Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
BESTUIVING (HERKOMST (Vergelijking stuifmeelkorrels verschillende…
BESTUIVING
HERKOMST
-
Rijping: helmhokjes versmelten 2 aan 2, barsten open en de stuifmeelkorrels komen vrij.
-
BESTEMMING
-
waar? zaadcel in stuifmeel, eicel in zaadbeginsel die dan in vruchtbeginsel zit
stuifmeel moet eerst terechtkomen op stempel van stamper (aangepast om zoveel mogelijk stuifmeel op te vangen , oppervlaktevergroting)
BESTUIVINGSVORMEN
- buurbestuiving: binnen eenzelfde plant (zelfde plant / verschillende bloem)
- kruisbestuiving: binnen eenzelfde plantensoort (verschillende plant / verschillende bloem)
- zelfbestuiving: binnen eenzelfde bloem (zelfde plant / zelfde bloem) Zelfbestuiving wordt voorkomen door het ongelijktijdig rijp zijn van meeldraden en stamper
WAT?
-
Bij bestuiving is er geen contact tussen zaadcel en eicel want de zaadcel zit in de stuifmeelkorrel die op de stempel ligt. De eicel zit in het zaadbeginsels in het vruchtbeginsel.
BLOEIWIJZEN
insectenbloeiers
veel bloemen samen, verhoogd kans op bestuiving, duidelijk bij samengestelde bloemen vb. paardenbloem ook bloemen die gegroepeerd zijn in bloemgestel (schermbloemigen)
nabootsen vb. orchideeën, bloemen lijken goed op wijfje van insect. De mannetjes laten zich misleiden.
-
kleverig --> rijke stempels door het afscheiden van een suikerrijke oplossing. Ook uitsteeksels komen voor en zorgen voor oppervlaktevergroting.
Uitsteeksels op stuifmeelkorrels zorgen ervoor dat ze zich goed kunnen vasthaken aan insecten.
kleur: bepaalt welke diersoort erop afkomt, vaak ook honingmerken (= herkenningstekens voor insecten)
windbloeiers
-
-
ver uithangende meeldraden, rijp stuifmeel valt eruit en wordt meegevoerd met de wind vb. brandnetel
-
-
licht dankzij luchtzakjes op stuifmeelkorrels, groot zweefvermogen
-