Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
College 4: Gezinsopvoeding (Sociaal en Cultureel Planbureau (Goede…
College 4: Gezinsopvoeding
Opvoedingsdoelen
'De opvoeding in Nederland' (Rispens e.a. 1996)
"Welke waarden wil je overdragen?"
"Wat vindt je belangrijk in de opvoeding?"
Vier overkoepelende doelen
Prestatie
Autonomie
Conformiteit
Sociaal gevoel
.
Rangorde verschilt per gezin
Sociaal en Cultureel Planbureau
Goede manieren
Conformiteit
Opkomen voor jezelf
Assertiviteit
Rekening houden met anderen
Sociaal gevoel
Ijverig en ambitieus zijn
Prestatie
Verantwoordelijkheidsgevoel
Autonomie
Leer- en gedragsproblemen
Gedragsstoornis
Gedragsprobleem
Internaliserend
Externaliserend
Vaak voorkomend patroon (LGP)
Minder en negatievere interacties tussen ouder & kind
Ouder probeert kind 'in bedwang' te houden; beperking van handelingsruimte
Kind in de knel
Onzekerheid, faalangst
Verergering problematiek
Drie componenten van opvoedersgedrag
Affectieve component:
Focused attention;
Reguleringscomponent:
structuur, heldere regels, realistische verwachtingen;
Instructiecomponent:
Voordoen, uitleggen, motiveren;
Wat wordt aanbevolen bij LGP
Luisteren, serieus nemen, stimuleren, aansporen, waarderen etc.
Meer autonomie geven binnen regels (Meer vrijheid)
Gevoel van competentie bevorderen door leren van nieuwe oplossingsstrategieën
Competentie en zelfvertrouwen → Op positieve manier voor jezelf opkomen = assertiviteit
De goede gezinsopvoeding
1890 - 1930: Karaktervorming - door 'liefdevolle leiding' door ouders.
1930 - 1970: Gemeenschapszin - kennis van ontwikkeling leidt tot 'geestelijke gezondheid'
1970 - (?): Zelfontplooiiing - Adequaat inspelen op alle aspecten van ontwikkeling
College 5
Spock: "Ouders: Handel uit liefde en heb vertrouwen, gebruik gevoel en gezond verstand"
Doel om ouders zelfvertrouwen te geven, niet om te wijzen op 'fouten'
Opvoedingsdoel: Sociale vaardigheden en individueel geluk