Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Alicia van Honk, 2. (De student gebuikt actuele, relevante,…

- - - - Legt de basis voor de (toekomstige) deelname aan de beweeg- en sportcultuur.
        
        Overziet de opbouw van het curriculum van het vak, de plaats van het vak in het curriculum van de school en de doorlopende leerlijnen waarin sprake is van afstemming met andere vakken, leergebieden en lesprogramma’s
        
        Stemt onderwijsinhoudelijk af op de verschillen tussen leerlingen
    - - Legt de relatie van onderwijsinhouden met de landelijke kerndoelen en eindtermen van het vak
      - Verantwoord de onderwijsinhoud vanuit actuele theoretische en wetenschappelijke kennis en inzichten
  - - - Trends en ontwikkelingen
- - - - Gaat integer om met lichamelijkheid en identiteit van de leerlingen
        
        Zoekt naar oplossingen bij problemen in het gedrag van leerlingen
        
        Ondersteunt, stimuleert, enthousiasmeert en motiveert leerlingen tijdens het onderwijsleerproces
        
        Communiceert op een open en respectvolle manier met zijn leerlingen
        
        Draagt zorg voor een ontwikkelingsgericht leerklimaat waarin sprake is van zorg, vertrouwen, veiligheid, samenwerking en respect, en waarbij ruimte is voor exploratie
    - - Schept duidelijkheid en structuur door doelen en verwachtingen uit te spreken en daar consequent en consistent in te handelen.
        
        Signaleert en speelt in op talenten en (on)mogelijkheden in de ontwikkeling.
        
        Stemt pedagogisch handelen af met ouders en anderen die vanuit hun professionele verantwoordelijkheid bij de leerlingen betrokken zijn.
- - - - Ontwerpt samenhangende lessen(series): analyseert de beginsituatie, formuleert leerdoelen, kies leerinhouden, didactische werk- en organisatievormen en bijpassende evaluatieactiviteiten
        
        Begeleidt het leerproces van leerlingen door het benutten van instructie- en feedbackvormen waarbij zelfsturing en probleemoplossend vermogen worden gestimuleerd.
        
        Stimuleert door middel van didactische werkvormen motivatie, creativiteit en samenwerking van leerlingen
        
        Speelt in op en houdt rekening met de verschillen in het niveau en de kenmerken van leerlingen.
    - - Communiceert verwachtingen en leerdoelen met leerlingen
        
        Maakt gebruik van transparante, valide en betrouwbare formatieve en summatieve evaluatie-instrumenten.
        
        Betrekt leerlingen actief bij evaluaties (peerassesment, zelfbeoordeling en zelfreflectie)
        
        Registreert leervorderingen en -resultaten en legt deze vast in (digitale) leerlingvolgsystemen.
        
        Gebruikt evaluatiegegevens bij het ontwerpen en bijstellen van onderwijs.
  - - - Beoordelen
- - - - Bewegen speelt een rol bij cognitieve ontwikkeling, Lichamelijke opvoeding is in dienst van de algemene ontwikkeling
      - Bewegen is belangrijk voor individuele ontwikkeling en bestaan, persoonlijke bewegingscompetenties, ontdekkend leren en proces is belangrijker dan product
      - Ruime oriëntatie op buitenschoolse bewegingscultuur, leerlingen bekwaam maken voor deelname aan huidige EN toekomstige bewegingscultuur, meervoudige bewegingsbekwaamheid, andere deelnamemotieven, proces- en productevaluatie
- - - - Maximaal 12 leerlingen
    - - gebruik van pictogrammen, kleuren, foto's en wisselmuziek
  - - - Onderwijs praktisch maken, zoals werknemersvaardigheden, maar ook koken, groen en klus en techniek
      - Leerlingen voorbereiden op een zo zelfstandig mogelijke deelname aan de maatschappij
    - - Waarderen wat leerlingen wel kunnen en hier de focus op leggen
      - Leerlingen kunnen van en met elkaar leren
    - - Autonomie
      - Respect
      - Veiligheid
      - Waardering
  - - - Voortbewegen
      - Balanceren
      - Springen
      - Klimmen
      - Zwaaien
      - Leerlingen leren deelnemen aan verschillende aspecten uit de spelgebieden.
        
        Leerlingen leren zwemmen en gevaarlijke situaties herkennen die zich bij zwemmen voordoen.
        
        Leerlingen bij bewegen en spel leren omgaan met emoties, spanning en vermoeidheid
        
        Leerlingen leren zich te oriënteren op (aangepaste) buitenschoolse sport- en spelactiviteiten
        
        Mikken
        
        Jongleren
        
        Doelspelen
        
        Tikspelen
        
        Stoeispelen
- - - - Ik wil een docent zijn die leerlingen echt iets leert. En dan niet alleen vaardigheden die in de zaal/op het veld belangrijk zijn, maar ook vaardigheden die invloed hebben op de rest van het leven. Bijvoorbeeld auditieve feedback omzetten in acties en luisteren naar elkaar.
        
        Stage leerdoel: leerlingen om leren gaan met teleurstelling, wat als iets niet lukt, hoe ga je om met het feit dat je niet altijd mag beginnen, omgaan met winst en verlies.
        
        Stage leerdoel: Op een individuele manier omgaan met leerlingen die ongewenst gedrag vertonen in mijn les.
    - - Doel: per leerling passend optreden bij ongewenst gedrag
        
        Competentie: 4, 5, 6, 11: Omgang met leerlingen, realiseren positief leerklimaat
        
        Pedagogisch en vakdidactisch
        
        Acties: Benadert leerlingen passend bij het gewenste pedagogische klimaat van de organisatie
        
        Stap 1: ik signaleer het gedrag en overleg met mijn begeleider wat de beste actie/consequentie is, deze voer ik uit.
        
        Stap 2: Ik signaleer het gedrag en bedenk zelf een actie/consequentie, deze overleg ik met mijn begeleider voordat ik hem uitvoer.
        
        2 more items...
        
        Waarom: Overleg stagebegeleiders, per leerling werken andere actise/consequenties
      - Student beheerst de relevante kennisbasis voor het uitoefenen van het beroep.
        
        De student onderbouwt met behulp van de onderzoek cyclus de voortgang van haar professionele ontwikkeling tijdens de stage.
  - - - Ik kan meer differentiëren en dan niet voor de hele groep, maar vooral individueel. Ook moet ik voor mijzelf een leerdoel voor de les maken, zodat ik hier ook echt op kan gaan letten en aan kan werken.
        
        Bron: SVS HF1 sem2 PO2
  - - - Per les per leerling minimaal 1 kern doe als leuk wordt gezien, dus afwisseling in de kernen (niet 3 keer turnen of 3 balspellen)
        
        Minimaal 1 kern waar leerlingen echt iets leren.
- - - - Ik probeer mijn leerlingen echt te leren kennen. Wel ben ik rechtvaardig en laat ik niet zo snel over mij heen lopen door leerlingen. Ik zie de verschillen van leerlingen en pas daarop mijn benadering aan.
  - - - Ik doe mijn best om mijn leerlingen het gevoel te geven dat ze zowel fysiek als sociaal veilig zijn in mijn lessen. Dit doe ik door aandacht te hebben voor de leerlingen en de leerlingen duidelijke regels te geven. Ook probeer ik de les altijd op een positieve manier af te sluiten, Helaas weet ik nog niet altijd wat ik kan doen om de ruzies, die ik zie ontstaan op een goede manier kan oplossen.
  - - - Ik ben in staat om een lesplan te maken en mijzelf hieraan te houden. Ook kan ik de lesstof op een duidelijke en begrijpelijke manier uitleggen en deze uitleg aanpassen aan de doelgroep. Ik probeer op een creatieve manier leerlingen iets te leren
  - - - Ik ben theoretisch sterk, dus mijn lessen zijn goed voorbereid. Ik ben in staat om een les volledig te organiseren, inclusief timemanagement en wisselen. Ook ben ik in staat om een planning te maken en mij hieraan te houden.
  - - - Ik vind het vaak lastig om mijzelf onderdeel van een team te vinden, omdat ik maar 1, nu 2 dagen op stage ben en ik mijzelf echt als stagiair zie. Ik zou meer betrokken bij het team kunnen zijn als ik mijzelf meer credits durf te geven.
  - - - Ik heb inzicht in mijn eigen sterkten en zwaktes. Wel zou ik veel vaker om feedback over mijn functioneren kunnen vragen. Ik ben hier vaak heel afwachtend in, omdat ik mijn begeleiders niet tot last wil zijn. Maar mijn begeleiders zijn niet voor niets begeleiders, dus mag ik meer vragen om feedback.
  - - - Ik maak nog niet veel gebruik van de omgeving op mijn stages, dit is deels te verklaren doordat ik vaak een stage heb waar ik niet bekend ben en de stageschool zelf al contacten heeft.
- - - - Zeker niet beoordelen met een etalage effect, de andere leerlingen moeten bezig zijn terwijl ik beoordeel.
        
        Werken met rubricsen, waarbij leerlingen zichzelf kunnen scoren om te kijken hoe hun eigen ontwikkeling is.
- - - - Mening + wat is het vervolg?
        
        De kennis toepassen in de praktijk, op mijn stage, bij de turnvereniging, op La Draille en later op mijn werk.
      - In het begin naast opletten in de les niet veel kennis opgedaan. Later zelf de boeken in gedoken en daar veel informatie vandaan gehaald, ook vanuit de website van de KVLO en het Lichamelijke opvoeding magazine. Daarnaast heb ik op de website van de beroepsprofielen mijn basis getest, scores daarvan zijn in de gele kopjes te vinden.
- - - - Acties: Laat in de samenwerking zien rekening te kunnen houden met wederzijdse belangen van collega's.
        
        Stap 1: Noemi, Jos en ik bespreken wat de volgende week op het programma staat en bedenken samen wat er nodig is in welke zaal.
        
        Stap 2: We bespreken 2 kernen, waarbij we rekening houden met materiaal, ik maak zelf een kern en houdt daarbij rekening met de multizaal.
        
        Stap 3:Ik vraag welke materialen nodig zijn in de multizaal en houd daar rekening mee tijdens het maken van mijn lvf.
        
        Ik maak de lesvoorbereiding helemaal zelfstandig, maar ik vraag van te voren wel welke materialen Noemi nodig heeft in de multizaal.
        
        Beoordeling: 4
        
        Vervolg: Een samenwerking aangaan met de groepsleerkrachten, door ze te vragen wat zij graag terug zien in de gymlessen.
        
        Ik ben best blij met deze beoordeling. Ik vind samenwerken best lastig, dus deze actieplanpiramide bedenken was ook al een stap.
        
        We bespreken 2 van de 3 kernen helemaal. Daarnaast bespreken we wat er in de derde kern moet komen, maar de details mag ik zelf bedenken. Daarnaast vraag ik welk materiaal er nodig is in de multizaal en houd ik hier rekening mee tijdens het maken van de lesvoorbereiding.
        
        We bespreken altijd wat we in de volgende les gaan doen. Aan de hand daarvan maak ik de lesvoorbereiding. Tijdens deze bespreking wil ik ook gaan vragen wat er de week erna gedaan wordt in de multizaal en welke materialen Noemi daarvoor nodig heeft.
        
        Docentcompetentie 5, samenwerken in een team
- - - - Het onderzoek was lastig, ik moest een eigen vragenlijst maken, omdat leerlingen niet kunnen schrijven. Daarna kwam corona, waardoor ik mijn onderzoek niet af kon nemen zoals gewenst, maar uiteindelijk kwam het toch goed.
        
        Het resultaat van het onderzoek was niet waar ik op gehoopt had, maar ik heb het wel goed kunnen onderbouwen en goede vervolgstappen kunnen omschrijven voor een toekomstig onderzoek.
        
        Meenemen naar het afstuderen: Op tijd beginnen en goed nadenken over wat ik nu precies wil onderzoeken. Mijn onderzoek moet wel relevant kunnen zijn voor stage.
        
        Expertiseteam volgend jaar: Combinatie tussen voeding en HPP lijkt mij mooi.
        Stagecontext: Mijn droom is om op de ALO stage te lopen, dus wie weet...
        
        Combinatie voeding en HPP, hoe? Dat weet ik nog niet precies. Op zoek naar plan B, plan A nog niet opgegeven. Misschien bij Kentalis, in verband met mijn gekozen minor.
        
        Vragen wat mijn stageschool wil onderzoeken en hierop inspelen met mijn eigen onderzoek. Sneller aan de bel trekken als iets niet gaat en niet opgeven!
        
        Door corona is doelgroep verandert van compleet SO naar deels SO, deels PO. Ook de lessenreeks heb ik niet uit kunnen voeren, deels door corona, Deels omdat de lessen te moeilijk waren voor mijn doelgroep.