Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Aardrijkskunde hoofdstuk 1 - Wereldeconomie (Paragraaf 2 - Kantelt het…
Aardrijkskunde hoofdstuk 1 - Wereldeconomie
Paragraaf 2 - Kantelt het economisch wereldbeeld?
Goederenprodcutie op drift
Het aandeel steeg in de
Bricslanden
De verschuiving komt door de wEsterse landen:
Westerse mno's verplaatsen hun maakindustire naar de
lagelonenlanden
. De landen ontwikkelen zich ook steeds beter door goede scholing. Diensten worden ook verplaatst.
De opkomende landen vormen een interessante afzetmarkt. De koopkracht neemt toe.
Handelspatronen verschuiven
Een stuk van de wereldhandel verschuift van de centrumlanden naar de landen in de periferie en vooral semiperiferie. Oorzaken voor de toegenomen wereldhandel:
Het transport van goederen is veel sneller en goedkoper geworden. Spullen komen
just in time
De handelsgrenzen verdwijnen steeds meer.
De opdeling van de
productieketen
, de weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct.
Het gevolg van al deze ontwikkelingen ^ is de
globalisering
Global shift
De centrumlanden spelen de eerste viool in de wereldeconomie. Maar het economisch zwaartepunt verschuift.
Global shift
We zijn wellicht op weg naar een
multipolaire wereldeconomie
, een economie waarbij op meerdere plaatsen in de wereld belangirjke economische kerngebieden liggen.
Paragraaf 4 - Ontwikkeling in verschillende snelheden
Ontwikkeling
Soms zijn landen arm door interne oorzaken en soms door externe oorzaken.
Interne oorzaken
Je kunt de interne oorzaken ondershcieden in twee categorieën:
1 Natuurlijke oorzaken
De natuur zit mee of tegen
De ligging, een land met zee heeft een betere uitgangspositie dan een land dat
landlocked
is.
2 Menselijke oorzaken
Het
politieke systeem
, de wijze waarop het land wordt bestuurd. De elite onderdrukt de bevolking om de macht en rijkdom te behouden. Een krachtige overheid zorgt voor rust en belangrijke basisvoorzieningen
Bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw. Het geboortecijfer daalt wereldwijd maar in de arme landen groeit de bevolking nog te snel. In rijke landen vergrijzen mensen.
Mate van ongelijkheid. Als een land zich economisch ontwikkelt, neemt de sociale ongelijkheid toe. Sociale ongelijkheid druk je uit met de
Gini-Coëfficiënt
.
Externe oorzaken
Bij externe oorzaken moet je denken aan het soort realtie dat een ontwikkelingsland heeft met de rijke landen
Koloniaal verleden. Veel arme landen van nu waren vroeger
exploitatiekoloniën
. Ze leverden grondstoffen. De economie in deze landen staan in contrast met die van de VS of Australië. Deze vroegere
vestigingskoloniën
behoren nu allemaal tot de rijke landen in de wereld
Rol van een land in de wereldeconomie. De globaisering heeft voor mno's de wereld geopend. Landen in de periferie die niet aantrekkelijk izjn voor buitenlandse investeerders, moeten zich op eigen kracht ontwikkelen en dat is niet eenvoudig
Paragraaf 3 - Ontwikkelingen van de handelsstromen
Koloniale verhoudingen (1500-1950)
Gebieden die nauwelijks contact hadden met de buitenwereld worden door handelsstromen verbonden met Europa in twee periodes:
1500-1800: De fase van het
handelskolonialisme
. Er worden producten van het oosten naar Europa vervoerd.
1800-1950: De fase van het
industrieel kolonialisme
. Door de industrialisatie neemt de wereldhandel enorm toe, maar de handelsstromen verlopen steeds meer binnen het koloniale rijk.
Einde van een oude relatie (1950-1990)
De afloop van de Tweede Wereldoorlog levert twee belangrijke veranderingen op in de wereldorde:
1 De koloniën
dekoloniseren
zich.
2 De wereld wordt opnieuw ingedeeld, de
Koude Oorlog
. De westerse en communistische landen dreven vooral handel binnen hun machtsblok, de ontwikkelingslanden richtten zich op een van deze twee
Vrijhandel verandert de wereld (na 1990)
In 1989 wordt de wereldorde opnieuw opgeschud. De
vrijemarkteconomie
wordt het belangrijkste economische systeen op aarde. Een vrijemarkteconomie gedijt het beste in een wereld zonder handelsbelemmeringen (
vrijhandel
) Voordelen:
Een land kan zich specialiseren in de productie van de goederen of diensten.
Bedrijvenn hebben toegang tot buitenlandse afzetmarkten.
Nadeel: Bedrijven krijgen te maken met buitenlandse concurrentie en zullen dan soms failliet gaan. Na 1990 verliest het protectionisme snel terrein en gaat de
liberalisering
van de wereldhandel door.
Paragraaf 7 - Winaars en verliezers
Meedoen of achterblijven
Het moderne economische wereldbeeld levert een driedeling op:
2 Gebieden die de globalisering volgen. Dit zijn gebieden waar mno's bedrijven stichten, meestal om te profiteren van de lage lonen.
3 Gebieden die achterblijvenm. Dit zijn de verliezers. Hier krimt de economie of staat het soms wel stil.
1 GEbieden die de globalisering sturen, De VS, De europese Unie en Japan, de
triade
.
De
B
uit de BRICS
Na de staatsgreep in 1964 was Brazilië een dictatuur. De militaire leiders probeerden de industrialisering van de grond te krijgen door de importgoederen zelf te gaan produceren. Ook andere ontwikkelingslanden kozen in het verleden voor deze route van
importvervangende industiralisatie
.
Aanvankelijk levert deze strategie groei op, maar de kusnt is om tijdig over te schakelen anar
exportgerichte industrialisatie
.
vanaf 1995 stijgen de
buitenlandse directe investeringen
fors, het internationale bedrijfsleven krijgt vertrouwen in de Zuid-Amerikaanse reus. De educatie gaat goed in Brazilië
Door de snelle stijging van de prijzen en de lonen neemt de concurrentie vanuit lagelonenlanden toe. De arbeidsintensieve industrie heeft het moeilijk, vooral door de import van industriegoederen uit China.
De
I
uit de BRICS
Vanaf 1995 groeit de economie snel. India opent zijn grenzn voor de werledhandel en stromen buitenlandse investeerders toe. Als de jonge beroepsbevolking werk vindt, stijgt de koopkracht, groeit de binnenlandse afzetmarkt en komt er een groeispiraal op gang.
Paragraaf 8 - Afriaakse leeuwen en Aziatische tijgers
Groeistuipen
De snelle groei noemen we ook wel
Aziatische tijgers
. De eerste groep landen: Zuid-Korea. De tweede groei landen: Vietnam. Er is een belangrijke overeenkomst tussen Afrika en Azië. De steden groeien veel sneller en sociale onrust ligt altijd op de loer.
Mozambique: brengen de grondstoffen welvaart?
Mozambique heeft een paar sterke troeven in huis:
Gunstige ligging
Veel natuurlijke hulpbronnen
Een jonge bevolking met veel goedkope arbeidskrachten
EPZ's, bijvoorbeeld bij Maputo
Het gevolg is dat steeds meer buitenlandse bedrijven in Mozambique actief zijn.
Ondanks de economische groei is Mozambique nog steeds een arm land. Het leunt nog op ontwikkelingshulp. Naast deze
zelfvoorzienende landbouw
neemt het aantal buitelandse landbouwbedrijven toe. Zij produceren
handelsgewassen
voor de wereldmarkt.
Vietnam: de babytijger krijgt tanden
Vietnam groeit heel erg in de ontwikkeling. Hoe kun je deze metamorfose verklaren?
Vietnam is goed bereikbaar en ligt tussen de snelle groeiers in het noorden en zuiden.
Vietnam heeft een kustlijn van 1600 kilometer, er komen steeds meer toeristen.
Steeds meer buitenlandse bedrijven vestigen zich in Vietnam, door de lage lonen.
De overheid investeert in onderwijs en armoedebestrijding. De sociale ongelijkheid is redelijk laag.
Vietnam is communistisch in naam. De
planeconomie
schuift op naar een vrijemarkteconomie.
De gevolgen zijn dat de industrie een leidende rol overneemt van de landbouw, het verstedelijkingstempo gaat omhoog, de werkgelegenheid stijgt en overal wordt gebouwd. Waar gebouwd wordt is vooruitgang.
Paragraaf 10 - Winnaars en verliezers in Nederland
Positie in de wereld
Nederland is in 2013 de meest open economie ter wereld. De mate van moniale verbondenheid van een land lees je af aan de
globaliseringsindex
. Wil je hoog eindigen op dit lijstje, dan moet je goed scoren op het gebied van internationale handel, investe
Eindhoven, de slimste
Oost-Groningen, krimpgebied met mogelijkheden
Paragraaf 9 - Winnaars en verliezers in Europa
Verschillen in Europa
Door de globalisering zijn in de opkomende industrielanden uit het niets nieuwe industriegebieden ontstaan.
De regio moet op zoek naar een nieuwe economische basis. Die omvorming noem je
herstructurering
. We zoomen in op het Ruhrgebied.
Ruhrgebied: van grauw naar groen
Het Ruhrgebied stuende een lange tijd eenzijdig op de mijnbouw en staalindustrie.
Mijnen gaan dicht, hoogovens worden stilgelegd, staalfabrieken sluiten, werkeloosheid loopt op.
Je kunt spreken van
de-industrialisatie
. Een paar troeven:
Het is prima bereikbaar.
Het heeft een, vooral technisch, goedgeschoolde arbeidsmarkt.
Het vormt een grote afzetmarkt.
Er zijn universiteiten geopend.
Er zijn musea en bezoekerscentra gebouwd.
De draai naar een economische basis is wel gemaakt.
Zuid-Duitsland: meer dan Bayern alleen
Zuid-Duitsland is het trekpaard van de Duitse en Europese economie. Hier vind je een hoge concentratie aan hoogwaardige
kapitaalintensieve
industrieën, die vooraal zijn gericht op export.
We spreken van een
agglomeratievoordeel
als bedrijven er voordeel bij hebben om bij elkaar in de buurt te zitten.
Hieromheen ontwikkelt zich een hele schil van financiële en zakelijke dienstverlening en wetenschappelijke instituten die op een hoogopgeleide beroepsbevolking leveren.