Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H4: Handelingspsychologie (Elke handeling laat zich kenmerken door vier…
H4: Handelingspsychologie
Handelingsstructuur: geeft de wijze aan waarop een leerprestatie geleverd wordt/zou moeten worden
Cognitieve handelingsstructuur: leerprestaties worden geleverd op bewuste (mentale) activiteiten als kunnen, denken, kiezen, enz...
Non-cognitieve handelingsstructuur: handelen verloopt via het ruggenmerg
Activiteits-/handelingsprincipe
De mens is een actief handelend wezen dat door zichzelf/door anderen gestelde doelen tracht te bereiken
Het menselijk handelen dat zowel door een spontaan als een planmatig karakter kan dragen kenmerkt zich door gelaagdheid (materieel, mentaal, verbaal) en functiediversiteit (oriënterende, uitvoerende, controlerende functie).
Ontwikkelingsprincipe
Elk individu groeit op in een samenleving en maakt zich in de omgang met anderen de maatschappelijke ervaringen, die door middel van de taal in begrippen zijn vastgelegd
In de ontwikkeling van het individu speelt taal een centrale, vormende rol, omdat taal het middel is om de cultuur over te dragen
Cultuurhistorische theorie van Vygotsky
Interiorisatieproces
: de lagere functies vormen een voorwaarde voor de ontwikkeling van de hogere functies. Ze vormen een interactief ontwikkelingsproces, waarin het individu door middel van verinnerlijking de in een samenleving aanwezige sociale en culturele betekenissen in zijn bewustzijn opneemt. Een transformatieproces waarin taal de rol van scharnier in de verinnerlijking van het materiële handelen naar het mentale handelen vervult.
Biologische/natuurlijke ontwikkelingslijn: rijpingsprocessen vervullen een rol bij het ontstaan van de lagere functies
Sociaal-culturele ontwikkelingslijn: de hogere psychische functies vormen zich in de sociale interactie tussen mensen
Zones van ontwikkeling
Actuele onwikleing
Naaste ontwikkeling
Scaffolding
(proces van afnemende structurele ondersteuning): coaching op maat om te bevorderen dat leerlingen actief kunnen en durven participeren in onderwijsactiviteiten en hen tijdelijk steunen naar het zelfstandig kunnen uitvoeren van leertaken
Trapsgewijs leren van Gal'perin: in het verloop van elke handeling worden drie fasen onderscheiden
Oriëntering
Uitvoeren
Controle
Elke handeling laat zich kenmerken door vier dimensies
Niveau: materieel, verbaal, mentaal
Uitvoerigheid: verkorting van handelen moet niet te snel gaan
Beheersingsgraad
Generalisatiegraad: handelingen krijgen een steeds algemener karakter. de wendbaarheid neemt toe
Twee typen oriënteringsbases
Onvolledige oriënteringsbases: een leerling beschikt niet over alle noodzakelijke informatie om de eindhandeling foutloos uit te kunnen voeren
Volledige oriënteringsbases: de leerling krijgt de handelingsvoorschriften kant-en-klaar aangereikt door de leraar