Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Aardrijkskunde H1 (Paragraaf 2 (Handelspatronen verschuiven (De…
Aardrijkskunde H1
Paragraaf 2
-
-
Global shift
De verhoudingen zijn veranderd. China en andere opkomende landen beslissen nu volop mee. De centrumlanden hebben nog wel het hoogste gezag. Maar dat het economisch zwaartepunt verschuift is een feit. De verschuiving noem je global shift. In welke richting het verschuift is nog onduidelijk. MIsschien zijn we op weg naar een multipolaire wereldeconomie.
-
Paragraaf 4
Ontwikkeling
De oorzaken moet je soms zoeken in het land zelf (interne oorzaken) en soms erbuiten (externe oorzaken)
-
Externe oorzaken
Bij externe oorzaken voor een lage welvaart moet je denken aan het soort relatie dat een ontwikkeling heeft met de rijke landen.
Koloniaal verleden. Veel arme landen waren vroeger exploitatiekoloniën. Rijke landen waren vestigingkoloniën.
-
Paragraaf 7
-
De B uit de BRICS
In Brazilië is de armoede veel minder geworden. Na een staatsgreep in 1964 was Brazilië tot 1985 een dictatuur. De militaire leiders probeerden de industrialisering van de grond te krijgen door de importgoederen zelf te gaan produceren. Ook andere ontwikkelingslanden kozen in het verleden voor deze route van importvervangende industrialisatie. In het begin levert deze strategie groei op, maar de kunst is om op tijd over te schakelen naar exportgerichtige industrialisatie. Dat lukt pas als de democratie terugkeert. Vanaf 1995 stijgen de buitenlandse directe investeringen. Daarbij geldt de regels: hoe hoger de buitenlandse investeringen, hoe meer het land verweven is met de wereldeconomie. Dor de snelle stijging van de prijzen en de lonen neemt de concurrentie vanuit de lagelonenlanden toe.
De I uit de BRICS
Lange tijd bepaalt honger en armoede het beeld van India. De koopkracht is erg laag. Vanaf 1995 groeit de economie snel. India opent zijn grenzen voor de wereldhandel en stromen buitenlandse investeerders toe. De bevolking van India is goed en steeds beter opgeleid en spreekt goed Engels. Er leven nog steeds 400 miljoen mensen onder de armoedegrens. De rijkste delen zijn erin geslaagd te profiteren van de globalisering. Hier vind je ook de exportproductiezones. Dit zijn bedrijventerreinen bedoeld voor buitenlandse exportbedrijven.
Paragraaf 9
Verschillen in Europa
Door de globalisering zijn in de opkomende industrielanden uit het niets nieuwe industrielanden uit het niets nieuwe industriegebieden ontstaan. Vooral de oude industriegebieden met zware industrie of met arbeidsintensieve bedrijven komen door de concurrentie uit de lagelonenlanden in de problemen. Die omvorming noem je herstructurering.
-
-
Paragraaf 10
Positie in de wereld
Nederland is in 2013 de meest open economie ter wereld. De mate van mondiale verbondenheid van een land lees je af aan de globaliseringsindex. Veel minder goed gaat het miet de industriële sector. Eerst vertrok het laagwaardige productiewerk, wat later gevolgd door meer hoogwaardige arbeid en diensten (outsourcing).
Eindhoven: de slimste
In 2011 werd de regio Eindhoven uitgeroepen tot de slimste regio in de wereld. De basis van deze regio wordt gevormd door 'Brainport Eindhoven'. Factoren die hebben bijgedragen aan dit succes zijn:
-
-
-
Oost-Groningen, krimpgebied met mogelijkheden
Oost-Groningen is een van de armste gebieden in Nederland. Het werd opgebouwd met een regionaal ontwikkelingsbeleid. Groningen heeft wel een paar kansen:
-
-
-
Paragraaf 8
Groeistuipen
Zuidoost-Azië ligt voor op Afrika. Hier is de economische groei eerder begonnen. De snelle groeiers noemen we ook wel Aziatische tijgers. Tot de eerste groep landen, die vooral na 1970 tot ontwikkeling komt, hoort Zuid-Korea; na 2000 volgt een tweede groep - ook wel de babytijgers genoemd - en daar zit Vietnam bij.
-
-
-