Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

examen geschiedenis - Coggle Diagram

- - - - Je kan rekenen met tijd.
      - Je kan de scharnierdata die de westerse historische periodes afbakenen opsommen en de bijhorende gebeurtenis verklaren.
      - Je kan historische periodes plaatsen op een tijdslijn.
    - - Je kan voor elk van de 4 domeinen een element benoemen dat het Romeinse rijk tussen de 3de -5de eeuw typeerde.
      - Je kan de oorzaken en de gevolgen van de volksverhuizingen van de Germanen uitleggen.
      - Je kan een vergelijking maken op vlak van de 4 domeinen tussen het Byzantijnse rijk en het westen na de val van het west-Romeinse rijk.
    - - Je kan een bron analyseren aan de hand van volgende criteria:
      - Soort bron (geschreven/ongeschreven)
      - Primaire/secundaire bron
      - Objectief/subjectief
      - Betrouwbaar/onbetrouwbaar
      - Je kan redeneren over een bron en dus de wie? wat? waar? wanneer? waarom? vragen beantwoorden door een gegeven bron te bestuderen.
  - - - Je kan de middeleeuwen onderverdelen in 3 periodes en deze situeren in de tijd.
      - Je kan verschillende mythes over de middeleeuwen ontkrachten
      - Je kan omschrijven wat continuïteit/discontinuïteit betekent.
      - Je kan benoemen welke elementen/gebruiken er door de Germanen in de middeleeuwen werden behouden (continuïteit) van de Romeinen en welke er overboord werden gegooid (discontinuïteit).
      - Je kan de belangrijkste elementen van de landbouwsamenleving tijdens de vroege middeleeuwen uitleggen in je eigen woorden (horigheid, hofstelsel etc.).
      - Je kan elementen van de middeleeuwse landbouwsamenleving herkennen in een fictief verhaal.
    - - Je kan het begrip 'standenmaatschappij' verklaren.
      - Je kan de drie standen en hun taken opnoemen.
      - Je kan het ontstaan en het verdwijnen van de horigheid uitleggen.
      - Je kan de ontwikkeling van het ridderschap uitleggen.
      - Je kan de sociale verschuivingen ten gevolge van het ontstaan van de steden verklaren.
      - Je kan manieren om tot de adelstand te behoren opsommen.
      - Je kan informatie uit bronnen halen en bronnen met elkaar vergelijken (de historische methode toepassen).
    - - Je kan uitleggen wat de term sodomie betekent en hoe dit in de middeleeuwen bestraft werd.
      - Je kan de betekenis en het ontstaan van hofmakerij en hoofse liefde uitleggen.
      - Je kan de positie van de vrouw in de middeleeuwen vertellen in eigen woorden.
      - Je kan een onderscheid maken tussen de hedendaagse westerse belevingswereld of waarden en die van een vroegere periode.
      - Je kan de term 'zondebokmechanisme' uitleggen aan de hand van historische én hedendaagse voorbeelden.
      - Je kan uitleggen wat troubadours zijn.