Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

hoofdstuk 2: observeren (observeren (2.4 observatiefouten (2.4.6 Halo- en…

- - - - sociaal
      - psychisch
      - fysiek
      - existentieel
    - - agresief gedrag
      - competitief gedrag
      - helpend gedrag
      - teruggetrokken gedrag
      - dominant gedrag
      - afhankelijk gedrag
      - meewerkend gedrag
      - opstandig gedrag
    - - grote intensiteit van een gedragsvorm
      - gedrag is onaangepast aan de leeftijd
      - rigide gedragspatroon
  - - - geef zelf het goede voorbeeld, als het kind je op een leugen betrapt geef dat dan ook toe
      - probeer uit te zoeken waarom het kind liegt
    - - voer een gesprek met het slachtoffer
        
        b. bepaal het no blame-groepje
        
        c. het slachtoffer maakt zelf geen del uit van het no-blame groepje
        
        a. luister
      - organiseer een eerste bijeenkomst met de leden van het NO BLAME- groepje
      - leg het probleem uit
      - deel de verantwoordelijkheid
      - vraag naar de ideeën van elk groepslid
      - laat het aan de groep over
      - houd een gesprek met elk lid afzonderlijk
- - - - de situatieschets
        
        de onderzoeker bepaalt plaats en tijdstip van de observatie
      - de onderzoeksvraag
        
        de onderzoeker kan een concrete onderzoeksvraag formuleren, wat wil je bestuderen
      - de motivatie
        
        de onderzoeker kan de aanleiding, het waarom van de observatie formuleren
    - - gebruik doe-werkwoorden
      - druk zoveel mogelijk feiten in getallen uit
      - vermijd weinig zeggende woorden
      - noteer niet wat iemand niet doet
    - - het bevat geen meningen
    - - lang genoeg observreren
      - in meerdere soortgelijke situaties observeren
      - meerdere observatiewijzes hanteren
  - - - observatiewijzes
        
        niet-participerend
        
        open
        
        participerend
        
        gesloten
      - voor- en nadelen van observatiewijzes
        
        participerend
        
        nadelen
        
        de observator kan zijn observaties niet meteen registreren, er is dus een grotere kans op vergeten
        
        biased viewpoint effect, de observatie wordt beïnvloed door de rol van de obserator
        
        controle-effect, de observator kan hetgeen hij probeert te observeren beïnvloeden
        
        voordelen
        
        de observator kan zich beter inleven in de situatie
        
        de observator kan de situatie sturen om de gewenste situaties te observeren
        
        de observator valt minder op
        
        niet-participerend
        
        nadelen
        
        de observator kan zich moeilijker inleven in de situatie, hij kan enkel vanuit theoretische kennis intrepreteren
        
        de observator kan opvallen
        
        de observator s afhankelijk van het toeval in wat hij te zien krijgt
        
        voordelen
        
        de observator hetgeen hij probeert te observeren moeilijk beïnvloeden
        
        de observatie kan door meerdere observatoren worden gedaan
        
        de observator kan zijn observaties meteen registreren
        
        open
        
        voordeel
        
        eelijkheid naar de proefpersoon toe
        
        nadeel
        
        hawthorne-effect: proefpersonen worden beïnvloed doordat ze weten dat ze deelnemen aan een onderzoek
        
        gesloten
        
        voordeel
        
        de proefpersonen worden niet beïnvloed door de gedachte dat ze deelnemen aan een onderzoek
        
        nadeel
        
        niet eerlijk naar proefpersonen toe
  - - - je kan veranderingen opmerken
      - je kan een positieve/negatieve evolutie opmerken
      - door te observeren kan je
        de geobserveerde persoon beter leren kennen
      - je kan beter informatie doorgeven aan anderen
    - - moeilijkheden van zowel fysieke, psychische, sociale of existentiële aard kunnen hierdoor tijdig opgemerkt worden en daardoor opgelost worden
      - met een goede observatie wordt zoveel mogelijk informatie verzamelt om tot een goede zorg te komen.
  - - - is het effect van de eerste indruk op latere indrukken
    - - is het indelen van de personen in categoriën
    - - kenmerken van één persoon, toepassen op een groep
    - - een vooringenomen emotie over een sociale categorisatie
    - - hallo-effect
        
        een positief kenmerk straalt over een persoon
      - horn-effect
        
        een negatief kenmerk straalt over een persoon
    - - het verschijnsel waarbij we wennen aan een prikkel waardoor, de prikkel minder opvalt
    - - het verschijnsel waarbij we ons irriteren aan een bepaalde prikkel waardoor, de prikkel ons meer opvalt
    - - het verschijnsel valt sterk op door het contrast waarin het word waargenomen
    - - het verschijnsel valt minder op door de achtergrond waarin het word waargenomen
- - - - observeren is het bewust, doelgericht, nauwkeurig, systematisch en objectief neerpennen van het gedrag van een persoon.
    - - registreren
      - rapporteren
      - intrepreteren
      - observeren
      - warnemen
  - - - verklaren van geobserveerde gegevens
  - - - definitie
        
        iets via de zintuigen binnenkrijgen
      - zintuigen
        
        reuk: neus
        
        tastzin: huid
        
        smaak: tong
        
        gezicht: ogen
        
        gehoor: oren