Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
John Stuart Mill (1806-1873) (utilitarisme van Mill :red_cross…
John Stuart Mill (1806-1873)
bio
vader van Mill was een vriend van Bentham
kreeg strenge opvoeding
leed op 20 jaar aan depressies
utilitarisme van Mill :red_cross:utilitarisme Bentham
nam afstand van Bentham: deed te veel beroep op rationele vermogen i.p.v. emotionele
deed herziening van Bentham's utilitarisme: UTILITARISM (1861)
Bentham:loutere genotscalculus = alleen kwantiteit
MILL maakt geen eenvoudig rekensommetje
waarde van het genot wordt niet kwantitatief bepaald maar kwalitatief: volgens MILL: kwaliteit is beter dan kwantiteit
nut volgens BENTHAM:dictatoriale overheid die vrijheden vertrapt en die onschuldigen vastzet in het belang van de gemeenschap voorbeeld: één man doodschieten als daarmee 10 mensen gered kunnen worden
nut volgens MILL: grootste geluk enkel bereikt door minimale tussenkomst overheid + maximale individuele vrijheid
basis van moraal
principe van het grootste geluk
genot = afwezigheid van pijn
pijn = het ontbreken van genot
basis = idem Bentham
handelingen
vals als ze het tegendeel van geluk bewerken
juist als ze het geluk bevorderen
argumenten van tegenstanders weerleggen
mensen hebben hogere vermogens dan de dieren
genoegens/deugd : intelligentie, morele gevoelens, verbeelding
waarde van de genoegens
genietingen kunnen kwalitatief vergeleken worden
kwalitatief hogere genoegens & kwalitatief lagere genoegens
lagere genoegens: eten, sex (i.v.m. het lichaam)
hogere genoegens: literatuur, klassieke muziek, opera (i.v.m. het intellectueel
mensen zullen NIET verlangen naar de genoegens van de dieren, de schurk, de domoor: dit heeft te maken met de zin voor waardigheid
we doen beroep op onze ervaring/kennis om waarde te bepalen
verschil tussen mensen
mensen met hogere genoegens: zij hebben besef van het onvolmaakte van hun geluk :--> gevoeliger voor lijden
mensen met lagere genoegens: zullen tevreden zijn zonder het besef van het onvolmaakte ervan:
CENTRAAL in het utilitarisme van Mill
niet het geluk van de actor, maar wel het geluk van de betrokkenen staat centraal = ZELFOPOFFERING
belang van het individu moet wijken voor belang van de gemeenschap
bv. beroep kiezen dat bijdrage levert aan de maatschappij
Mill en vrijheid
"On liberty"
overzicht van enkele vrijheden
vrijheid van handelen
vrijheid van denken en voelen
vrijheid om zich te verenigen vrijheid van geweten
vrijheid van opinie
:red_cross:vrije meningsuiting: = niet vrij omdat ze ook andere mensen treft --> wel vrijheid van opinie
principe van non-interventie (schadebeginsel)
samenleving intervenieert rechtvaardig in de vrijheid van haar leden om zichzelf te beschermen
doel: voorkomen van schade aan de maatschappij (aan anderen)
:red_cross:onrechtvaardige tussenkomst
beroep doen op morele, fysieke goed van het individu
individu kan niet gedwongen worden iets te doen wat ze niet wil, met als reden dat het volgens opinie van andere beter is om iets anders te doen
men mag discussiëren, smeken, prbberen te overtuigen MAAR NIET DWINGEN
vrijheid mag alleen beperkt worden voor zover dat nodig is NIET de morele en fysische vrijheid van het individu
individu is soeverein over lichaam en geest
Mill doet pleidooi voor
vrije meningsuiting
ontwikkeling van de individualiteit
onderscheid tussen handelingen
kritiek/afkeer
= doctrine voor de zwijnen
= laag en gemeen
er is een nobel en beter genoegen dan verlangen
hel leven moet een hoger doel hebben dan alleen genot