Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H3 ((Recombinatie: het ontstaan van genetische variatie (nieuwe…
H3
-
-
Recessief allel: een allel dat alleen tot uiting komt in het fenotype als er geen dominant gen aanwezig is.
Individuen bij wie en recessief gen tot uiting komt in het fenotype, zijn homozygoot voor deze eigenschap.
-
Onvolledig dominant: een recessief allel komt bij een heterozygoot individu een beetje tot uiting in het fenotype.
-
Intermediair fenotype: beide allelen van een genenpaar komen als mengvorm tot uiting in het fenotype.
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Gen: een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor een of meer erfelijke eigenschappen of een deel van een erfelijke eigenschap
-
-
-
-
-
-
-
Het fenotype wordt bepaald door het genotype en door milieufactoren, bijv. licht, lucht, vochtigheid, temperatuur, voeding, ziekten en opvoeding.
-
-
P: Aa x Aa.
Verhouding in de F1: genotypen: AA : Aa : aa = 1 : 2 : 1; fenotypen: fenotype waarbij het dominante geng tot uiting komt : fenotype waarbij het recessieve gen tot uiting komt = 3 : 1.
Stambomen: als twee ouders met gelijk fenotype een nakomeling krijgen met een fwijkend fneotype, zijn beide ouders heterozygoot voor deze eigenschap (Aa)
-
P: Aa x aa.
Verhouding in de F1: genotypen: Aa : aa = 1 : 1; fenotypen: fenotype waarbij het dominante gen tot uiting komt : fenotype waarbij het recessieve gen tot uiting komt = 3 : 1.
-
Testkruising: uit de F1 leid je af of een individu homozygoot of heterozygoot is voor een bepaalde eigenschap. Hiervoor kruis je een individu komt het recessieve allel tot uiting ind F1.