Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Scheikunde H3 (begrippen (vanderwaalsbinding (een binding), atoom binding…

- - - - Laag waarbinnen elektronen om de atoomkern heen bewegen. De meeste atomen hebben meerdere elektronenschillen.
    - - Alternatieve vorm van een element, dat wordt veroorzaakt door een ander aantal neutronen in de kern.
    - - Getal waarmee je de isotopen van een element onderscheidt. Het getal geeft het totale aantal kerndeeltjes aan.
    - - Het massieve centrum van een atoom.
    - - Negatief geladen deeltje dat om de kern heen beweegt.
    - - Een positief geladen deeltje in een atoomkern.
    - - Nummer dat aangeeft hoeveel protonen er in de atoomkern een element zitten. Dit nummer is uniek voor elk element.
    - - Deeltje in de kern van een atoom. Heeft geen elektrische lading.
    - - Eenheid die wordt gebruikt als maat voor de massa van een atoom. Wordt aangegeven met het symbool u.
- - - - Het huidige atoommodel. Zo genoemd omdat het is ontwikkeld door Niels Bohr.
    - - Naam voor een groep in het periodiek systeem.
    - - Elektronenverdeling van een edelgas.
    - - Een rij in het periodiek systeem.
    - - Gasvormige stof die niet of nauwelijks reageert met andere stoffen.
    - - Een kolom in het periodiek syst
    - - Groep van niet-ontleedbare stoffen die gemakkelijk reageren met metalen. Staan in groep 17.
    - - Metaal dat heftig reageert met water.
    - - Metaal uit groep 2 van het periodiek systeem.
    - - Elektronenpaar dat twee atomen gemeenschappelijk hebben. Zo ontstaat een atoombinding.