Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
De chemische samenstelling van de cel (organisch (lipiden (indeling…
De chemische samenstelling van de cel
organisch
lipiden
indeling
fosfolipiden
steroïden
enkelvoudige lipiden
verbindingen met een olieachtige, vettige of wasachtige consistentie
koolstof, waterstof, en klein aandel zuurstof
oplosbaar in water
functie: biologische brandstoffen, hormonen, structurele componenten van membranen
2x meer energie dan koolhydraten
koolhydraten (CH2O)n
3 grote groepen
polysachariden
Cellulose
functie: structureel materiaal in planten
bestaat uit vele onvertakte ketens van B-glucosemoleculen
microfibrillen zijn zeer sterk
Zetmeel
energieopslag
gemaakt in chloroplasten
zetmeel-hydrolyse-glucose
lange ketens van A-glucose moleculen
70-75% amylopectine
25-30% amylose
in onoplosbare zetmeelkorrels in plantencellen
Glycogeen
energie opslag in dierlijke weefsels en vele schimmels
glycogeen-hydrolyse door enzymen-glucose vrij
samengesteld uit meer dan 20.000 A-glucose moleculen
polycondensatie in spieren
polycondensatie in lever
monosachariden
functie:
energiebron voor het voeden van celmetabolisme
enkelvoudige suikermoleculen
glucose (druivensuiker en bloedsuiker)
in alle levende cellen
eerste product van fotosynthese
eindproduct van de vetering van koolhydraat polymeren
belangrijkste voedingsstof van katabolisme
belangrijkste voedingsstof van katabolisme
fructose (honing en vruchtensappen)
tussen de 3 en 7 C-atomen
reducerende suikers (nemen deel aan reductie reacties)
disachariden
dubbele suiker-moleculen verbonden met glycosidebinding
gebruikt als: energiebron en bouwstenen voor grotere moleculen
manier om glucose te vervoeren
functie:
energieopslag, structurele elementen in cellen en weefsels
meest voorkomende:
Pentose (vijf eenzijdige suiker)
ribose en desoxyribose
hexose (zes zijdige suiker)
glucose en fructose
nucleinezuren
functietransmissie en opslag van erfelijke informatie + eiwitsynthese
2 type
ribonucleinezuur (RNA)
deoxyribonucleinezuur (DNA)
polymeren van vele nucleotiden
Nucleotiden
stikstofbase
Cytosine (C)
Thymine (T)
Guanine (G)
adenine (A)
Uracil (U) (alleen bij RNA)
C5 suiker ( deoxyribose of ribose)
fosfaat (P)
eiwitten
Aminozuren
basiseenheden van eiwitten
geproduceerd door lichaam
behalve 10
(essentiele aminonzuren)
fenylalaline
leucine
histidine
isoleucine
tryptofaan
methionine
lysine
valine
arginine
threonine
20 verschillende
gemeenschappelijke structuur
amino-groep (basis)
carbon atoom
hydrogeen atoom
R (rest groep (kan variëren))
carboxy groep (zuur)
bindingen
polypeptiden (meer dan 2
peptiden (2 aminozuren aan elkaar)
macromoleculen
functie:
opslagruimte
vervoer/transport
structuur
oxidatie-reductie
celsignalisering
defensie
enzymreacties
structuur
secondair (vorm van de polypeptideketen (spiraal vorm))
tertiair (vouwen van de polypeptideketen)
primair (koppelen van aminozuren in de polypeptide keten)
quartaire (interactie van twee of meer polypeptiden)
typen
structuureiwitten (bouwstof)
receptoreiwitten (in celmenbranen en reageren op vb hormonen)
enzymen (regelen chemische processen in/buiten cel)
Transporteiwitten (vervoer stoffen)
plasma-eiwitten (deel van bloed)
antistoffen (deel van bloed voor afweer)
anorganisch
water
nodig voor stofwisseling reacties
basisbestanddeel van alle levende wezens
volwassen man (80%)
eigenschappen
vast (ijs)
vloeibaar (water)
gas (waterdamp)
waterstofbruggen
polair
functies:
hoge oppervlaktespanning
belang bij eiwitten en lipidenlagen van celmembranen
hoge wartecapciteit
voorkomt te sterke temperatuur stijgingen
rol in de osmetische druk
drager/ verplaatser
actieve rol in vele metabole/stofwisselingsreacties
fotosynthese
verbrandingsproces
oplosmiddel voor veel stoffen
mineralen
functie
rechtsreeks naar samenstelling van vitale organische moleculen
invloed op cytoplasma door hun elektrische lading
calcium
fosfor
jodium
ijzer
magnesium
koper
mangaan
kalium
chroom
chloor
molybdeen
selenium
zink
nikkel
tin
vanadium
silicium