Hoofdthema's uit de systeem en communicatietheorie

SCT: Oorspong begin jaren 50 Californië

Salvador Minuchin

Palo Alto Groep

Paul Watzlawick

Gregory Bateson

Donald Jackson

Jay Haley

John Weakland

Inhouds- betrekkingsniveau

Inhoud: wat er gezegd wordt (buitenkant communicatie)

Betrekking: Hoe het gezegd wordt (binnenkant communicatie)

Complementaire betrekking

verschil in positie; superieur (one up) en onderschikt (one down)

Symmetrische betrekking

Gelijkwaardige positie

Conflicten spelen zich vaak af op betrekkingsniveau

Relatiedefinitie

Zelfomschrijving en relatiedefintie

Non-verbaal

Hoe wil ik dat je met me omgaat

Hoe wil ik dat je me ziet

Wat vind ik van jou?

Zelfpresentatie en relatievoorstel

Relatievoorstel

Gedragsopdracht

Zelfomschrijving

De ander kan dit voorstel aanvaarden, negeren of verwerpen

Ander accepteert: Ik leidend, jij volgend

Ander verwerpt en doet een eigen voorstel: ander stelt zich als gelijke op

Ik accepteer: Ik volgend, jij leidend

Complementaire en symmetrische relaties

Verschil in positie

Gelijke positie

Strijd om gelijke positie

Interpunctie

Verschillen in interpunctie

Strijd over de werkelijkheid of feiten

Watzlawick: betrekkingsblindheid

Blindheid over hoe de communicatie verloopt

5 axioma's

Watzlawick: de pragmatische aspecten van de menselijke communicatie: Kern theorie in 5 axioma's

Alle gedrag is communicatie, je kan niet niet-communiceren

Elke communicatie bevat een inhouds- en betrekkingsniveau

Karakter betrekking is afhankelijk van de interpunctie van de reeksen communicatie tussen personen

Mensen communiceren digitaal en analoog

Elke uitwisseling communicatie is symmetrisch of complementair

Diskwalificaties

Iets zeggen/ ontkennen zonder dit echt te zeggen

Stilte/ zwijgen/ ontwijken

Indirect reageren

Humor inbrengen

generaliseren

Ontkennen

Zinnen niet afmaken

Ziektesymptonen

Zelfdiskwalificatie

wisselen praten tussen heden en verleden

Zijdelings reageren

Erkenning en bestaansniveau

Laing 1971: Het zelf en de anderen "eenieder draagt bij aan andermans ontplooiing of vernietiging"

Bestaansniveau

vragen rond het vinden van erkenning van de eigen identiteit

Bevorderen , ondermijnen elkaars zelfgevoel

Manieren om elkaars bestaan te onderschrijven

Visueel; glimlach

Handdruk

Schouderklop

Sympathiebetuiging

Erkenning ene mens door de ander in zijn totaliteit is ideaal maar komt zelden voor

Zelfpresentatie en privézelfbeeld

Zijn niet altijd gelijk aan elkaar

Beter voordoen tbv erkenning en acceptatie

Bij dreiging ontmaskering zelfpresentatie

Verdedigingstechnieken (Levenstechnieken)

rationalisatie

Projectie

Verdringing

regressie

Vermijding

apathie

Erkennen/ Niet erkennen

Laing: Wordt de ontplooiing van iemand zo gestoord doordat de omgeving steeds maar geen erkenning geeft dan kunnen we spreken van schizogene omgeving

Quasi-erkenning en socialisatie

De indruk wekken dat er sprake is van erkenning

Komt voor in veel gezinnen: ouders onderling/ ouder - kind

Erkenning verlenen aan een fictie

Tekorten van ouders moeten door het kind worden opgevuld

Bepaalde kwaliteiten sterk stimuleren en andere kwaliteiten niet opmerken

Jarenlange onderkenning leidt ertoe dat iemand in een scheve positie beland

Op drie niveau's

Inhoudsniveau

Betrekkingsniveau

Bestaansniveau

reactie op inhoudsaspect van de ander

Reactie op het relatievoorstel

Omschrijving zichzelf en de ander

Aanvaarden/ instemmen

Bevestigen

Afwijzen

Diskwalificeren

Verwerpen

Negeren

Erkennen

Gedeeltelijk erkennen/ miskennen

Niet erkennen

drie aspecten van erkenning

Schutz 1975

Inclusie

controle

Affectie

De erkenning dat je er bent

De erkenning voor wat je kunt

De erkenning voor wie je bent als persoon

Betrekkingsniveau

Betrekkeingniveau

Betrekkingsniveau

Grenzen van de relatie: Wie hoort er wel of niet - oriëntatiefase tijdens groepsontwikkeling

Wie is up en wie is down, machtsverhouding - invloedsfase groepsontwikkeling

Onderlinge afstand, nabijheid - affectiefase groepsontwikkeling

Intermezzo over vriendschap op betrekkings- en bestaansniveau

Begint vaak bij sympathie

Verdieping

Zelfonthulling

Gelijkenissen en verschillen worden duidelijker

Eerste onderzoeker: Sidney Jourard 1967

Leidt tot meer sympathie en waardering

Van Ussel 1975

Van liefde is pas sprake wanneer de grens van de openbare leefwereld naar de intieme leefwereld wordt overschreden (van hoe je gezien wordt en hoe je echt bent)

Zelfwaardering is noodzakelijk voor een gelijkwaardige vriendschap (Van Remmerswaal vindt dat dit omgekeerd ook geld)

Laing 1971: Eenieder draagt bij aan andermans ontplooing of vernietiging

Drie aspecten van ontplooiing waarbij erkenning een grote rol speelt

Sympathie: perifere erkenning

Vriendschap: centrale erkenning

Liefde: centrale erkenning die dieper gaat dan vriendschap

click to edit