Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Economie Hoofdstuk 3 (Paragraaf 3.2 (Automatisering (Is als bij het…
Economie Hoofdstuk 3
Paragraaf 3.1
Produceren
Het maken van goederen, of het leveren van diensten.
-
-
-
-
Paragraaf 3.3
-
-
-
Bedrijfskosten
Kosten die de ondernemer moet maken, bijvoorbeeld huur, loon en reclame.
-
Paragraaf 3.4
-
Maatschappelijke kosten
De kosten van milieuvervuiling die niet worden betaald door de vervuiler, zoals de uitstoot van uitlaatgassen.
Paragraaf 3.1
Bedrijven produceren goederen of leveren diensten. Voor het produceren van een product zijn vaak meerdere bedrijven nodig. De bedrijven die betrokken zijn bij de productieweg van een product, vormen de bedrijfskolom. Bedrijven die een product produceren, zijn industriële bedrijven.
In een dienstverlenend bedrijf worden diensten geproduceerd. Als een bedrijf iets toevoegt aan een product of een dienst levert, noemen we dat de toegevoegde waarde. De belastingdienst heft belasting over de toegevoegde waarde, de btw.
Bedrijven die ongeveer hetzelfde product of dezelfde dienst leveren, zijn elkaars concurrenten. De strijd tussen bedrijven om klanten te winnen, wordt concurrentie genoemd.
Paragraaf 3.2
De productiefactoren zijn natuur, arbeid en kapitaal. als bij de productie machines worden gebruikt, dan noemen we dat mechanisatie. Als bij het produceren een computer wordt gebruikt, noemen we dat automatisering. Door mechanisatie en automatisering wordt de productiefactor arbeid vervangen door de productiefactor kapitaal.
Investeren is het aanschaffen van kapitaalgoederen, machines en computers, voor de productie. als een arbeidskracht hierdoor meer producten kan maken in dezelfde tijd, is de arbeidsproductiviteit hoger geworden. bedrijven met veel arbeidskrachten zijn arbeidsintensief en bedrijven met veel machines zijn kapitaalintensief.
Paragraaf 3.3
Een ondernemer wil graag weten of hij winst maakt. Daarvoor moet hij een aantal dingen weten: allereerst de verkoopwaarde van zijn producten in een bepaalde periode. Deze omzet of verkoopwaarde berekent hij met de volgende formule: omzet = afzet x verkoopsprijs. De afzet is het aantal verkocht producten. De verkoopprijs is de prijs exclusief btw.
De brutowinst = omzet - inkoopwaarde. Als de ondernemer daar ook nog de bedrijfskosten afhaalt, houdt hij de nettowinst over. Als de bedrijfskosten hoger zijn dan de brutowinst, maakt de eigenaar verlies en kan hij failliet gaan.
Paragraaf 3.4
Het produceren van producten is niet altijd goed voor het milieu. Daarom heeft de overheid een aantal strenge regels opgesteld waar ondernemers zich aan moeten houden. In Nederland geldt het principe 'de vervuiler betaalt'. Daarom investeren bedrijven om hun producten op een milieuvriendelijke manier te produceren. De kosten van milieuvervuiling die niet worden betaald door de vervuiler,m zoals de uitstoot van uitlaatgassen, noemen we maatschappelijke kosten.
Sommige bedrijven maken gebruik van hergebruik zij recyclen producten of grondstoffen. Duurzaam betekent dat je producten en diensten levert die geen schade opleveren voor mensen en hun omgeving, ook niet in de toekomst.
-
-