Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
literatuurgeschiedenis 3 (1940-1985) (maatschappelijk (1960-1985 nieuw…
literatuurgeschiedenis 3 (1940-1985)
maatschappelijk
1945-1960 naoorlogse periode
1960-1985 nieuw keerpunt omslag in de cultuurgeschiedenis
opkomst jongerencultuur
1940-1945 tweede wereldoorlog omslag in de wereldgeschiedenis
1985 opkomst postmodernisme=einde van dit tijdvak
schrijvers
GerardReve
reviaanse stijl:
platte en verheven taal
mengeling van:
religieuze en obscene opmerkingen
ernst en humor
de avonden
Willem Frederik Hermans
de mens begrijpt noch de wereld,noch zichzelf, noch anderen
de donkere kamer van Damocles
existentialistisch ondertoon
Harry Mulisch
de aanslag
schuldvraag
wanneer is iemand schuldig?
wat is schuld?
de grote drie
literatuur
(literaire) verwerking van de oorlog direct na 1945 tot heden
langer na de oorlog
vlak na de oorlog
stilstand tijdens oorlog
verzetsliteratuur
propagandaliteratuur
de koude oorlog
"schop de mensen tot zij een geweten krijgen"(Boon)
kneuterigheid/toen was geluk heel gewoon/teleurstelling
verwerking van dekolonisatie
stromingen
de beweging van Vijftig (experimentelen, vijftigers)
geïnspireerd door de CoBrA-groep
Karel Appel
Corneille
Constant
Dada: breken met oude beschaving
CoBrA: bouwen aan de wereld van morgen
schrijvers:
Jan Elburg
Lucebert
Gerrit Kouwenaar
Hugo Claus
Remco Campert
experimentele poezie: exploratie van het onbekende
taalvernieuwing en taalverruiming (meerduidigheid)
taal moet het ding niet beschrijven, maar ermee samenvallen
deze poëzie stuitte op veel onbegrip bij de lezers
jaren 60
Jan Kremer, Remco Campert, Jan Wolkers
expliciet, sex, leegte beschrijven
weergeven van de realiteit (defictionalisering)
jaren 70-80
de bekende schrijvers gaan hun eigen weg
blijven schrijven
nog altijd gewild door jongeren
ontwikkelingen
maatschappijkritiek
o.a. de rol van het verzet in WO2
verschuiving in de romanstructuur
geen goed zicht op de precieze gang van zaken
personages die grip op zichzelf proberen te krijgen in een chaotische wereld
in het hoofd van het personage (stream of conciousness)
verschillende personages aan het woord
meervoudige vertelsituatie
existentialisme (Sartre)
de mens heeft twee zekerheden
hij bestaat
hij gaat dood
geen naturalisme/determinisme