Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Methoden en Technieken literatuur hoofdstuk 4 (Verschillende soorten…
Methoden en Technieken literatuur hoofdstuk 4
Verschillende soorten onderzoeken
observationele methode
fysiologische methoden
Zelfrapportages
Archiefmateriaal
Oberservationele methoden
3 keuzes
Natuurlijke of kunstmatige omgeving?
Naturalistische observatie
Natuurlike omgeving, grijpt niet in.
Participantieobservatie
Wetenschapper doet mee met het gedrag en observeert, kan minder objectief worden/gedrag beïnvloeden (onbewust)
Kunstmatige observatie
Situatie is speciaal ontworpen. (lab, in scene zetten)
Weten dat ze geobserveerd worden?
Ongemaskerd
Men weet dat ze geobserveerd worden
Regearen op een minder natuurlijke manier
Reactivity
Gemaskerde observatie
Men weet het niet
Neem etische vragen met zich mee -> deels , men weet en tekent dat ze mee doen, maar weten niet voor welk kenmerk.
Indirecte wijze -> Knowledgeable informants (vragen aan vrienden, ouders..)
Uitvoeren van een onopgemerkte meting (
unobstructive measures)
->Men weet niet dat ze meedoen, kijken naar omgeving -> lege bierflesjes tellen
Hoe wordt het gedrag gemeten?
Narrative (verhaal)
Volledige beschrijving van gedrag, field notes (samenvattingen) Om het te analsyeren -> inhoudsanalyse gedaan.
Checklist
specifieke gedragingen, komt het voor ja of de nee
Tijdsmeting
Tijd tussen 2 gedragingen
Latency
-> reactietijd
Task completion time
hoeveel tijd nodig om een taak af te maken.
Interbehavior latency
tijd tussen eerste gedrag en tweede gedrag.
Duur (duration) Hoelang men oogcontact heeft
Observationele beordelingsschalen
Kwaliteit en intensiteit, 1,2,3 schalen -> subjesctiviteit
Sprake zijn van interrater reliability -> hoger door gedefinieerde operationele definitiets, van te voren praten over codering gedragingen
Fysiologische methoden
5 categorieen
Metingen van neurele elektrische activiteit, EEG scans (hersengolven gemeten) of op de spieren, wat daar mee gebeurt
Neuroimaging, hoe de hersenen in elkaar zitten, en wat ze doen. Structurele ( fysieke structuur) Functionele (activiteit, FMRI)
Activiteit van het autonomisch zenuwstelsel (bloeddruk,hart,temp)
Bloed en speeksel (analyseren
Uiterlijke responsen (blozen, dingen die je kan zien van buiten)
Zelfrapportages
Vragenlijst (op papier)
Minder training nodig, goedkoper, minder tijd, anoniem
interviews (worden gevraagd) Handig als men geen vragenlijst in kan vullen -> meer info
Beide -> single item en van multi item meetinstrumenten, Single gaat het om 1 los ding en multi hoort het bij elkaar
Bias
Sociaal wenselijk
Goedvinden -> snel het eens zijn
Afwijzen -> snel oneens
Archiefmateriaal
Bestaande data te analyseren
handig als het over het verleden gaat
Verklaren door de jaren heen
Sommige onderwerpen noodzakelijk
Die eerder voortgekomen moet zijn
Grote hoveelheid data van de echte wereld
Moet snel tevreden zijn, niet alles is beschikbaar
Inhoudsanalyse
Teksten omzetten in cijfers, classificeren woorden zinnen in aantal beteknisvolle categorieeen
Kan door veschillende categorien, of verschillende dimensies