PW Hoofdstuk 1: 2,3,4,7,8,9.

1.2

1.4

1.8

1.3

In 1990 werd nog 70% van de industriegoederen gemaakt in de westerse landen, in 2012 nog maar 45 procent.

1.7

1.9

2 periodes:

  1. 1500-1800, Fase van handelskolonialisme. Europese landen stichten handelskoloniën aan de kusten van de niet-westerse gebieden. Het is een vestiging van Europese handelsmaatschappijen in de nieuwe ontdekte gebieden van Afrika, Amerika en Azië met het doel handel te drijven.

Al sinds 1980, verplaatsen westerse mno's (Multinationals) hun maakindustrie naar de lagfelonenlanden

Doordat de afzetmarkten steeds groter worden in China worden daar de producten gelijk verkocht, die daar door westerse landen wordt gemaakt.

Gevolg hiervan is dat de werkgelegenheid heel erg daalde in westerse landen.

  1. 1800-1940, Fase van industrieel kolonialisme. In dit tijdperk wordt het wereldbeeld bepaald door rijke moederlanden en arme koloniën. Europese moederlanden stichtten koloniën die ze zelf bestuurden met als doel de aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun industriële eindproducten te vormen

De afloop van de 2e wereldoorlog levert 2 belangrijke veranderingen op in de wereldorde:

De wereldhandel sterk toegenomen vanaf 1975

Dit komt door de opdeling van productieketen, de weg die een product aflegt van grondstof tot eindproduct

  1. De koloniën worden in een snel tempo onafhankelijk (Dekolonisatie)

Doordat de transport van goederen veel sneller en veel goedkoper is geworden, vooral door gebruik van conatiners

Doordat handelsgrenzen steeds meer verdwijnen. In 2013 vergadert op Bali de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De WTO wil de wereldhandel groter maken.

  1. Wereld wordt verdeeld in Het westerse en communistische blok (VS en Sovjet Unie). Ze durven elkaar niet aan te vallen. Deze periode is de Koude Oorlog

Na instorting van Sovjet Unie in 1989, wordt de wereldorde weer opgeschud.

Doordat de landen steeds beter en meer met elkaar in contact komen ontwikkelen we met z'n alle ook aan de Globalisering.

De vrijemarkteconomie wordt het belangrijkste economische systeem op aarde. Hierbij is de productie in handen van particuliere ondernemer en de prijs van goederen en diensten tot stand komt door vraag en aanbod.

Nog is het zo dat de centrumlanden de eerste viool spelen in de wereldeconomie. Zij hebben nog steeds een grote voorsprong bij het ontwikkelen en produceren van hoogwaardige goederen en diensten. Maar dat het economische zwaartepunt in de wereld verschuift-Global shift- is zonneklaar.

Wellicht zijn we op weg naar een multipolaire wereldeconomie, een economie waarbij op meerde plaatsen in de wereld belangerijke economische kerngebieden liggen.

Vrijhandel = handel waarbij de grenzen tussen handelsgebieden zo veel mogelijk worden weggenomen

Afzetmarkt= Plaats waar goederen worden verkocht of diensten aangeboden

Global shift=de verschuiving van het economische kerngebied.

Globalisering= Proces waarbij gebieden op de aarde op tal van terreinen steeds meer met elkaar verbonden raken.

Lagelonenlanden= Landen waarbij de mensen die daar werken veel lager worden.

Multipolaire wereldeconomie= Een economie waarbij op meerdere plaatsen in de wereld

Vrijhandel tussen landen heeft een aantal voordelen:

Land kan zich specialiseren in de productie van de goederen/diensten

Begrippen=

Gini-Coëfficiënt= Sociale Ongelijkheid.

Het politieke systeem= de wijze waarop het land word bestuurd.

click to edit

Interne oorzaken waarom een land erg in armoede kan vallen

Externe Oorzaken

Ligging. Een land met een zeeligging heeft een betere uitgangspositie dan een land dat opgesloten ligt tussen andere landen.

  1. Natuurlijke oorzaken. Is de grond vruchtbaar? Valt er neerslag?
  1. Menselijke oorzaken. Het politieke systeem. De wijze waarop het land wordt bestuurd. Arme landen worden slecht bestuurd, zijn weinig democratisch en worden gekenmerkt door corruptie.

Bevolkingsgroei en leeftijdsopbouw. . Het geboortecijfer daalt wereldwijd, maar in de arme landen groiet de bevolking nog snel. Het nadeel daarvan is, dat het bnp sterk moet groeien om de welvaart per persoon te laten stijgen.

Mate van ongelijkheid . Als een land zich economisch ontwikkelt, neemt de sociale ongelijkheid toe. Sommige groepen profiteren meer van de groeiende welvaart dan de andere.

Koloniaal verleden. Veel arme landen van nu waren vroeger koloniën. Hun rol was het exporteren van grondstoffen, landbouwproducten en later ook laagwaardige industriegoederen naar de moederlanden.

Rol van de land in de wereldeconomie . Door de wereld gloabalisering is voor veel mno's de wereld geopend. In deze rol speelt een economische factor en politieke factoren een rol.

Begrippen

Triade= De 3 kerngebieden van de wereld: de Vs, europese Unie en Japan. Noem je de triade.

Importvervangende industrialisatie= Het vervangen van Importgoederen naar eigen productie. Bijvoorbeeld= We importeren eerst auto's vanuit china hieernaartoe, maar nu maken we zelf onze auto's en importeren geen auto's meer vanuit china.

Exportgerichte industrialisatie= goederen dat hier word gemaakt om het te exporteren naar het buitenland om daar te industrialiseren.

Buitenlandse directe investeringen= Het investeren in een bedrijf (Overnemen of eigen bedrijven plaatsen) in het buitenland.

Armoedegrens= Inkomen dat je nodig hebt om te kunnen voorzien in de basisbehoeften. De hoogte van de grens verschilt per land.

Exportproductiezones (EPZ)= Speciaal ingerichte bedrijventerreinen vaak bij vliegvelden of havens waar op de export gerichte bedrijven zich vestigen.

Het moderne economische wereldbeeld levert een driedeling op:

  1. Gebieden die de globalisering sturen. Deze vind je vooral in de drie economische kerngebieden in de wereld.
  1. Gebieden die de globalisering volgen. Dit zijn gebieden waar mno's bedrijven stichten, meestal om te profiteren van de lage lonen.
  1. Gebieden de achterblijven. Dit zijn de verliezers. Hier staat de economie stil of krimpt zelfs.

click to edit

De I uit de (BRICS)

De B uit de (BRICS)

Brazille is erg gegroeit. Een van die grote factoren is: Importvervangende industrialisatie. Vanplaats het halen van goederen in andere landen gaan ze het nu zelf produceren en exporteren. (Exportgerichte industrialisatie)

India is een van de Armste landen uit de BRICS landen. vanaf 1995 groeit de economie snel. Dan opent India haar grenzen voor de wereldhandel en buitenlandse investeerders stromen toe.

Begrippen

zelfvoorzienende landbouw=Traditionele landbouw in arme landen waarbij de productie bedoeld is voor eigen gebruik of de lokale markt

Aziatische Tijgers= De snelle (Economische) groeiers.

Planeconomie= een systeem waarbij de overheid plant hoe de economische ontwikkeling moet verlopen, vaak in de vorm van vijfjarenplannen. Planeconomie is typisch voor een socialistisch of communistisch land.

Groep 1: Singapore, Zuid-Korea en Taiwan.

Groep 2: Thailand, Maleisië, Indonesië en Filipijnen.

Einde burgeroorlog 1992, Mozambique begint zich te ontwikkelen.

veel natuurlijke hulpbronnen.

Gunstige ligging,

Jongen bevolking die voor weinig geld willen werken.

(EPZ) Export-Productie-Zone.

Gevolg hiervan is:

Buitenlandse Fabrieken komen naar mozambique

Stijging welvaart

Stijging welzijn.

Einde Vietnamoorlog 1975, Vietnam begint zich te ontwikkelen.

Van Communistisch naar Kapitalistisch

Lage lonen (Aantrekkelijk voor mno's)

Ligging

Toerisme

Investering in onderwijs.

Gevolgen hiervan zijn:

Stijging welvaart

Stijging welzijn

Buitenlandse bedrijven komen naar Vietnam.

Groeisteden is enorm.

Begrippen:

Herstructureing:=Het omvormen van de economie, bijvoorbeeld van agarisch naar industrieel of van industieel naar dienstenecnomie

agglomeratievoordeel= het voordeel dat bedrijven hebben door bij elkaar in de buurt te zitten.

Groeimarkten=afzetgebied met, naar verwacht wordt, veel groeimogelijkheden.

Industrialisatie=ontwikkeling waarbij de (oude) industriële activiteiten voor een belangerijk deel verdwijnen.

click to edit

click to edit

Doordat in de lage lonen landen veel meer producten worden geproduceerd hebben ze veel concurrentie met andere landen. Vaak moeten ze andere dingen gaan produceren. Dit heeft herstructeren.

Neem als voorbeeld het Ruhrgebied, er was een hele grote mijnbouw en staalindustrie door de concurrentie daalde het omzet. Hierdoor gingen ze herstructureren naar dienstregio.