Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

2 Basismodellen (WETENSCHAPSFILOSOFISCH KADER (POST MODERNISME ((Sociaal)…

- - - - Er is één werkelijkheid waar we enkel toegang toe hebben via empirische gegevens
      - De werkelijkheid is bevattelijk, identificeerbaar en meetbaar
      - Alle verschijnselen zijn onderworpen aan onveranderlijke natuurwetten
      - Alleen empirische wetenschap levert werkelijke kennis op
      - Onderzoeker en onderzoeksobject zijn onafhankelijke entiteiten
      - Hypothetisch-deductieve methode
      - Gericht op ontdekken universele wetmatigheden (nomothetische methode)
      - Verificatie: wetenschappelijke uitspraak kan worden getoetst door na te gaan of deze in overeenstemming is met zintuiglijke (empirische) waarnemingen
      - Kennis is waardenvrij
      - Positivisme en Kl. Psychologie
        
        Opzoek oorzaken van pathologie
        
        Een specifieke en juiste behandeling voor een specifiek probleem
        
        Gezondheid is strikt te definiëren en voor iedereen hetzelfde
        
        Leidt tot predictie en inspelen van fenomenen
    - - Falsificatie in plaats van verificatie: een wetenschappelijke theorie is gedoemd om een hypothese te blijven totdat ze weerlegd wordt
      - Van absolute zekerheid naar plausibiliteit
      - Onderzoeker blijft objectief en onafhankelijk
      - Post positivisme en Kl Psychologie
        
        Hypothetisch-deductieve methode centraal in psychologisch onderzoek
        
        Empirische cyclus De Groot
        
        Observatie: ik zie in klinische praktijk dat schizofrenie en middelgebruik samengaan
        
        Inductie: Idee ontwikkelen. Zou dat een zelfmedicatie principe zijn?
        
        Deductie: Als de theorie klop gebruikt men de middelen als ze negatieve emotie hebben
        
        Toetsen: zit het in lijn theorie?
        
        Educatie: Heeft dit klinische implicaties?
      - Kritiek
        
        Dominantie kwantitatieve methodes => verlies mogelijks andere belangrijke variabelen
        
        Geen aandacht voor betekenis en motivatie van menselijk gedrag: scoiaal wenselijkheid
        
        Artificiële onderzoekscontext doet relevantie voor onderzochte populatie dalen
        
        Niet toepasbaar zijn van algemene resultaten op individuele gevallen
        
        Verdwijnen van de exploratieve dimensie van onderzoek
  - - - Binnen postmodernistische traditie die ontstond in jaren ’60 van de 20ste eeuw
      - Niet één juiste realiteit, maar meerdere geconstrueerde realiteiten
      - Waarheid en objectieve kennis van de wereld zijn onmogelijk
      - Realiteit afhankelijk van taal (taal is centraal, geen eenduidige betekenis van woorden en teksten)
      - Context
      - Sociale realiteit wordt actief geco-construeerd door mensen: vb invloed ouders op kinderen
      - Constructivisme
        
        Belang cognitieve processen
        
        Mens is voortdurend betrokken in het verwerken en evalueren de omgeving en daarop te reageren obv een betekenisverlenend proces
    - - Belang relaties en interacties
      - Het proces van constructie wordt sociaal gemedieerd: gezamenlijk contrsueren realiteit
    - - Mistrust of reason
      - Lilienfeld
    - - Stoornissen zijn eveneens socio-cultureel bepaald
      - Geen absolute definities van normaliteit en abnormaliteit
      - Belang van subjectief geleefde ervaring
      - Geen of geen absolute voorspelbaarheid van het therapeutisch proces
    - - Relatie tussen patiënt en therapeut staat meer centraal
      - Belang van taal: identiteit als narratieve constructie
      - Geen streven naar absolute, wel naar bruikbare kennis, modellen van psychisch functioneren, psychopathologie, behandeling…
      - Kennis, onderzoeksresultaten bestaan nooit op zich (niet universeel), context altijd belangrijk
- - - - Focus op symptomen en syndromen-
        Medische denk- en handelwijze: Unidirectionele causaliteit-
        Zoektocht naar biologische of psychische oorzaak-
        Duidelijke link tussen diagnose en behandeling-
    - - Biologische factoren
        
        Genen, biochemische processen, hersenafwijkingen
      - Sociale factoren
        
        Maladaptieve opvoeding, chronische stress, ...
      - Psychologische factoren
        
        Maladaptieve cognities, leergeschiedenis, ...
    - - Differentiatie: Werkzaam ingrediënt, Spontaan herstel, placebo
    - - Psychische problemen: geen duidelijk, enkelvoudig biologisch en psychisch substraat
      - Behandeling kan aanslaan zonder direct effect op causale factoren
  - - - -Unieke narratieve constructie patient is cruciaal
        -Werking therapie zijn afhankelijk van de match tussen de constructie van de patient en hulpverlener
  - - - Structurele en functionele hersenafwijkingen
      - Biochemische afwijkingen (neurotransmitters, endocrinologie)
      - Genetische invloeden/afwijkingen (GxE)
    - - Sociale factoren hebben een brede invloed
        
        Definiëring van normaal vs. gestoord gedrag
        
        Herkenning/Erkenning psychische stoornissen
        
        Sociale « drivers » van psychopathologie: ongelijkheid, armoede, maatschappelijke tendensen
    - - Diathesis = predispositie, kwetsbaarheid: biologisch gegeven
        
        Diathesis stress/ Dual risk model
        
        Differential Susceptibility Model
      - KWETSBAARHEID: Biologische factoren
        
        STRESS: Biologische trigger (begin ziekte, blootstelling, ...)
      - KWETSBAARHEID: Sociale factoren
        
        STRESS: Sociale trigger (trauma, verlies, ...)
      - KWETSBAARHEID: Psychologische factoren
        
        STRESS: Psychologische trigger (controleverlies, vertrouwensbreuk, ...)
- - - - Klinische competentie
      - Onderzoekskennis
      - Voorkeur patiënt
    - - 4 Criteria
        
        Exact nature of the service clearly described
        
        Claimed benefits explicitly stated
        
        Claimed benefits scientifically validated
        
        Possible negative side effects that might outweigh any benefits empirically ruled out
      - Primary and overriding objective doctoral programs in clinical psychology must be to produce the most competent clinical scientists possible
    - - Groepsdata kan niet toegepast worden op een individu
      - Problemen van cliënten zijn nog niet altijd onderzocht en we kunnen niet wachten tot er onderzoek is
      - Elk individu is een unieke constellatie van ervaringen, cultuur en sociale context dus niet te begrijpen door algemene psychologische wetmatigheden
      - Klinische ervaring en intuïtie zijn relevanter dan wetenschap
    - - -Sociale wenselijkheid cliënt
        -Vergelijkingsmateriaal: cliënt weet niet wat te verwachten qua effectiviteit. Hulpverlener weet niet of collega beter zou gedaan hebben
        -Korte vs. Lange termijn effecten: voelen zich goed nu maar wat met de toekomst?
        -Verklaring voor de beperkte effecten van ervaring op effectiviteit?
    - - Meerdere goede databases voorhanden
      - Veel onderzoek naar psychopathologie
      - We worden meer aangemoedigd om bevindingen van onderzoek in praktijk te vertalen
      - Open acces tijdschriften: gratis