Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Natuurkunde proefwerk in de toetsweek (1 februari t/m 7 februari 2018…
Natuurkunde proefwerk in de toetsweek (1 februari t/m 7 februari 2018
Paragraaf 1
De elektriciteitscentrale
De branders verbranden aardgas, steenkool en andere brandstoffen. De vrijkomende warmte verhit het water in de ketel. Hierdoor ontstaat stoom. De stoom spuit met grote snelheid tegen de schoepen van de turbine. Daardoor gaat de as van de turbine draaien. De as van de turbine drijft een generator aan die elektrische energie gebruikt. De afgewerkte stoom wordt nu afgekoeld in de condensor. Hier wordt de stoom waterdamp. Het koelwater komt meestal uit een rivier. Als dat er niet is dan wordt er een koeltoren gebruikt. Bij kerncentrales wordt er energie opgewekt door het splijten van zware atomen.
De dynamo en de generator
Een dynamo of generator zet bewegingsenergie om in elektrische energie. Een spoel is een gewikkeld stuk metaaldraad. Als het magnetische veld in de spoel verandert, ontstaat er een spanning tussen de uiteinden van de spoel. Dat heet inductie. De opgewekte spanning heet inductiespanning. Deze spanning is niet constant. Als het een gelijk toerental in ontstaat er een patroon. Dit heet wisselspanning.
Elektrisch vermogen
De hoeveelheid geleverde energie per seconde noem je het vermogen. Het vermogen hangt af van de geleverde spanning en stroom.
Elektrische energie
Energie kan niet verdwijnen. Het energiegebruik bereken je door het vermogen te vermenigvuldigen met de tijd.
De kWh-meter
Met de kWh-meter meet je het gebruik aan elektrische energie.
Elektrische energie vervoeren
Transportverliezen
Doordat er onder hoge spanning elektrische energie door de kabels loopt, worden de kabels warm en gaat er energie verloren. Energieverlies hangt af van de geleverde spanning en stroom.
Elektriciteitsnet
De energie wordt met hoogspanning vervoerd naar het transformator station. Daar gaat het 10Kv. In de transformator huisjes gaat het naar de netspanning van 230V. Het
De spanning van het lichtnet
Het lichtnet levert geen onveranderlijke gelijkspanning. Maar een effectieve spanning
De werking van een transformator
Met een transformator kun je lage wisselspanning omzetten in hoge en andersom. De primaire spoel wordt verbonden met het lichtnet en de secundaire spoel met het apparaat. Als de transformator in gebruik is, loopt er een wisselspanning door de primaire spoel. Die wordt daardoor een elektromagneet. Doordat de stroom steeds van richting verandert, doet het opgewekte magneetveld dat ook. De weekijzeren kern wordt hierdoor gemagnetiseerd. De magnetisering verandert mee met de primaire spoel. 100 keer per seconde. Het magneetveld van de secundaire spoel veranderd ook steeds.
De ideale transformator
Hierbij is helemaal geen energieverlies
Elektriciteit in huis
Risico op brand
Bij een stroomsterkte groter dan 16 A kan er brand ontstaan. Bij overbelasting in de stroomsterkte zo groot doordat er te veel apparaten tegelijk aanstaan.
Hoofdstuk 4 paragraaf 1
Energie-omzettingen
Als je bijvoorbeeld chemische energie omzet in warmte heet dat een energie-omzetting. Van deze omzetting kun je een energie-stroomdiagram maken. De wet van behoud van energie geeft aan dat de totale hoeveelheid energie niet verandert. De kwaliteit van een energiesoort geeft aan hoe bruikbaar een energiesoort is.
Warmte en temperatuur
Als de temperatuur daalt, neemt de gemiddelde snelheid van de moleculen af. Er moet dus een temperatuur zijn waarbij de moleculen stil liggen. Dit is bij het absolute nulpunt.
Soortelijke warmte
Met de warmtemeter kun je nauwkeurig meten hoeveel warmte er nodig is voor het verwarmen van een vloeistof. De hoeveelheid warmte die nodig is om 1 gram van een stof 1 graad celcius te laten stijgen heet de soortelijke warmte.