Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Furr, R.M. & Bacharach, V.R. (2014). Psychometrics: An introduction.…
Furr, R.M. & Bacharach, V.R. (2014). Psychometrics: An introduction. Second Edition. Hoofdstuk 4
Testdimensies
Hoeveel dimensies worden er gereflecteerd?
1: Unidimensionaal
Conceptual homogeneity: scores reflecteren 1 construct
Meerdere
Gecorreleerd?: Higher-order factors
Verschillende subtesten reflecteren 1 construct
Onafhankelijk?
Subtesten meten verschillende constructen
Bijvoorbeeld persoonlijkheid (extraversie en neuroticisme etc.)
Beoordelen van dimensionaliteit
Factoranalyse
Alle items correleren = unidimensionaal
Sets van sterk gecorreleerde items = multidimensionaal
Manieren: EFA met software
Roteren van factoren
Orthogonaal: Genereert factoren die ongecorreleerd zijn
Oblique: Zowel gecorreleerd als ongecorreleerd (voorkeur)
Bestuderen van factor loadings
Lopen tussen -1 en 1
Bij orthogonaal: correlatie tussen item en factor
Bij oblique: Unieke associatie
Grootte en richting belangrijk
Selecteren van aantal factoren
Verschillende matrixen
Pattern matrix: Unieke associaties
Structure matrix: Correlaties tussen item en factoren
Factor matrix: gegevens voor het roteren
Simple structure: item beïnvloed door 1 factor
Eigenvalues
Onderzoeken relatieve verschillen
Screeplot beoordelen
'Eigenvalue larger than 1' regel