Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Bodemkunde - Coggle Diagram

- - - - Hooggebergte
        
        1500 meter
      - Middelgebergte
        
        500-1500
      - Heuvelland
        
        200-500 meter
      - Laagland
        
        <200 meter
      - Vlakte: gebied weinig reliëf
        
        <500 meter = laagvlakte
        
        500 meter = hoogvlakte
  - - - Hete gassen, stof en as die van de helling afkomen van een vulkaan
    - - Uitstroomgat
    - - De berg
    - - Vulkanische verschijnselen na de uitbarsting
  - - - Aarde bestaat uit aardplaten die langzaam bewegen
        
        Als er paar jaar niks is bewogen en nu opeens wel ontstaat er een aardbeving
    - - Waar de aardbeving begint (20 km onder de grond)
    - - Waar de hardste schokken zijn (bovengronds)
    - - Aardbevings wetenschappers
  - - - Aarde onder water gaat beven
    - - ^Daardoor ontstaat dit
  - - - Hangende kalk pilaren in grotten (Chemische verwering verschijnsel)
      - Karstlandschappen
        
        landschappen die zo ontstaan ^
  - - - Het neergelegde materiaal
    - - Planten/dieren resten die afdrukken maken in gesteente
  - - - Is voor de plantengroei de belangrijkste bovenste deel van losse afzettingen of van verweringsmateriaal.
    - - Humus
    - - Er ontstaan verschillende lagen in de bodem
        
        Dit ontstaan noem je?
        
        Bodemvorming
    - - Practicum wat we ook deden voor ak:
        
        Verschillende lagen in de bodem zien. Het onderscheiden van kleur, samenstelling of dichtheid.
  - - - De wetenschap voor het bestuderen van de aardkorst.
        
        bv: Verwering, erosie, gebergtevorming en nog veel meer.
    - - een indeling van de geschiedenis van de Aarde in geologische tijdperken
  - - - Periode van de aarde dat er meer sneeuw viel dan dat er IJs smolt
    - - Interglacialen zijn de periodes tussen twee glacialen in. Daarin warmt de aarde steeds een beetje op.
  - - - Gekenmerkt door afwisseling tussen de ijstijden
    - - Gesteentemateriaal dat door een gletsjer is aangevoerd
    - - Een voorbeeld van ^ is keileem: Mengsel leem en vermalen keien
    - - Sediment dat achterblijft als een gletsjer smelt
    - - Het gepulverde materiaal dat door een gletsjer vooruit wordt geschoven
    - - Diepte in het landschap waar in de ijstijd een ijslob lag. De bodem bestaat vaak uit keileem (grondmorene) waardoor water makkelijk in de diepte blijft staan.
    - - Door de druk van het IJs werden de rivierzijkanten weggeduwd
  - - - Het verdwijnen van de bovenste vruchtbare laag,
      - Gaat snel als je geen planten op je grond hebt, planten verstevigen het
  - - - Door het kappen van bomen ontstaan er vaker ontstromingen want het bladerdek dient als een soort paraplu
  - - - Door alle dieren die planten eten krijgen de planten geen kans om te groeien
    - - Daardoor breidt de woestijn uit
- - - - Het weer
        
        Verschil temperatuur in korte tijd
        
        Dagamplitude: binnen 24 uur
        
        Gesteende zet uit door verwarming en krimpt als het koud wordt
        
        In hoge en lage gebieden
      - Planten
        
        Wortels van planten groeien door steen
        
        Wortelzuren
      - Dieren
        
        Chemische verwering
        
        Poep en plas
        
        Tijdens zoeken van voedsel
      - De mens
        
        Dynamiet
        
        Wildplassen (Illegaal)
    - - Zwaartekracht (Rollen naar beneden)
      - Wind (Kleine deeltjes)
      - Water (Grotere stenen, grind, zand en klei)
      - IJs (Hunebedden-keien)
      - Invloed op lanschap
        
        Diepte Erosie (Alleen gebieden waar veel reliëf is)
        
        1) De hardheid van de bodem
        
        2) De stroomsnelheid van het water
        
        3) De hoeveelheid schuurmiddel in water
        
        4) Of de bodem omhoog geduwd wordt of niet
        
        Voorbeelden
        
        V dal
        
        Rivier zorgt voor 45 graden insnijding
        
        U dal
        
        Bijzondere gevallen ontstaat er uit V Dal een U Dal. Hoe? Zo:
        
        1) Het wordt kouder
        
        2) Rivier bevriest en wordt 'stabelbaar'
        
        3) Vormt een traag stromende gletsjer.
        
        4) V wordt uitgesleten als U
        
        A Kloof
        
        Bodem hard
        
        Stroomsnelheid hoog
        
        Veel schuurmiddel
        
        Soms opgeheven
        
        Zijwaartse Erosie
        
        Vlakke gebieden
        
        Niet omlaag kunnen = zijwaarts
        
        Zo gaat het kronkelen: 'Meanderen'
        
        Terugschrijdende Erosie
        
        1) Watervallen vreet het water de achterwand weg
        
        2) Daardoor stort het in
        
        Komt voor in drempelgebieden (Plotseling van hoog naar laag)
    - - Fluviatiele sedimentatie (rivier/beekje)
      - Mariene sedimentatie (zee)
      - Glaciale sedimentatie (dmv ijs)
      - Eolische sedimentatie (wind)
      - Sedimenten (materialen)
        
        Zand
        
        Laten ook makkelijk water door
        
        Löss
        
        Vruchtbaar, houd water vast en laat door
        
        klei
        
        Houd water vast dus niet handig
        
        Veen
        
        Vruchtbaar en werkt als een soort spons
        
        Keien en Grind
        
        Laten makkelijk water door