Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H1 (Wat is biologie?, Organen, weefsels en cellen) - Coggle Diagram
H1
Wat is biologie?
-
-
-
-
organismen
Organismen zijn levende wezen. Alle organisme vertonen levensverschijnselen. Stofwisseling is alle chemische reacties in een organisme. Enzymen zijn eiwitten die chemische reacties van stofwisselingsprocessen versnellen. Katalyseren.
Als een organisme geen levensverschijnselen heeft, is het dood. Wat nooit heeft geleefd, is levenloos.
Organen, weefsels en cellen
weefsels
Organen zijn opgebouwd uit weefsels. Bij organismen ontstaan bij ontwikkeling cellen. Deze cellen hebben een vorm en functie. Een groep cellen met dezelfde vorm en functie noem je een weefsel. In je lichaam komen verschillende weefsels voor. De vorm van cellen hangt samen met de functie.
In je lichaam komt dekweefsel voor. Dit weefsel bekleedt lichaamsoppervlakten. Holle organen zijn bekleedt met slijmvlies. Alle typen dekweefsel hebben kenmerken. De cellen zijn rechthoekig en liggen dicht bij elkaar.
Zenuwweefsel vind je in zenuwstelsels. De zenuwcellen geven informatie. Daarvoor bezitten zenuwcellen uitlopers. Spierweefsel bestaat uit cellen die samentrekken.
tussencelstof
Bij veel weefsels liggen de cellen niet tegen elkaar aan, maar komt tussencelstof voor. Het soort hangt samen met de functie van het weefsel. De celwand bij planten geeft de cel stevigheid. In beenweefsel zijn er tussen de cellen kalkzouten en collageenvezels. De kalkzouten geven stevigheid. Collageenvezels zijn lijmvormende vezels die zorgen voor samenhang van het weefsel. Beenweefsel zou zonder collageenvezels hard zijn. In de kanaaltjes in het beenweefsel bevinden zich bloedvaten en zenuwen.
In de kraakbeenweefsel liggen groepjes van cellen tegen elkaar en daartussen is tussencelstof. Die bevat bij kraakbeen minder kalkzouten en meer collageenvezels. Die zorgen ervoor dat kraakbeen buigzaam. Hierdoor kan het weefsel vervormen.
-
vorm en functie
Organismen zijn opgebouwd uit eenheden. Tussen de vorm en de functie van eenheden zijn verbanden. Een dijbeen is hol. In de kop van het dijbeen zijn er beenbalkjes met daartussen beenmerg. De beenbalkjes lopen in de richtingen waarin de grootste krachten op het bot is. Hierdoor zijn beenderen licht en stevig. Je benen kunnen je lichaamsgewicht dragen zonder dat het je te veel energie kost. De beenderen in de voeten hebben een gewelfde vorm. Door deze vorm zijn de voeten goed in staat het gewicht van je lichaam te dragen.
-
-
-
-