Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Niveaus in groepen (TGI: Thema gecentreerde interactie (Cohn 1979) (Balans…

- - - - Interventies
        
        Luisteren en samenvatten
        
        Informatie geven / opvragen
        
        Meningen geven of vragen
        
        voorstellen doen of opvragen
        
        Deskundigheid tonen
        
        Aansluiten
  - - - Interventies
        
        Programma of agenda aanbieden
        
        Informatie vooraf versturen
        
        Regels voor participatie vaststellen
        
        Uitleg bij opdrachten
        
        Storingen soms voorrang geven
        
        Grenzen stellen
        
        Veilige werkvormen kiezen
        
        Afwisseling aanbrengen in de werkvormen
        
        Timing en tijdsbewaking
        
        Onzichtbare interventies
        
        Hulpmiddelen inzetten
        
        Gastsprekers
        
        Koffie en thee regelen
  - - - Methodieken
        
        Groepswerk
        
        Groepstherapie
        
        Teambegeleiding
      - Interventies
        
        Goede kennismaking
        
        Gebruik maken van subgroepjes
        
        Aansluiten bij ervaring en beleving
        
        Veilig klimaat bevorderen
        
        Open communicatie stimuleren
        
        Kritiek/ weerstand accepteren
        
        Kritiek op leider accepteren
        
        Heretiketteren
        
        Groepseenheid en cohesie bevorderen
        
        Aan de orde stellen van geheime/ verborgen agenda's
  - - - Acceptatie
      - Feedback een confrontatie
      - Persoonsgericht interventies
      - Openheid
      - Experimenteerzin
      - Voorbeeldfunctie
      - beschermingsinterventie. Speciale ingreep, werkt ook door op interactieniveau
  - - - integriteit, loyaliteit, openheid
      - Respect voor anderen
      - Bevorderen autonomie
      - Bevorderen kernkwaliteiten
      - Professionele en sociale compenties
      - Authenticiteit
  - - - Dood en wedergeboorte
      - Vruchtbaarheid en ontwikkeling
      - Schuld en boete
      - Lijden en hoop
      - Lotsbestemming en bepaling
      - orde scheppen in chaos
      - strijd om volwassenheid en autonomie
      - ontsnapping en troost
      - De weg van de held
      - Liefde en broederschap
    - - Loyaliteit/ verraad
      - levensdrift/ doodsdrift
      - flexibiliteit/ orde en structuur
    - - Groep wordt soms beleefd als een microkosmos. Als een goed verzorgende moeder of als een herbeleving van een vroegere conflictsituatie
        
        Beeldspraken
        
        Moord op de groepsleider
        
        Kannibalisme
        
        Groepsorgie
        
        3 thema's die ook in gewone groepen kunnen voorkomen
        
        Aanval op de leider
        
        De bevrijding
        
        Nieuwe revolte (opstand)
        
        Eerst de leider om zeep brengen om daarna de kwaliteiten van de leider eigen te kunnen maken
      - Archaïsch niveau (Goossens 1990)
        
        Wanneer onze oerbeelden rond mens zijn in het geding raken
        
        Auschwitz, oorlog, martelingen
        
        Krijgen van een verstandelijk gehandicapt kind
  - - - fundamentele angst
      - onzekerheid
      - onmacht
      - Zingevingsvragen
    - - Door het delen van deze ervaringen en gevoelens met de groep ontstaat een gevoel van verbondenheid.
    - - Contacten en ervaringen die de persoon diep raken en nog doorwerken in zijn persoonlijke leven
      - Kunnen confronterend zijn maar ook ontwikkelingskansen bieden
      - Kan eigen bewustwording creëren van eigen levenstaak
  - - - De persoonlijke biografie
        
        Individuele belevingen en problemen vaak een gevolg van een vals zelfbeeld en dragen vaak een maatschappelijke dimensie in zich mee
        
        Groep kan kiezen voor een verdieping op contextniveau met een sociaal historische aanpak waarbij aandacht is voor de persoonlijke biografie en socialisatie
      - Cultuur waarin wij leven
      - De maatschappij
      - Omringende organisatie waarin we leven en werken
      - De groep waar we deel van uitmaken
      - De tijd waarin we leven
- - - - De informatie, de inhoud, het bericht
      - Wie heeft er gelijk?
    - - Hoe het bericht moet worden opgevat
      - de zender definieert hiermee zijn relatie tot de ontvanger
      - Communicatieproblemen vaak op betrekkingsniveau
      - Wie krijgt er gelijk