Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H4: eiwitstructuur en -functie (Vorm en structuur van eiwitten (Niveau'…
H4: eiwitstructuur en -functie
Vorm en structuur van eiwitten
Een eiwit molecuul is gemaakt van een lange ketting aminozuren, bij elkaar gehouden door covalente
peptide bindingen
. Eiwitten worden daarom ook wel
polypeptiden
genoemd en de aminozuurkettingen
polypeptide kettingen
. In elk eiwit hebben de aminozuren een unieke
aminozuur rangschikking
, welke bij elk dezelfde soort eiwit gelijk is.
Elke polypeptide ketting bestaat uit een ruggengraat met verschillende zijkettingen. De ruggengraat bestaat uit een herhalende reeks van -N-C-C- atomen
Eiwitten vouwen in de vorm/
confirmatie
met de minst vrije energie, deze vorm wordt bepaald door de volgorde van aminozuren. Elk eiwit heeft een unieke vorm, er zijn wel vouwpatronen:
α-helix
Een polypeptide ketting draait om zichzelf heen en vormt zo een cilinder. Tussen elk 4e aminozuur bind een waterstofbrug de C=O van een peptide aan de N-H van een ander.
ß-sheet
Waterstofbruggen vormen tussen 2 delen van een polypeptide ketting die naast elkaar liggen. Wanneer de naastgelegen delen beiden in dezelfde richting lopen (bijv. van N-terminus naar C-terminus) spreken we van een
parallelle ß-sheet
, als ze tegenovergesteld lopen spreken we van een
antiparallelle ß-sheet
Niveau's van organisatie:
Primaire structuur
:
Aminozuur volgorde
Secundaire structuur
:
confirmatie van bepaalde segmenten
Tertiaire structuur
:
de volledige 3D-structuur
Quaternaire structuur
:
Als het eiwit molecuul uit meer dan 1 polypeptide ketting bestaat
Eiwitten kunnen ingedeeld worden in familie's, die allemaal een vergelijkbare aminozuurvolgorde en structuur hebben
.
Globulaire eiwitten
:
De polypeptideketting vouwt op tot een compacte bal vorm met een onregelmatig oppervlak
Fibrillaire eiwitten
:
Relatief simpele langwerpige 3D-structuur
Hoe eiwitten werken
Ligand
:
Een stof die bind aan het eiwit is een ligand van dat eiwit, elk eiwit heeft slechts een paar liganden, omdat de ligand erg goed in het eiwit moet passen om voldoende zwakke bindingen te kunnen maken om het bij elkaar te houden. De plek waar het ligand aan het eiwit bindt wordt de
bindingsplaats
genoemd
Antilichamen
:
Immunoglobine eiwitten geproduceerd door het immuunsysteem. Elk antilichaam bind stevig aan een specifiek
antigen
waardoor deze wordt gedeactiveerd of wordt gemarkeerd voor vernietiging. Antilichamen zijn y vormig met 2 identieke antigenbindingsplaatsen
Enzymen
:
Binden aan 1 of meerder liganden,
substraat
genoemd en zetten deze om in een chemisch gemodificeerd product met een zeer hoge snelheid zonder zelf te veranderen. Ze gedragen zich als katalysatoren,
Hoe eiwitten gestuurd worden
De cel reguleert het aantal eiwitten door expressie van het gen dat voor het eiwit codeert
Feedback remming
:
Negatieve feedback: er bind een stof aan het enzym waardoor deze geremd wordt
Positieve feedback: er bind een stof aan het enzym waardoor deze gestimuleerd wordt
Eiwit fosforylering
:
Een fosfaatgroep covalent binden aan een van de aminozuur zijketens waardoor de formatie en dus de activiteit veranderd. Het binden gebeurt door
kinase
, de fosfaatgroep komt van ATP af. De omgekeerde reactie, het weghalen van de fosfaatgroep gebeurt door
fosfatase