Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
De celkern met het erfelijk materiaal (Situering van DNA in de celkern…
De celkern met het erfelijk materiaal
Chemische structuur van DNA
Nucleotiden
Elke polynucleotideketen bestaat uit een aaneenschakeling van vele 1000-den ‘nucleotiden’
Nucleotide = bouwsteen
1 nucleotide bestaat uit:
C-5 suikergroep
1 tot 3 fosfaatgroepen
N-basegroep
Polynucleotideketen
Dubbele polynucleotideketen
2 polynucleotideketens die elk een spiraalvorm aannemen => wenteltrap
De N-basen van de beide ketens zijn naar mekaar gekeerd en trekken mekaar aan (H-bruggen)
=> de baseparen vormen de ‘sporten’ van het DNA
De 2 S-P-ketens vormen de 2 ‘stijlen’ van het DNA
De eigenlijke erfelijke code
DNA-moleculen verschillen onderling qua lengte (aantal) en specifieke volgorde van de nucleotiden/ basenparen (‘bp’)
In die unieke opvolging (= ‘sequentie’) van basen zit de erfelijke code vervat die nodig is voor de aanmaak van de 1000-den unieke lichaamseiwitten
m.a.w. de basesequentie = de erfelijke code
Een gen betreft een stukje van een DNA-molecule dat codeert voor 1 volledig eiwit (gem. zo’n 1000 à 10000 bp)
gen = “het recept” voor 1 eiwit
Replicatie van DNA
Kopiëren van het DNA => zuster-DNA-paartjes
Zodoende worden er 2 nieuwe DNA-moleculen gevormd, die elk uit 1 oorspronkelijke en 1 nieuwe polynucleotideketen bestaan
=
‘semi-conservatieve replicatie’
De 2 identieke kopieën,
‘zuster-chromatiden
genaamd, blijven op 1 punt, het
centromeer
genaamd, aan mekaar vastzitten
De verdubbeling van het DNA gebeurt met het oog op celdeling: pas tijdens de celdeling zullen de 2 kopieën van mekaar gescheiden worden waarbij elke dochtercel 1 kopie ontvangt
Situering van DNA in de celkern
Celkern
Celkernen van menselijke cellen bevat 46 DNA moleculen
De celkern is gevuld met kernplasma: ionen, enzymen, nucleotiden, DNA, RNA ...
De celkern is omgeven door dubbele kernmembraan met poriën langs waar uitwisseling met cytoplasma mogelijk is
Het DNA verlaat zelf nooit de celkern
Kern bevat ook nog een kernlichaampje (nucleolus):
hier worden ribosomen geassembleerd
Chromatine
Doormeter celkern < 10 µm lengte v. DNA = +/- 10000 µm
=> DNA moet meermaals opgedraaid worden om niet hopeloos
verstrengeld te raken met zichzelf en ander DNA
Een cel die niet aan het delen is bevat voornamelijk: chromatine = DNA gewikkeld rond eiwitten (histonen) en in spiralen opgerold
Om het DNA te gebruiken (replicatie of transcriptie) moeten enzymen de histonen verwijderen; het DNA ontrold en opengeritst worden
Chromosomen
Bij een celdeling moeten de 46 verdubbelde DNA’s netjes verdeeld worden over de beide dochtercellen:
om dit tot een goed einde te brengen treedt er een maximale condensatie op tot chromosomen noemt
Ieder chromosoom bestaat uit 2 uiterst gecondenseerde zuster-DNA’s, die nog steeds aan mekaar vastzitten thv het centromeer
=> verklaart typische X-vorm van een chromosoom, waarbij elke
helft 1 zuster-DNA bevat en het knooppunt het centromeer is
Tijdens de feitelijke celdeling komen alle chromosomen op de middellijn te liggen waarna de centromeren verbroken worden en
de beide helften elk naar 1 pool trekken
Karyogram
Genoom
Het menselijk genoom
Chromosomen
46 chromosomen
2 sets van 23 chromosomen
23 chromosomen overgeërfd van vader (= vaderlijke set)
23 chromosomen overgeërfd van moeder (= moederlijke set)
23 chromosomenparen
Vrouw “XX”: 2 volwaardige X-chromosomen
Man “XY”: 1 X-chromosoom en 1 onvolwaardig Y-chromosoom
Karyogram (chromosomenkaart)
Het laatste paar: de
heterosomen
XX = vrouw <=> XY = man
(overige =
autosomen
)
Genoom
de unieke set van 23
(vaderlijke of moederlijke) DNA’s, ook wel ‘ongerepliceerde chromosomen’ genoemd
+/- 3 miljard baseparen
+/- 22.000 genen