Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
3 Wetenschappelijk Onderzoek (UITKOMSTONDERZOEK (Woord vooraf (Relatieve…
3 Wetenschappelijk Onderzoek
UITKOMST EN PROCES ONDERZOEK
RECAP LEERPAD
1. Vroege Geschiedenis
In geschiedenis vooral focus uitkomst onderzoek
Meer wetenschappelijk onderzoek
Socio, culturele en economische contex veranderd
Gevalsstudie
ZWAKTE: Generalisatie probleem
STERKTE: Belangrijke rol innovatie
2. Onderzoek kwalitatieve data
Relatie therapeut belangrijkste factor
Transtheoretisch
MEDISCH KRITIEK
:
Eysenck
´52: stimulering objectieve studies efficiëntie psychotherapie. Controle groep voor effect spontaan herstel in kaart te brengen. Nieuwe meetinstrumenten.
Start debat medisch vs contextueel
Voor het eerst onderzoek naar specifieke psychotische problemen
Rogers: Kwantitatieve metingen voor individueel niveau
WO II: symptomen gekoppeld psychologische factoren
3. Therapy wars
Onderzoek naar uitkomst
Randomised clinical trial vanuit medische sector: tegenspraak contextueel model
Wachtlijstconditie is ook en therapeutische interventie: geeft hoop, vertrouwen of frustratie. Laat niet toe om het placebo effect uit te sluiten
In de periode dat de
psychoanalyse
ontstond was de gevalstudie de dominante methode (Freud), de periode van de ontwikkeling van systematisch onderzoek ging samen met het ontstaan van de
client-centered therapie (Rogers)
, terwijl de aanvang van de therapie-oorlogen samen gaat met het ontstaan van de
cognitieve gedragstherapie (RCT)
4. Grassroots
Methodologisch pluralisme
Naast elkaar bestaan van verschillende onderzoeksmethoden
Bijdrage van verschillende methoden aan kennisopbouw waarderen
Impliceert ook
epistemologisch pluralisme
Vanuit de visie van methodologisch pluralisme kunnen evidence-based practice en practice-based evidence
naast elkaar bestaan
Onderzoek naar persoonlijke attitudes en
interpersoonlijke vaardigheden van therapeuten
die heel goede resultaten boeken, sluit meer aan bij een
contextueel
model dan bij een medisch model.
Practice-based evidence
Alternatief voor evidence-based practice
5. Samenvattend
Periode 1: Nog geen theorieën. Het werken met patiënten was de basis om de theorie op te bouwen
Periode 2: WO II belang aan behandeling trauma
Periode 3: Specifieke behandeling voor specifieke problemen (RCT)
Periode 4: Meer aandacht processen
GESCHIEDENIS ONDERZOEK
EXPLORATIE 2de PERIODE
Carl Rogers
Client centered
Frederick Perls
Gestald therapy
Albert Ellis
Rational emotive behavior therapy
UITKOMSTONDERZOEK
Woord vooraf
Relatieve effectiviteit: werkt een bepaalde therapie beter dan een andere?
Efficacy (labo)- effectiveness (praktijk)
Absolute effectiviteit: werkt therapie beter dan geen therapie?
TEVREDENHEIDSONDERZOEK
Kenmerken
Vraag naar tevredenheid over therapie
Eenvoudig
Zwakten
Dodo bird verdict: mensen zijn tevreden in therapie ongeacht methode. Hoe langer therapie hoe meer verbetering
Gevaar van overschatting therapie-effecten
PRAKT. GEBASEERD UITKOMST ONDERZOEK
Kenmerken
Begin-, tussen- en einde zelf-rapportage
Bevragen algemeen welbevinden
Ideaal visie traject grote groepen
Zwakten
Mensen die stoppen vullen geen vragenlijst in. Ontevreden of juist beter?
RCT
Kenmerken
Experimenteel medisch design
A. Vergelijk experimentele groep & controle groep
Willekeurige verdeling
B. Experimenteel & treatment as usual
Variabelen
Afhankelijke: Symptoom
Onafhankelijke: Behandeling
Zwakten
Therapeut en client kunnen onmogelijk blind zijn voor conditie die gekozen is
1. Interne validiteit maximaliseren via steekproefselectie
Strikte in- en exclusiecriteria DSM
Diagnostieken zijn verbonden met elkaar!
MAAR Slechts weinigen voldoen aan vereisten voor RCT onderzoek (75% uitsluiting bij depressie)
2. Interne validiteit maximaliseren via controle behandeling
Als we niet weten wat er gebeurd binnen groep misschien effect los van behandeling. Dus controle behandeling
Tijdslimiet: op voorhand vastleggen: duur therapie
MAAR Heeft een tijdlimiet geen impact therapie? Neutrale interventie?
Er moet een manual gebruikt worden ivm behandeling: adherence
Responsiviteit aanwezig in manual: gedrag dat wordt beïnvloedt door veranderende contexten
3. Interne validiteit maximaliseren via controle onderzoekersallegiance
Allegiance: affiniteit van de onderzoeker met bepaalde behandeling/theorie
MAAR dit kan wel degelijk uitkomst onderzoek voorspellen
De mate waarin therapeut overtuigt is van behandeling bepaald uitkomst
Bevindingen lezen
Effect size (ES): maat voor sterkte van het verband
Groot effect: d = .80
Medium effect: d = .50
Klein effect: d = .30
Meta-analysen
Publicatiebias => selectiebias
Kunnen we alles zomaar samenvoegenen cocnclusies trekken?
Conclusie
Therapie werkt
Heel klein effectiviteit verschil in verschillende vormen therapie
Dodo bird effect/ equivalentie paradox: ondanks dat therapieën inhoudelijk anders zijn kunnen equivalent even effectief zijn
80 percent hervalt na therapie
Begrippen
Responsiviteit
Doordat we ons als therapeut aanpassen in functie van de patient veranderen we de behandeling en binnen RCT verkleint dit de kans dat we het effect aan de behandeling kunnen toeschrijven
Homogene steekproef
Verkleind de externe validiteit van RCT, het is niet representatief
CASE STUDY
KOSTENEFFECTIVITEITSSTUDIE
ROUTINE OUTCOME MONITORING
KWALITATIEF UITKOMST ONDERZOEK
VARIA UIKOMST ONDERZOEK
AFHANKELIJKE VARIABELE
Meten neutraal?
Biases
Hello/ goodbye effect
Begin: wil slechte gemoed tonen. Vertrekken wil tonen zich beter te voelen
Demand effect/ responsiviteit
Client pleziert therapeut
Defensive mental health
Mensen die lijden in de verf zetten of minimaliseren omdat ze dit al altijd hebben gedaan
Ryan Air
KOSTENEFFECTIVITEITSTUDIES
ROUTINE OUTCOME MONITORING
Korte symptoom vragenlijsten
Spaningsveld gemiddelde en individu
KWALITATIEVE UITKOMSTONDERZOEK
Stem geven aan cliënten
PROCESS ONDERZOEK
Intro Kwalitatief onderzoek
CBT & PDT
Aard verandering verschillend
Blijkt dat de ontevreden CTB beter bij PDT was geweest en omgekeerd
VRAGEN NAAR PROCES
Vraag naar oneindigheid factoren hoe therapie verloopt
Moeilijkheid metingen
Observaties: opgenomen
Gevalsstudies
Geleide herinnering: kort na sessies met onderzoeker de sessie overlopen
Wat is de ervaring van therapeut en patient therapie?
Formele eigenschappen: hoe frequent, hoe lang?
Welke eigenschappen therapeut en patient zijn belangrijk?
Individueel of interactie
THERAPEUTFACTOREN
Is therapeut belangrijk?
Medisch vs contextueel model
Sommige therapeuten hebben groter effect dan anderen
Goede conflicthantering
Levenslang leren
Staan open voor feedback
CLIENTFACTOREN
Demografische eigenschappen zoals leeftijd voorspeld niet of therapie zal werken
Ernstige pathologie hangt samen met moeilijke verandering
Verwachtingen, engagement
Hechtingsstijl
Voorkeur therapie speelt grote rol
HELPENDE EN NIET-HELPENDE FACTOREN
Hoe hebben mensen die geen verandering hebben de therapie ervaren?
Goede therapeutische relatie maar gevoel niet voorruit te kunnen
Wisten niet wat bedoeling was therapie
Gebeurtenissen buiten therapie
MOGELIJKHEDEN
Ethisch onverantwoord? Bv psychotosche patienten kan symptomen toenemen
Mogelijke interfereren in therapeutisch proces: toont hoe therapeuten zou moeten werken
BESLUITEN
Het onderzoeksobject is erg complex
2 complexe systemen
Nooit absoluut voorspelbaar
Basisassumpties
wetenschapsfilosofische kaders
Evidence-based practice
erschillende operationalisaties
Medisch vs contextueel
Specifiek vs algemeen
Absolute kennis vs kennis-in-context, know-how
Top-down (EBP, RCT) vs bottom-up (praktijk)
Nomothetisch (grote groepen) vs idiografisch perspectief (individu)
EST zorgde voor meer onderzoek maar daardoor heel lang weinig aandacht voor proces onderzoek
Wat is onze onderzoeksvraag en welke methode gebruiken we? En niet 1 methode voorop stellen zoals RCT