Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

natuurkunde hoofdstuk 2 (paragraaf 2 (de werking van een transformator…

- - - - de branders verbranden aardgas, steenkool of een andere brandstof.de vrijkomende warmte verhit het water in de ketel, hierdoor ontstaat er een zeer hoge druk in de ketel
      - het stoom die ontstaat spijt met grote snelheid tegen de schoepen van een turbine. hierdoor gaat de as van de turbine ronddraaien.
      - de turbine drijft een generator aan. deze generator produceert elektrische energie.
      - de stoom die alles aan het werk heeft gezet is in temperatuur gedaald. de stoom wordt naar een condensor geleid en weer omgezet in water.
    - - bij een kerncentrale is alleen het opwekken van energie anders dan bij een elektriciteitcentrale. dus alles is het zelfde behalve het opwekken van energie.
  - - - als het magnetisch veld in de spoel van de generator of dynamo verandert dan ontstaat er een spanning tussen de uiteinden van de spoel, dit heet inductie, de opgewekte spanning heet: inductiespanning.
        
        de spanning die de spoel geeft is niet constant hetzelfde, zo'n spanning noem je een wisselspanning
  - - - het vermogen hangt af van de geleverde spanning U en de stroom I.
        
        de formulevorm= P= U x I
        
        spanning in V volt + stroom in A ampere = vermogen in W watt
  - - - de formule voor energie gebruik is= E = P x T
        
        als je het vermogen in watt W + tijd in seconde S vind je energie in joule J
  - - - het vermogen P in W en de tijd T in S, dan vind je energiegebruik E in J
      - het vermogen P in kW en de tijd T in H, dan vind je energiegebruik E in kWh
- - - - de primaire spoel, wordt verbonden met het lichtnet
        
        als de transformator in gebruik is loopt er een wisselstroom door de primaire spoel. die wordt daardoor een elektromagneet. doordat de stroom steeds verandert verandert het magneetveld ook steeds
        
        de weekijzeren kern wordt hierdoor gemagnetiseerd. de magnetisering verandert mee met het magneet veld van de primaire spoel.
      - de secundaire spoel, wordt verbonden met het apperaat
        
        het magneetveld in de secundaire spoel verandert dus ook steeds, door de inductie ontstaat er dan een wisselspanning tussen de uiteinden van de secundaire spoel.
  - - - het aantal winding Np van de primaire spoel
      - het aantal windingen Ns van de secundaire spoel
      - als Ns > Np dan is de spanning Us van de secundaire spoel groter dan de spanning Up van de primaire spoel: de spanning wordt omhoog getransformeerd
        
        als Ns < Np dan is de spanning Us van de secundaire spoel kleiner dan de spanning Up van de primaire spoel: de spanning wordt omlaag getransformeerd
  - - - de frequentie hiervan is 50 Hz
      - de spanning gaat bij deze wisselspanning van 325 V via 0 V naar - 325 V en weer omhoog naar 325 V.
        
        hiermee levert dit evenveel energie als gelijksspanning van 230 V, je zegt daarom dat de effectieve spanning van het lichtnet 230 V is
  - - - daarbij gaat er zo weining energie verloren. bij een ideale transformator is er helemaal geen energieverlies.
        
        het opgenomen vermogen in de primaire spoel is dan gelijk aan het afgestane vermogen door de secundaire spoel
        
        Pp= Ps
        of
        Up x Ip = Us x Is
  - - - de bekende transformaorhuisjes brengen de spanning omlaag naar de netspanning van 230 V voor de stopcontacten thuis.
        
        voor sommige apparaten is deze spanning ook nog te hoog, in deze apparaten zitten ingebouwde transformators die de spanning nog verder naar benden brengen
  - - - een grote hoeveelheid stroom zorgt ervoor dat de kabels warm worden
        
        hierdoor gaat er bij de transport van elektrische energie veel elektrische energie verloren.
        
        dit energieverlies hang af van de weerstand van de kabels en van de stroomsterkte
        
        bij het transport van elektrische energie is een zo'n hoog mogelijke spanning nodig
        
        je berekent energievelies met de formle= P= I² x R
        
        als je de strooomsterkte I invult in A en de weerstand R in Ohm, vind je het energieverlies per seconden P in W