Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Vakdidactiek poëzie vervolg - Coggle Diagram
Vakdidactiek poëzie vervolg
1. Oriënteren :check:
Stel vragen
Welke woorden/regels vind je mooi?
Wat vond je moeilijk/onduidelijk in dit gedicht?
Semantische schalen implementeren
De leerkracht projecteert verschillende semantische schalen op het bord en instrueert dat de leerlingen hun eigen mening mogen noteren op een blaadje. De leerkracht vraagt aan de leerlingen wie zijn/haar mening wil delen met de klasgroep.
:!: Stel véél vragen!
2. Voorbereiden
:check:
In een tweede fase van de analyse wisselen de leerlingen (en de leerkracht) leeservaringen uit om zo het gedicht verder uit te diepen. De leerkracht zal hier een cruciale rol moeten spelen door heel gerichte vragen te stellen die steeds moeilijker worden.
Aanvankelijk start je met
reproductievragen
omdat dat veilige vragen zijn. De antwoorden staan letterlijk in de tekst en kunnen het gesprek op gang trekken.
Uit hoeveel zinnen/strofen bestaat dit gedicht?
Wie is er in dit gedicht aan het woord?
Welke twee zaken worden met elkaar vergeleken?
Een andere soort vragen zijn de
kennisvragen
over poëtische technieken, de dichter, de ruimere context of de woordenschat.
Welke kenmerken van ... vind je in dit gedicht terug?
Naar welke recente, dramatische gebeurtenis verwijst dit gedicht?
Wanneer schreef de dichter dit gedicht?
Welk rijmschema hanteert de dichter hier?
Wat betekent het woord ‘...’?
Complexer zijn de vragen waarbij de leerlingen
verbanden
moeten leggen of moeten vergelijken.
Hoe sluit het gedicht aan bij het leven van de dichter?
Ken je andere gedichten over hetzelfde thema?
Welk verband is er tussen titel en gedicht?
Betrek de
gevoelens/interpretaties
van de leerlingen in je les
Waar gaat dit gedicht volgens jou over?
Hoe voelt de 'ik' zich volgens jou?
Wat betekent volgens jou '...'
De leerlingen moeten ook hun eigen
mening
kunnen verwoorden. Leerlingen vinden dit echter wel moeilijk. Om hen te stimuleren hun mening te verduidelijken, zijn concrete startvragen belangrijk:
Ik vind het gedicht al dan niet:
herkenbaar
moeilijk
origineel
sfeervol
,...
Veel leerlingen vinden de vraag ‘Waarom vind je dat?’ als bedreigend. Vervang deze vraag daarom door : ‘Kun je me vertellen/zeggen ...’Concretere vragen zijn beter dan algemene vragen.
Een laatste soort vragen zijn de
inlevingsvragen
en vragen die aanzetten tot creatief denken. Hier wordt het vermogen getest van de leerlingen of ze de gevoelens en situaties uit het gedicht kunnen koppelen aan hun eigen ervaringen.
Als het gedicht voor jou zou geschreven zijn, zou jij er dan blij mee zijn?
Hoe zou jij ‘...’ verwoorden?
Welke titel had jij boven het gedicht geplaatst?
Heb jij al iets gelijksoortigs meegemaakt?