Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

TAAL1 (taalpsychologie (Is Taal Uniek aan de Mens? (Is Taal Aangeboren?…

- - - - Christiansen en Chater
        
        Veranderlijkheid van talen
        
        Taal wordt gevormd door aspecifieke vaardigheden van het brein
        
        Probleem van natuurlijke selectie
        
        Kinderen leren taal gemakkelijk door intrinsieke beperking van taal.
        
        Teveel verschillen tussen individuele talen, geen gemene deler te vinden
      - Noam Chomsky
        
        Capaciteit tot eigen taal versterkt, van andere talen zwakt af.
        
        Universele Grammatica
        
        Plausibel?
        
        Pro
        
        Onderzoek Pidgin Languages
        
        Genetisch Onderzoek (defect FOXP2-gen)
        
        Contra
        
        Variabiliteit van Taal
        
        Weinig evidentie
        
        Tegenargumenten Christiansen en Chater
        
        Problematiek van Evolutie
        
        Veranderlijkheid van taal
        
        Teveel variabiliteit
        
        Taal wordt gevormd door het brein
        
        Kinderen leren taal door intrinsieke beperking door menselijke vaardigheden
        
        Language Acquisition Device
- - - - Carr et al, pseudowoorden
      - Reichner
    - - Interactief Activatiemodel (McClelland en Rumelhart)
        
        Model
        
        Woord
        
        Kenmerk
        
        Letter
        
        Facilitatie & Inhibitie
        
        Orthografische Buren
        
        Evaluatie
        
        Sterktes
        
        Woordsuperioriteitseffect
        
        Pseudowoordsuperioriteitseffect
        
        Belangrijk voorbeeld voor toepassing connectionistische netwerken
        
        Zwaktes
        
        Weinig info over bv fonologische verwerking
        
        Geen betrekking op woordbetekenis
        
        Biedt geen uitgebreide verklaring voor woordherkenning
      - Automatische Verwerking (woordbetekenis)
        
        Rayner en Serano
        
        volledig automatisch
        
        ontoegankelijk voor het bewustzijn
        
        Cheesman en Merikle
        
        stroopeffect
      - Semantische Priming
        
        Neely (BIRD/BODY-experiment)
        
        korte tijd, vooral semantiek
        
        lange tijd, vooral verwachting
        
        Meiner en Schvanelveldt (semantische priming effect)
      - Fonologie
        
        Engelse kinderen lezen minder goed (relatie ortho-fono)
        
        Rol van de Fonologie
        
        ZWAK (Colheart et al)
        
        Patiënt PS
        
        fonologie FAIL
        
        semantiek OK
        
        Daneman (he was in his stocking 'feat'/'feet')
        
        STERK (Frost)
        
        Experiment met homofonen (ROWS - ROSE) (Van Orden)
        
        Fonologische buurt (Yates et al) - minder tijd nodig bij grotere fonologische buurt
        
        Gemaskerde fonologische priming (Rastle en Brysbaert)
      - Oogbewegingsstudies
        
        Perceptuele Spanne
        
        3-4 letters L vs 15 letters R
        
        Specificatie van Fixatie
        
        80% inhoudswoorden
        
        20% functiewoorden
        
        Saccades
        
        20-30ms
        
        +/- 8 letters
        
        ballistisch
        
        fixaties 200-250ms
        
        geen info tijdens saccade
        
        Spillover Effect
        
        E-Z Reader Model (Reichle et al.)
        
        kernassumpties
        
        2.5. simultane activatie 2de stadium lexicale toegang
        
        einde lexicale toegang, verplaatsing coverte aandacht, gevolgd door effectieve oogbeweging
        
        einde van de check anticipatie op oogbeweging
        
        processen frequentiecheck en lexicale toegang sneller voor hoogfrequente en woorden
        
        familiariteitscheck
        
        idem bij voorspelbare woorden
        
        Bewijs
        
        Pro
        
        Rayner, Li, Pollatsek (2007)
        
        1 more item...
        
        Reichle:
        
        2 more items...
        
        Contra
        
        Kennedy en Pynte (2008)
        
        1 more item...
        
        Algemene Beperkingen van het Model
        
        4 more items...
    - - Dual Route Cascademodel
        
        onderscheid woorden/non-woorden
        
        vooral regelgebaseerd
        
        KERNASSUMPTIES
        
        de routes zijn niet onafhankelijk
        
        benoemen grotendeels afhankelijk van lexicale route
        
        elk pad wordt gebruikt
        
        deels parallel
        
        zwak fonologisch
        
        WERKING
        
        Lexicale Route
        
        Route 3 (ortho-fono)
        
        Route 2 (semantisch)
        
        Regel-gebaseerde Route
        
        Route 1 (grafeem-foneem)
        
        evidentie
        
        Routes
        
        Route 2 en 3
        
        Patient RB
        
        Patient WB
        
        Route 1
        
        Patient MP (regularisering)
        
        Patient KT (regularisering)
        
        1 more item...
        
        Dyslexie
        
        Diepe Dyslexie (links-hemisferisch)
        
        Oppervlakte Dyslexie (beschadiging lexicale route)
        
        Fonologische Dyslexie (beschadiging regelgebaseerde route)
        
        Computationele Modellering van het model (Coleheart et al)
        
        accurate resultaten
        
        Evaluatie
        
        Sterktes
        
        gedeeltelijke ondersteuning door neuroimaging
        
        heeft specifiekere modellen voortgebracht
        
        kan veel verklaren
        
        Zwaktes
        
        geen onderscheid behandeling woorden/non-woorden
        
        te zwak fonologisch
        
        niet in staat tot leren
        
        semantisch model niet geïmplementeerd
        
        kan geen individuele verschillen verklaren
        
        kan geen correcte prestatie bij foutieve presentatie verklaren
        
        Beide zijn uiteindelijk goed verenigbaar (Taylor et al)
      - Gedistribueerde Connectionistische Benadering (Triangle Model)
        
        processen woorden=non-woorden
        
        continue en parallele processen (alle info wordt tegelijk gebruikt en afgewogen)
        
        Evidentie
        
        Simulatie (Paul et al)
        
        prestaties in overeenstemming met die van volwassenen
        
        lesies corresponderen
        
        Evaluatie
        
        Sterktes
        
        meer nadruk op semantiek
        
        sterkere ondersteuning voor consistentie
        
        bewijs ondersteunt parallelle werking tussen orthografie, fonologie en semantiek
        
        expliciet leermechanisme
        
        Zwaktes
        
        de aard van semantiek is niet expliciet genoeg
        
        verklaringen fonologische en oppervlaktedyslexie te simpel
        
        gebrek processen multisyllabische woorden
        
        geen rol voor aandacht
        
        Beide zijn uiteindelijk goed verenigbaar (Taylor et al)
  - - - Fonologie
      - Semantiek
      - Orthografie
      - Syntax
      - Hogere-orde-integratie van Discours
  - - - Segmentering/Woordherkenning
        
        2.2 competitie
        
        2.3 ophaling lexicale informatie
        
        2.1 activatie lexicale kandidaten
      - Integratie
      - Decodering
        
        1.1 isolatie uit achtergrond
        
        1.2 transformatie naar abstracte representatie
        
        (input)
      - Herkenning Betekenisvolle Eenheden
        
        3.1 syntactische analyse
        
        3.2 thematische processessering
    - - co-articulatie
      - individuele verschillen in spraaksnelheid
      - het segmentatieprobleem
      - gedegradeerde spraak
      - spreeksnelheid (10 fonemen/sec)(max 50-60 f/sec verstaan)
    - - Categorische Perceptie
        
        tussenvormen worden onderworpen aan abrupte grens
        
        Japanse l/r-distinctie
        
        gelokaliseerde breinactiviteit
        
        onderscheid tussen twee geluiden van eenzelfde categorie is 'moeilijk' te maken (reactietijd)
      - Lexicale Identificatieshift (Ganong-effect)
        
        oplossing ambiguïteit ten voordelen van woord (Ganong 'dash' - 'tash' experiment)
        
        invloed van context (Pitt, 1995)
        
        invloed van omgevende zin (Connie, 1990)
      - Contexteffecten
        
        Brock and Nation - contextexperiment
        
        niet-lexicale cues voor segmentatie
        
        restricties op woordmogelijkheden
        
        nadruk op syllabes
        
        bepaalde geluiden komen nooit voort in één syllabe
        
        co-articulatie kan voorspellend werken
        
        McGurk-effect
        
        Hiërarchische Benadering voor Woordherkenning
      - Fonemische Restauratie-effect
        
        Warren & Warren experiment
      - Theorieën over Spraakperceptie
        
        Motortheorie (Liberman et al, 1976)
        
        Proces
        
        mogelijke link met spiegelneuronen
        
        nabootsing gepercipieerde articulatorische beweging
        
        motorsignaal bevat minder inconsistenties
        
        Bewijs
        
        Pro
        
        fTMS over motorcortex kan faciliterend werken voor auditieve discriminatie
        
        iTMS over motorcortex (lippen) verminderd auditieve discriminatie (Mötönen et al, 2013)
        
        Contra
        
        Patiënten met Broca's Afasie vaak weinig problemen met spraakperceptie
        
        Patienten met problemen in de spiegelneuronen vaak weinig problemen met spraakperceptie
        
        verdere beperkingen
        
        individuen met beperkte spraakproductie hebben vaak weinig problemen met spraakperceptie
        
        jonge baby's zijn vrij goed in syllabedetectietaak
        
        geen allesomvattende beschrijving van spraakperceptie
        
        hoe auditieve informatie wordt gebruikt wordt om na te bootsen is niet duidelijk
        
        Trace Model (McClelland en Elman, 1986)
        
        proces
        
        foneem
        
        woord
        
        kenmerk
        
        Facilitatie (tussen knopen) & Inhibitie (binnen knopen)
        
        Bewijs/Ondersteuning
        
        Perfect in staat om categorische perceptie te stimuleren (McClelland et al, 1986)
        
        Top-down invloed op woordniveau produceert fonemische categorisering
        
        Top-down processen produceren het woordsuperioriteitseffect (Mirman et al, 2008) - experiment
        
        Kijkrichting werd beïnvloed door hoogfrequente afleiders
        
        Evaluatie
        
        Zwaktes
        
        te flexibel voor test
        
        moet getest worden obv complexere vocabularia
        
        overdrijft het belang van top-down
        
        negeert orthografische en non-fonemische informatie
        
        Sterktes
        
        zowel bottum-up als top-down
        
        voorspelt woordfrequentie-effecten
        
        verklaart woordsuperioriteitseffect, lexicale identificatieverplaatsing, categorische spraakherkenning
        
        kan overweg met ruis
        
        Cohortmodel (Marslen-Wilson en Tyler, 1980)
        
        Proces
        
        items in het cohort worden geëlimineerd obv context en verdere informatie
        
        dit proces gaat verder tot 1 woord overblijft (punt van uniciteit)
        
        vroege delen van geluidssequentie activeren woordcohort
        
        er is parallelle interactieve verwerking
        
        Bewijs/Ondersteuning
        
        O.Rourke en Holcomb
        
        manipulatie punt van uniciteit (rating)
        
        indeling twee categorieën; vroeg en laat -uniek
        
        lexicale beslissingstaak
        
        meting ERP (N400-punt van uniciteit)
        
        identificatie van een woord is afhankelijk van uniciteit
        
        gereviseerd model
        
        aanpassingen
        
        meer nadruk op bottom-up (verklaring voor laattijdige contexteffecten)
        
        kandidaten voor het cohort variëren in activatie
        
        gelijkaardige matchen kunnen geïncorporeerd worden
        
        Evaluatie
        
        Sterktes
        
        parallele processen betere verklaring voor gesproken woordidentificatie
        
        het gereviseerde model biedt een betere verklaring voor relevante data
        
        aandacht voor substantiële competitie-effecten
        
        Zwaktes
        
        de revisies hebben het model minder exact gemaakt
        
        onduidelijkheid over hoe vroege identificatie van individuele woorden de latere verwerking kan beïnvloeden
        
        het inperken van context zal verwerking eerder beïnvloeden dan volgens het gereviseerde model het geval is
- - - - Lexicale Route
        
        route 2, lexicon
        
        route 1 semantisch systeem
      - Regelgebaseerde Route
        
        route 3
  - - - Pure Woorddoofheid
      - Dubbele Dissociatie (Perez et al, 1994)
      - Is Spraakperceptie Speciaal?
        
        53/63 Patienten hadden problemen met spraak- en [non-verbale] geluidsperceptie (Chertkow et al, 2002)
        
        Beperkte vaardigheid in perceptie van snel veranderende geluiden (Jorges et al 2007)
    - - Woordbetekenisdoofheid (enkel route2 intact)
        
        vooral onbekende woorden
        
        en non-woorden
      - Diepe Dysfasie (alle routes verstoord, algemene fonologische beperking
        
        semantische fouten
        
        moeilijkheden met herhalen van abstracte woorden en non-woorden
      - Transcorticale Sensoriele Dysfasie (enkel route3 intact)
        
        slecht leesbegrip
        
        verminderd auditief begrip