel.