Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Mogelijke sensorimotorische restletsels en complicaties van een NAH (NAH-…
- Mogelijke sensorimotorische restletsels en complicaties van een NAH
- NAH- cliënt in de acute fase
- Verlies van posturale controle in romp
- Slappe verlamming in arm en been -> CVA: 1 lichaamshelft
-
- Vermijdt steunname op aangedane been
- Geen spieractiviteit in schoudergordel -> subluxatie
- Verbeteren v/d functie/functionaliteit v/d aangedane zijde
- Voorkomen van spasticiteit en geassocieerde reacties
-
- Inzetten v/d medische behandeling
- Starten revalidatie -> diagnose gesteld en levensbedreigende problemen onder controle
-
-
-
-
- Voorkomen van recidieven en complicaties
- Sensorische restletsels en complicaties
- Restletsels en complicaties
- Gestoorde proprioceptie en diepe gevoeligheid
- = Het vermogen om de positie en de stand v/h eigen lichaam en lichaamsdelen waar te nemen in rust en tijdens het bewegen.
- Houdingsgevoel of statesthesie
- Bewegingsgevoel of kinesthesie
-
- Gestoorde oppervlakkige gevoeligheid
- Anesthesie: geen gewaarwording
- Hypo-esthesie: verminderde gewaarwording
- Hyperesthesie: overgevoelige gewaarwording
- Voorwaarde tijdens taakuitvoer: weten dat je een voorwerp vast hebt,..
- Gestoord pijn- en temperatuurgevoel
- Thermoanesthesie: geen gewaarwording
- Analgesie: geen gewaarwording
- Hypo- algesie: verminderde gewaarwording
- Hyperalgesie: overgevoelige gewaarwording
-
- Centraal, corticale letsels
-
- Spieren: hypotoon, geen spierspanning
- Een gedeeltelijke verlamming
- Spieren: hypotoon, spierspanning aanwezig
- Mogelijke halfzijdig verlamming
-
- Verlamming of parse in controlaterale lichaamshelft
- Extremiteiten, hoofd, hals en de romp
-
- Hoog genoeg om bewegingen tegen zwaartekracht toe laten, laag genoeg om weerstand te voorkomen
- Passief bewegen: lichamen met normale tonus helpen actief mee. Als steun wegvalt,zal het lichaam even in dezelfde houding blijven waarin het gehouden werd.
-
- Hypotone ledematen: zwaar en ontspannen, bieden geen weerstand, helpen niet bij het passief bewegen
-
- Tonus niet gelijk verdeeld in lichaam
- Ledematen stijf, abnormale houdingen
- Wisselende spiertonus afhankelijk van activiteit en situatie
- Vb. Als C stapt, kan de aangedane arm in een spastisch patroon komen. -> C kan dit niet veranderen op vraag
-
- Aangedane arm, aangedane hand
-
-
- Oedeem als gevolg van een letsel
- Hypotoon bovenste lidmaat, afhangen v/d arm en hand -> opstapeling in hand
- Verlies van posturale controle
- Evenwicht behouden en herwinnen
- Zwaartepunt v/h lichaam boven steunbasis houden
-
- Oriëntatie van hoofd op romp, van romp op ledematen
- Automatische activatie v/d spieren -> controle houding en beweging v/h lichaam
- Normale bewegen v/d arm en het been
- Coördinatie tussen agonist, synergist en antagonist -> moeiteloze en efficiënte bewegingspatronen
- Proximale spiergroepen worden ingezet voor de stabiliteit te bieden voor de functie v/d distale spiergroepen.
- Spieren v/d ledematen worden geactiveerd om hand en voet te positioneren.
- Spasticiteit of contracturen
- Scapulaire elevators, flexoren v/d elleboog, pols en vingers en de extensoren v/d knie
- Ongecontroleerde, repetitieve, onvrijwillige en pijnlijke samentrekkingen v/d spieren
- Snelheidsafhankelijke toename v/d spiertonus
- Verlies van selectieve activiteit: flexie, rotatie en lateroflexie
- Kan extremiteiten niet geïsoleerd bewegen zonder activiteit in romp en andersom ook niet
- Veranderde vorm v/d borstkas
- Hyperactieve extensie v/d rug extensoren
-
- Onvermogen om in normale patronen te bewegen
-
- Verminderde controle over onderste en bovenste ledematen
-
- Vervormde wervelzuil en contracturen
- Gestoorde mogelijkheid om in interactie te gaan met de omgeving
- Verminderde visuele informatieopname -> hoofd en hals niet in alignment
- Dysfagie -> bovenste gedeelte v/d romp en hals niet in alignment
- Verminderde zelfredzaamheid en verminderde mogelijkheid tot uitvoeren van betekenisvolle activiteiten
- Verminderde zit- en stand tolerantie en verminderd evenwicht
- Scherpe pijn: einde v/d bewegingsuitslag bij passieve mobilisatie
- Verstoring v/d gecoördineerde interactie v/d 7 gewrichten waaruit de schouder is samengesteld
- Onevenwicht waarbij tonus rond de scapula hoger is dan de tonus rondom het schoudergewricht zelf
- Onvoldoende exorotatie v/d humerus
-
- Houdingen die pijn veroorzaken moeten stop gezet worden
-
- Het Schouder-Hand Syndroom
- Hand zwelt op -> bewegingsbeperking met oedeem
- Huidplooien verdwijnen, oedeem voelt week aan
- Pezen zijn niet meer zichtbaar, hand krijgt rozige/paarsige kleur en voelt warm en vochtig aan
- Stijve en gezwollen vingers
- Vingers krijgen flexie en obductie beperking
-
-
- Verlies van passieve supplicatie met pijn
-
- Oedeem en pijn zijn weg, mobiliteit is blijvend verloren
- De niet- behandelde hand staat gefixeerd in een deformiteit
- De pols staat in flexie en ulnaire deviatie, extensie is beperkt
-
- Vingers staan in lichte flexie gefixeerd en verdere flexie en abductie zijn bijna niet mogelijk
- Oorzaken van oedeem vermijden
-
- Het kunnen van C niet overschatten
-
-
- Passieve bewegingen -> schouder mobiliteit behouden
- Een gezwollen, pijnlijke hand -> een blijvende misvorming van hand en vingers
- Secundaire complicatie bij CVA
- De gesubluxeerde schouder
- Stimuleren v/d activiteit en tonus v/d schouderspieren
- Onderhouden v/d volledige pijnvrije passieve beweeglijkheid
- Corrigeren v/d stand v/d scapula