Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Hoofdstuk 7 Attitudes (BASISBEVINDINGEN (3 COMPONENTEN (Roept affect op:…

- - - - Klassieke conditionering
        
        Neutrale stimulus + positive stimulus
      - Operante conditionering
        
        Bepaald door beloning en straf
  - - - Bewust
        
        Likert Schaal: meerpuntenschaal
        
        Semantische differentiaal: attitude bevragen, goed / slecht
    - - Onbewust
        
        IAT
  - - - Attitudes over het specifieke gedrag: wat denk ik?
      - Subjectieve normen: wat denkt de maatschappij?
      - Naarmate men gedrag onder controle meent te hebben: kan ik het?
      - Intentie niet gelijk aan Gedrag
- - - - Reduceren van waar-genomen keuzevrijheid
      - Wijzigen van gedragsperceptie
      - Toevoegen van consonante cognities
      - Minimaliseren van belang van het conflict
      - Veranderen van attitude
    - - Attitude-discrepant gedrag stellen zonder daarvoor voldoende justificatie te hebben leidt tot het aanpassen van attitutde
    - - Nalaten om een gewaardeerd gedrag uit te voeren omwille van bedreiging met een milde straf
  - - - Attitudes worden afgeleid uit observatie van eigen gedrag en de condities (justificatie) waaronder het gesteld wordt
    - - Niet het motief om consistent te zijn drijft ons maar het motief om consistent te lijken voor anderen
    - - Attitude-discrepant gedrag een bedreiging vormt van het zelfconcept : schuld, hypocriet, oneerlijk
      - Indien het beschadigde zelf kan hersteld worden, treedt geen dissonantie op (bv. 1$ weggeven)
- - - - Zorgvuldige analyse van de boodschap
        
        Begrijpen inhoud
        
        Geheugen vasthoudt
        
        Elaboratie, analyseren
    - - Beïnvloeding gebaseerd op oppervlakkige cues
        
        Hitler
        
        Oninteresse of afleiding
  - - - Informationele weg
        
        Perifere weg: volume is oppervlakkige cue voor juistheid
        
        Centrale weg: lengte is alleen belangrijk als de argumentatie sterk is en niet redundant
      - Belang van timing
      - Gematigde tot sterke discrepantie
      - Emotionele oproepen
        
        Negatief wekt angst en werkt bij kwetsbare mensen
        
        Positieve mensen makkelijk beïnvloedbaar
    - - Cognitie
        
        Hoge behoefte uiterlijk vertoon
        
        Hoge behoefte cognitie
      - Vaccinatiehypothese
        
        Blootstellen aan zwakke variant van de boodschap versterkt de verdediging tegen overtuiging
      - Reactantie
        
        Personen reageren tegen bedreiging van hun vrijheid met demonstratie van hun vrijheid en met verhoogde waardering voor de bedreigde alternatieven
      - Zelfsturing
        
        Hoge zelfsturing = belang imago = gevoelig argumenten ivm sociaal imago
    - - Geloofwaardheid
        
        Competentie, expertise
        
        Betrouwbaarheid!
      - Gunstigheid
        
        Aantrekkelijkheid
        
        Similariteit