Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Sancties/Controle (De 7 gordels van sociale controle (buffers van sociale…
Sancties/Controle
De 7 gordels van sociale controle
buffers van sociale interactie
storende gedrag wordt afgezwakt door anderen, dus anderen sanctioneren hierbij. Door bv humor, of een afwachtende houding
Integratie in een veld van gesanctioneerde verwachtingen
heeft te maken met rollen, hoe anderen van je verwachten dat je je gedraagt. Voorbeeld huizenbezit --> dit moet je afbetalen
Uitlaatkleppen
Situatie waar je even wel over de streep mag gaan, zoals carnaval
Zelfdwang, socialisatie, internalisering
Expliciet, maar informeel sanctioneren
Het is duidelijk dat er wordt gesanctioneerd tov alle andere gevallen, zoals dreigen met zakgeld ontnemen
Routine, sleur en slenter
routine van gedragspatronen die horen bij je rol
Formele sancties, politie en gerecht
Sanctie = bij alle overtredingen van normen wordt er gesanctioneerd
belonen / straffen zijn vormen van sancties
dit verschilt per personen en culturen en door de tijd heen
Vrijheidsberoving = in sommige culturen kan je je hier van vrij kopen als je gevangen zit
met basisbehoeften kan iedereen gestraft worden door ontzegging
voorbeeld = gevangenis --> ontzegging van vrijheid
Sanctie = geld betalen, taakstraf, vroeger moest je ook bezit afstaan.
Lijfstraffen = in westen werd dit vroeger geaccepteerd en bestaan nu nog in Singapore.
Sancties voor gedrag in publieke ruimte = In Singapore een boete voor als je iets op de straat gooit, in Nederland niet.
Medicalisering = je zoekt nu naar de gedachte achter de ziekte.
van brandstapel naar therapie. van gevangenis naar TBS
Foucoult = controle gebouwd op zachte vezels --> je moet niet te hard straffen en gedrag sturen
goddelijke, natuurlijke sancties vs sancties opgelegd door de staat en door mensen zelf
interne sancties
overtuiging/gevoel. --> dit is het beste voor het individu
externe sancties
Via handelingen van anderen, het is jouw plicht / het is een zonde. Dit vindt de externe partij van jou
vorm van sancties
positief
plezier
negatief
pijn
Parsons
figuur 8.3 in het boek
hij legt de link tussen positieve/negatieve sancties en de interne/externe sancties.
Sanctioneren is meer dan belonen en straffen --> er wordt over het hoofd gezien dat mensen streven naar gemeenschap en waarde
naast 'natuurlijke' behoefte hebben mensen 'sociale' behoeften
intern + negatief = schuldgevoelens en uitsluiting
intern + positief = gemeenschap en solidariteit
extern + negatief = straf
extern + positief = beloning
dus extern negatief is straffen, en extern positief is belonen.
sancties vereisen controle
van binnen naar buiten, van informeel naar formeel, van ongeschreven naar geschreven regels.
Van dwang en belang naar drang en onderhandeling
Conflictsociologie
regels komen tot stand door dwang en bepalen machtsverhoudingen
Structureel functionalisme
regels kunnen ook worden geinternaliseerd
normen (dus ook beloning en straf)
Utilaristisch individualisme
regels/staat zijn nodig (in ieders belang)
beloning en straffen --> individu wil zo veel mogelijk plezier en min mogelijk pijn
Symbolisch interactionisme
regels worden breed gedeeld en geinterpreteerd, maar kunnen ook opnieuw worden bepaald in interacties
interpreteren, stigma, patronen doorbreken – individuen passen gedrag aan als ze daar andere reacties op krijgen dan ze hadden verwacht
Het ash experiment
Groepsdruk waardoor je twijfels aan je gezonde verstand
Mensen laten zich beïnvloeden door erbij te willen horen = positieve sanctie
je kan twijfelen over de lengte van de lijn als andere daar iets anders over zeggen dan jij denkt
Mensen passen zich aan bij groepsdruk, autoriteit, onduidelijke taak, incomplete informatie
Theorieën over beinvloeding
Salganik & Watts = social learning theorie / learning theorie
bevestigd dat we ons aanpassen aan anderen
toepassing op culturele markten = omgeving gemaakt waarin mensen konden zien van elkaar hoe veel muziek ze downloaden en gingen dan zich daar op aanpassen en dat ook doen
Theorieën voor criminaliteit
Crimineel zijn = alle handelingen die tegen de wet ingaan als de sturing niet lukt
Hier is ook verandering bij door modernisering : dingen worden nu wel crimineel gezien tov vroeger (verkrachting in het huwelijk, huiselijk geweld)
Verschillen tussen culturen
in NL in sommige streken wel een boete voor wildplassen, andere niet. In Singapore boete voor kauwgom op straat gooien, in NL niet.
Waarom zijn deze verschillen er?
UI = behalen van voordeel
SI = symboliek, interpretatie
CT = machtsverschillen, ongelijkheid
SF = normen, functionaliteit (bv gelijkheid mannen/vrouwen)
Wie wordt crimineel?
discussie nature (genen) / nurture (omgeving)
nature = van fenotype naar genotype EN nurture = van sociale controle naar criminele netwerken, carrieres, en de invloed van directe omgeving.
Anomie = Strain theory (Merton)
Discrepantie (afwijking) tussen doelen/criteria van succes in de maatschappij en de middelen die sommigen hebben om deze doelen te bereiken
Het knaagt aan mensen dat ze niet hetzelfde kunnen bereiken als anderen
aanmoediging vanuit de omgeving tot crimineel gedrag als niemand deze middelen heeft rondom jou = reversed social control effect
in sommige lagen van de samenleving wordt dit als normaal gezien, voorbeeld belasting ontwijkend gedrag waardoor anderen worden aangemoedigd om dit ook te doen
de sociaal gewenste gedragingen worden dan niet in deze cultuur uitgevoerd
Je laat alle legitieme middelen (geld/opleiding/baan) schieten om deze doelen te bereiken
de strain = de spanning tussen doelen en middelen leidt tot de volgende gedragingen
Innovatie = ik accepteer de sociaal bepaalde doelen, maar ik heb de middelen niet
Ritualisme = Je weet niet meer waarom je het doet, je laat de doelen varen. Je blijft heel de tijd werken, hulpbronnen (middelen) die je hebt die houd je
Retraitisme = doelen en middelen niet accepteren. Je gaat je van de samenleving afsluiten
Rebellie = Nieuwe doelen en nieuwe middelen om de samenleving te veranderen
conformiteit = aanpassen en de strain negeren. Je doet het via legale middelen en sociaal bepaalde doelen
in innovatie is de meeste criminaliteit en in retraitisme is de meeste uitsluiting
macro theorie = Sociale disorganization (Shaw and Mckay) = Collective efficacy (Sampsom), Broken windows (Wilson & Kellig)
Zoek het niet in de persoon, maar de ruimtelijke omgeving. Hoe deze is ingericht. Falen van gemeenschap en omgeving niet individu.
Voorbeeld = Gebieden waar weinig woningen en veel winkels zijn, is meer criminaliteit --> hier is weinig controle en hier moeten dus dingen worden veranderd.
functionalistische gedachte = buurt kan zichzelf niet organiseren, dat moet gedaan worden door orde.
buurten functioneren niet als
mensen vaak verhuizen (fluctuatie)
de samenstelling van de bevolking heterogeen is
er veel armoede heerst
deze drie dingen beinvloeden ook collective efficacy --> gevolg is sociale wanorde (criminaliteit) en fysieke wanorde (verloedering)
signaal (een cue) van disorganisatie en ontbrekende sociale controle dat niemand er iets om geeft = straat met gebroken ramen
broken glass window theory (verlengde van social disorganization en collective efficacy)
dit leidt tot sociale wanorde en fysieke wanorde
1 more item...
collective efficacy = waarom werkt dit niet op macro niveau?
in een wijk die zichzelf niet kan organiseren, zijn mensen het gevoel kwijtgeraakt dat ze iets samen kunnen bereiken of dat ze zelf de omgeving naar de hand kunnen zetten.
Niemand grijpt meer in als er iets gebeurt (bij bv hangjongeren) want het sociale cohesie gevoel is afgenomen.
Social control theory (Hirshi, Junger-Tash)
Alle theorieën die de oorzaak van crimineel gedrag zien in het ontbreken van interne en externe controle
gebrekkige bindingen leiden tot het ontbreken van internalisatie van regels --> verband met SF
Je moet leren van anderen dat je niet mag stelen (je bindingen). Als je dit niet leert dan komt dat door gebrekkige bindingen met ouders/leraren.
fout ligt bij het individu, jij gaat zelf geen goede bindingen aan en daarom ontspoor je.
Zelf leer je geen normen te internaliseren en de sancties niet.
Differentiele associatie (Sutherland)
Criminaliteit ontstaat door binding aan bepaalde anderen
Crimineel gedrag wordt geleerd in interactie met anderen (link met symbolisch interactionisme)
in deze interactie leer je criminele vaardigheden en dan word je zelf ook crimineel.
Rationele keuzetheorie
Labeling theorie