Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Cellen (De celmembraan (Barrièrefunctie (Celmembraan: scheik. opbouw: de…

- - - - 2 lagen van fosfolipiden + cholesterol,
        gespiegeld aan mekaar
        
        Fosfolipiden bestaan uit glycerol-brug
        met eraan gekoppeld:
        aan de ene kant:
        een polaire (waterminnende/ hydrofiele) fosfaat-groep
        aan de andere kant:
        2 apolaire (waterafstotende/ hydrofobe/lipofiele) vetzuren
        
        Cholesterol bevat:
        een polaire (waterminnende) OH-groep
        een apolaire, deels uit ringen bestaande vertakte C27-staart
        
        Hun bouw maakt hen geschikt om dubbellagen
        (= membranen/barrières) te vormen in water
        waterminnende groepen zijn naar het water toegekeerd
        waterafstotende staarten zijn naar elkaar toegekeerd en maken het membraan ondoorgankelijk voor water
    - - Dwars doorheen de fosfolipidenlagen
        liggen ook membraaneiwitten ingebed
  - - - passief
        
        van hoge naar lage conc. => geen energie-input vereist
        = spontaan (passief) transport (diffusie)
        
        vetoplosbare moleculen:
        diffusie doorheen het membraan
        opgeloste (waterminnende) moleculen:
        kleine mlc: diffusie langsheen poriën of kanalen
        grote mlc: diffusie langsheen carriers (= ‘gefaciliteerde diffusie’)
        water:
        diffusie langsheen waterkanalen (= ‘osmose’)
      - actief
        
        van lage naar hoge conc. => vereist energie-input (ATP)
        = niet-spontaan (actief) transport
        
        actief micro-transport (pompeiwitten = ABC’s)
        actief macro-transport (= blaasjestransport)
      - Micro-transport => transport van molecule per molecule
      - Macro-transport => (blaasjestransport): transport van zeer veel moleculen in 1 beweging
        
        Inwaarts = endocytose: fago- en pinocytose
        Uitwaarts = exocytose
- - - - anabolisme
      - katabolisme