Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
gastro intestinaal stelsel, smaakknoppen - Coggle Diagram
gastro intestinaal stelsel
mond
gehemelte
hard
verhoornd meerlagig plaveisel epitheel
meeste druk en slijtage door kauwen
zacht
bevat uvula
tong
vertakte en driedimensionale vorm van spieren
complexe bewegingen
papillen
papillae fungiformes
enkele smaakknoppen
paddelstoelvorm
punt van de tong gelegen
papillae foliatae
rudimentair
zijkant tong
papillae filiformes
ruwheid
centraal gelegen
papillae circumvallatae
V vormige formatie op achterste deel van tong
omgeven door ronde groeve
onderaan groeve: klieren van von Ebner
sereuze klieren
spoelen groeve schoon van smaak
glad slijmvlies
lippen
dwarsgestreept spierweefsel
pars cutana
epidermis
verhoornd meerlagig plaveisel epitheel
orthokeratotische verhoorning
pars intermedialis
hoog epitheel
hele diepe instulpingen van bindweefsel met bloedvaten
lippenrood
pars marginalis
overgang huid naar mondslijmvlies
pars mucosa
onverhoornd meerlagig plaveisel epitheel
mondslijmvlies
meerlagig plaveiselepitheel
stootkussen voor hard voesel
hoog watergehalte in cellen
tandvlees
bloedvaten in bindweefselpapillen van lamina propia
rode kleur
vasthechting door epitheel op kroon
hemidesmosomen in celmembraan en lamina basalis
aan glazuur en later op tandhals
tanden
bestanddelen
dentine laag
gevoelig voor
koud
warm
traumata
emagne/glazuurlaag
aangemaakt door ameloblasten
hardste materiaal in het lichaam
bevat veel hydroxyapatiet
tandenpoetsen = HO-groep veranderen door Fluor -> aanmaak fluorapatiet => verhoogde hardheid en weerstand
odontoblasten
uitlopers = vezels van Tomes
aanmaak dentine
verkalking van predentine
ameloblasten
amelogenese
pulpa
losmazig bindweefsel
grondsubstantie van glycosaminoglycanen
pulpacellen
stervormige fibroblasten
stratum intermedium
cement
aangemaakt door cementoblasten
ter hoogte van tandhals
via collageen vezels vast aan alveolaire bot
via paradontaal ligament
type 1 en 3
foramen apicale
lymfevaten
gemyeliniseerde zenuwen
bloedvaten
speekselklieren
soorten
glandulae submandibularis
sereuze cellen bij mukeuze cellen
maakt meeste speeksel
amylase+lysozym
glandulae sublingualis
vooral mukeus
glycoproteïne mucin
zonder ionentransporterend epitheel
glandulae parotis
sereus
aanmaak amylase
algemene opbouw
acini
schakelstuk
kanalen van Flüger = striated ducts = speekselbuis
in bindweefsel
lymfocyten
plasmacellen
farynx
verbindt mondholte met trachea en oesophagus
meerlagig plaveisel epitheel
circulaire en longitudinale spieren
slikken
dicht bindweefsel mucosa
bevat slijmkliertjes
bevat tonsillen
bevat ring van Waldeyer
krans van lymfoïd weefsel rond keelingang
spijsverteringskanaal
maag
éénrijig cilindrisch epitheel
begin verteringsprocessen
menging met grote hoeveelheid vocht
cardia
cardiaklieren
fundus + corpus
pariëntale cellen
HCL-secretie
veel mitochondriën
veel energie nodig bij aanmaak HCL
canaculi rondom centrale kern
regulatie secretoire activiteit
cholinerge zenuwen
gastrine
histamine
intrinsic factor
glycoproteïne dat vitamine B12 bindt
betere opname in dunne darm
zymogene cellen = hoofdcellen
ter hoogte van hoofd van klier
apicaal: granullen
pepsinogeen
lipase
basale kern
RER rondom kern
mukeuze halscellen
langwerpig
kleine, ronde kernen
vorming koolhydraatrijk secreet (meer zuur slijm)
entero-endocriene cellen
soms sensorische functie
zowel paracrien als endocrien
aan basale kant van klierbuizen
ongedifferentieerde stamcellen
in halsgebied gelegen
schuiven naar boven of onder
pylorus
meer gewonden klierbuizen
enetero-endocriene G-cellen
uitscheiding van gastrine
stimulatie HCL secretie
pyloruskliercellen
bevatten veen lysozym
lijken op mukeuze cellen
dunne darm
voltooiing vertering + resorbtie voedingsstoffen
verhoging van resorbtievermogen
darmvlokken = villi
= uitstulpingen van lamina propria bekleed met epitheel
tussen de villi: kliertjes van Lieberkuhn
elke villus: 1 of 2 arteriolen
bestanddelen
losmazig bindweefsel
macrofagen
lymfocyten
plasmacellen
granulocyten
dentritische cellen
mestcellen
gladspierweefsel + myofibroblasten
contractie villi
lymfevatenstelsel
microvilli
plicae circulares
meest in duodenum
delen
jejenum
ileum
duodenum
cellen
paneth-cellen
onder in crypten
bevatten lysozym
stamcellen
in crypten
snelste vervangsnelheid
entero-endocriene cellen
uitscheiding (glyco)proteïnehormoon aan lamina propria
ligging: onderste deel crypten
slijmbekercellen
productie slijm
verminderde wrijving tussen cellen en darminhoud
enterocyten
hoge cilindrische epitheelcel
opname voedingsstoffen
dikke filamentaire glycocalyx
andere enzymen
peptidasen
dissachariden
goed vastgehecht aan rondom liggende structuren
andere cellen
terminal web
basaal membraan aan epitheliaal membraan
klieren van Brunner
neutralisatie van zure maaginhoud
bescherming duodenumepitheel
pH optimum voor pancreasenzymen
slokdarm
meerlagig niet-verhoornd plaveiselepitheel
tunica muscularis
van dwarsgestreept skeletspierweefsel naar gladspierweefsel
glandulae propria
komen over heel de oesophagus voor
tubuloalveolaire klieren
trabsport bolbus
cardiaklieren
hoogcilindrische slijmvormende cellen + parientele cellen
gelegen in lamina propria dicht bij de maag
dikke darm
smaakknoppen
neuro-epitheelcellen
geven stimulus door aan neuronen
steuncellen
geven steun
basale vervangcellen
differentiëren in ander celtype wanneer nodig
peervormige cellen
marginale cellen