Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
©©biologie H7 Tim (is slim en knap en stoer( en het is waar ook!))©© …
©©biologie H7 Tim (is slim en knap en stoer( en het is waar ook!))©© :check:
P1
niks speciaals, uit het boek leren :cry:
P4
na bestuiving bevinden zich 1 of meer stuifmeelkorrels op de stempels
bevruchting: de kern van de stuifmeelkorrel versmelt met de kern van de eicel
het zaadbeginsel bevat een bevruchte eicel ontstaat
uit de stuifmeelkorrels groeit een stuifmeelbuis door de stijl naar een zaadbeginsel
uit een bevruchte eicel komt een kiem
Uit een zaadbeginsel met een bevruchte eicel ontstaat een een zaad
zaad bevat reservevoedsel voor het kiemplantje
P7
je kunt afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de vruchten en zaden worden verspreid
verspreiding door wind
vruchten en zaden met pluis of vleugels. bijv. akkerdistel en paardenbloem
verspreiding door dieren
vruchten (bessen) worden gegeten waarbij de zaden onverteerd worden uitgepoept, bijv. hulst en lijsterbes
wintervoorraden worden niet volledig opgegeten of vergeten, bijv. eik (eikels) en beuk (beuknootjes)
vruchten met haakjes, waardoor deze aan de vacht van dieren blijven hangen, bijv. klis en tandzaad
verspreiding door de plant zelf.
vruchten springen open en schieten of slingeren de zaden weg, bijv. bonen en springzaad
P5
je kunt beschrijven hoe een vrucht met zaden ontstaat
soms zie je aan de vrucht nog delen van een bloem
zaadbeginsel met bevrucht eicellen worden groter en ontwikkelen zich tot zaden
pitten, bonen en erwten zijn zaden
uit een vruchtbeginsel ontstaat een vrucht bijv. kersen, tomaten en peulen
het vruchtbeginsel wordt steeds groter en langer
Peulen, sperziebonen en tuinbonen zijn peulvruchten
vruchten hebben één
P2
bloemkroon (kroonbladeren) vaak groot en opvallend
insecten lokken
meeldraad: mannelijk voortplantingsorgaan
vormen van stuifmeel korrels
bloemkelk (kelkbladeren): meestal groen
beschermen van het bloem tegen kou
stamper: vrouwelijke voorplantingorgaan
functie: vormen van de eicel
in het vruchtbeginsel van de stamper zitten 1 of meer zaadbeginsels
de functie van bloemen is voortplanten
veel bloemen vormen nectar
functie: trekt insecten aan. in elk zaadbeginsel zit 1 eicel
P6
je kunt manieren beschrijven waarop delen van planten worden gebruikt
wortels
als voedingsgewas, bijv. winterpenen en rode bieten
stengels
als voedingsgewassen, bijv. asperges en koolrabi
delen van planten kunnen worden gebruikt als voedingsgewas of voor andere toepassingen
bladeren
als voedingsgewas, bijv. spinazie en andijvie
bloemen
als voedingsgewas, bijv. de bloem van courgette en bloemkool
vruchten
als voedingsgewassen, bijv. appels en tomaten
zaden
als voedingsgewassen bijv. maïs en pinda's
voor het maken van kleding, bijv. zaadpluis van katoenplant
voor het maken van biobrandstof, bijv. soja en koolzaad
P3
omschrijven van bestuiving
insecten of wind zorgt voor bestuiving
insectbloem
de bloemen zijn groot
de kroonbladeren hebben opvallende kleuren
de helmknoppen en stempels steken vaak buiten de bloemen uit
de bloemen verspreiden een geur
de bloemen hebben vaak nectar
de stuifmeelkorrels zijn ruw en kleverig
de meeldraden maken weinig stuifmeelkorrels
windbloemen
de bloemen zijn klein en onopvallend
de helmknoppen en stempels steken vaak buiten de bloemen uit
de kroonbladeren zijn meestal groen
de stuifmeelkorrels zijn licht en glad
de meeldraden maken heel veel stuifmeelkorrels
de stempels zijn groot en veervormig