Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
nederlands spelling (bijvoeglijk naamwoord (zo maak je de lange vorm van…
nederlands spelling
bijvoeglijk naamwoord
mooi - mooie
slim - slimme
groot - grote
dat is een mooie jas - die jas van jou is erg mooi
zo maak je de lange vorm van een bijvoeglijk naamwoord
soms alleen -e erachter:
klein - kleine
sterk - sterke
mager - magere
soms tegelijk dat laatste letter verdubbelen:
fris - frisse
glad - gladde
dof - doffe
soms tegelijk een a,u,o,e weghalen
vaag - vage
hees - hese
guur - gure
rood - rode
soms tegelijk een -f veranderen in -v
lief - lieve
half - halve
doof - dove
soms tegelijk een -s veranderen in -z
boos - boze
grijs - grijze
reukloos - reukloze
deelteken of trema
een foute uitspraak wordt voorkomen
officieel - officiële
reëel - reële
stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
van welke stof iets is gemaakt
ze hebben maar een vorm en eindigen meestal op -en
houten
zilveren
gouden
blikken
maar niet altijd
een nylon jack
een aluminium fietsframe
persoonsvorm in de verleden tijd: zwakke werkwoorden
sterke werkwoorden
kijk - keek - keken
vriezen - vroor - vroren
geven - gaf - gaven
geen klankverandering dan is het een zwak werkwoord
zo schrijf je de persoonsvorm in de verleden tijd (zwak)
enkelvoud: stam + de of te
(ik / jij / hij / zij) werkte
(ik / jij / hij / zij) raadde
(ik / jij / hij / zij) speelde
(ik / jij / hij / zij) lustte
meervoud: stam + den of ten
( wij / jullie / zij ) speelden
( wij / jullie / zij ) raadden
( wij / jullie / zij ) werkten
( wij / jullie / zij ) lustten