Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Sociale en emotionele ontwikkeling (identity development (i-self (subject…
Sociale en emotionele ontwikkeling
Emotionele ontwikkeling
Emoties reguleren, impuls controle, inhibitie, volharding
Pubers kunnen beter emoties reguleren.
Nog niet helemaal volwassen (frontal lobes), dus hormoon veroorzaakte emoties zijn moeilijk om mee om te gaan.
Risk taking, sensation seeking
Experience sampling method (ESM): Gereedschap gebruikt om emotionele leven te bestuderen, met elektronische pagers.
Uit onderzoek blijkt dat de intensiteit en fluctuaties van emoties van pubers daalt.
Wordt ook sociaal bepaald, ouders gender types. Hoe emoties geuit worden. Ook cultuur bepaald dit.
identity development
Het proces waarbij individuen leren wie ze zijn.
i-self (subject self)
Zelfbewustzijn
Self-agency
Self-continuety
Self-coherence
Me-self (object self)
Sociale rollen en relaties
Saturated self
Verschillende vormen van jezelf
Volwassen identiteit krijgen
Exploration: het proces waardoor pubers actief hun toekomst bekijken
Commitment: pubers hun trouw aan doelen, overtuigingen, waarden die ze gekozen hebben.
4 processen om om te gaan met de taak van identiteit formatie.
Identity achievement
Foreclosure
Moratorium
Identity diffusion
Ethnic identity
Dat je voelt dat je hoort bij een bepaalde ethnische groep
3 stages van ontwikkeling
Unexamined ethnic identity
Ethnic identity search
Ethnic-identity achievement
Seksuele identiteit
Wat je seksuele voorkeur is
4 stages van ontwikkling
Sensitization; anders voelen
Self-recognition; identiteit verwarring
Identity assumption
Commitment; identiteit integratie
Relaties met leeftijdsgenoten
Vriendschap: een hechte relatie tussen twee individuen. Wederzijds, inzet/verplichting, gelijkheid
ontwikkelingsfuncties: intimiteit en autonomie
Intimiteit: Een gevoel van een hechte verbinding tussen twee individuen, resulterend van gedeelde gevoelens, gedachtes en activiteiten.
Autonomie: de mogelijkheid om voor je eigen behoeften in een vriendschap op te komen
Vriendschappen van meisjes zijn intenser en intiemer
Homophobia: angst voor homoseksualiteit. Kan intimiteit tussen jongens verminderen
Meisjes en jongens hebben verschillende doelen
Jongens: agentic goals: dominantie en zelf interesse
Meisjes: Communal goals: relatieverbetering en samenwerking
Cliques: een groep van jonge mensen waar ze regelmatig interactie met elkaar hebben
Crowd: Een groter sociaal netwerk waar cliques interactief zijn
Peer pressure
Homophily: De mate waarop vrienden hetzelfde zijn.
Selectie
Socialization
Deviance training: positieve reacties ten aanzien van discussies over regels breken.
Romantische relaties: Ontwikkelt geleidelijk en verschild in culturen.
Conflicten met ouders ontstaan vanwege verschillende meningen over persoonlijke ruimte
Gezondheid en welzijn
Internaliserende problemen: Verstoringen in emoties of humeur. Vaker bij meisjes
Externaliserende problemen: sociale en gedragsproblemen
Depressie en ongerustheid
Cognitive-behavioral therapy (CBT)
Risicofactoren: genetisch, omgeving, culturele waarden en stereotypen