Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
infecties, ontstekingen en aids, besmettingswegen, besmetting is het…
infecties, ontstekingen en aids
schimmels en gisten behoren tot de plantenwereld; bekend zijn schimmelfinfecties van, huid, longen, mond en darmkanaal.
Hebben een chronisch verloop, nooit heftig of snelverlopen ziektebeeld. voorbeelden: zwemmersecceem, nagelonstekingen dandidaschimmel in mondholte of vagina .
protozoen; eencellige dierlijke organismen- oorzaak tropische ziekten. leven enkel op levend weefsel. kunnen niet gekweekt worden op voedingsbodems. voorbeeld; malaria
bacterien; eencellige organisme, planten zich voort door deling. vaak de oorzaak van geinfecteerde wonden.
virussen zijn micro-oraganisme. door hun chemische bouw en eigenschappen behoren tot de dode wereld, kunnen zich ook reproduceren waardoor ze op die manier ook tot de levende wereld behoort. Hun ziektemakende werking hebben ze allen als in een cel doordringen waar ze zich kunnen vermeerderen. alleen gekweekt worden op levend weefsel. voorbeelden: mazelen, rode hond, waterpokken, griep, verkoud heid en covid 19
besmettingswegen, besmetting is het binnendringen in het lichaam van pathogene (ziekmakende) micro-organisme. transportmiddel kan zijn direct contact van mens op mens, hoesten, niezen stofdeeltjes, besmette voedingsmiddelen, insecten.
luchtwegen, via inademingen bijv. griep, kinkhoest, verkoudheid, tuberculose door niezen of hoesten.
via maagdarm kanaal.besmet voedsel of drinken, in het slijmvlies van het darmkanaal. voorbeelden; tyfus en paratyfus
via huid en slijmvliezen.via kleine wondjes in de huid, huidinfecties komen vrij vaak voor.
via het bloed, voorbeelden malaria, besmet bloed, besmet materiaal met besmet bloed. vuile naald.
ontstekingen
-
verschijnselen ontsteking; 1 roodheid rubor, 2 warmte calor, zwelling tumor, pijn dolor, functie verlies functio laesa
in het bloed naar de onstoken plek gaat zitten witte bloedcellen die antigenen kunnen doden. Plus een hoeveel heid stoffen die nodig zijn voor het herstel van het weefsel.
afhankelijk van de weerstand zorgvrager, weefselsoort, hoe snel het geneest. een ontsteking kan spontaan en snel genezen zonder restverschijnselen. kan zich ook eerst uitbreiden en vervolgens toch genezen. kan ook een chronisch karakter krijgen. er kunnen zich ook andere verschijnselen voordoen; voorbeelden koorts, algehele malaise , lusteloosheid, gebrek aan eetlust.
ontstekingsvormen;
-catarre; is een oppervlakkige ontsteking in het slijmvlies, bijv. neusverkoudheid en ontsteking van het maag of darmslijmvlies
- necrotiserende ontsteking; wordt gekenmerkt door een zodanige beschadiging van het weefsel dat versterf optreedt versterf = necrose. er gaan holtes ontstaan. Het necrotisch weefsel wordt afgestoten of geresorbeerd in de bloedvaten. Daardoor kunnen in de slijmvliezen defecten ontstaan die zweren (ulcera). genoemd worden. bijv. een steenpuist wordt na het infiltratieve stadium een necrosehaard waarin na het afstoten van de prop een holte overblijft.
- infltraat; bij het dieper doordringen in de weefsels gaat de de ontsteking een infiltraat vormen; hierbij gaat zich vocht en ontstekingscellen in de weefsels ophopen omdat ze niet naar buiten kunnen afvloeien. bijv. beginende steenpuist, borstontsteking vrouw, longontsteking.