Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
De Verlichting (Bronvermelding (youtube filmpje: https://www.youtube…
De Verlichting
-
-
Wanneer?
De aanloop was al in de 16e eeuw (reformatie), de 17e eeuw (wetenschappelijke revolutie), en de uiteindelijke verlichting vond plaats in de 18e eeuw.
-
-
Wat?
De verlichting is een stroming, die grote invloed heeft gehad op de manier van denken in het Westen.
Waar ging deze nieuwe denkstroming over? Er waren nieuwe denkbeelden over alles; godsdiensten, economie, politiek, de samenleving.
In de verlichting ging men uit van rationeel denken, ofwel het gebruik van je verstand.
Waarom gingen mensen opeens anders denken?
Oorzaken
Belangrijk is de reformatie in de 16e eeuw. Die ervoor zorgde dat het individu belangrijker werd, net zoals de Renaissance. Waarin de mens zelf centraal begon te staan. Het werd belangrijk te leven in het hier en nu, en het stimuleerde het individualisme.
In de 17e eeuw was er sprake van een wetenschappelijke revolutie. Door te observeren, experimenten en er over na te denken ontdekten men natuurwetten. Deze wetten golden altijd en overal. Door de wetenschappelijke revolutie ontstond er een rationele manier van kijken naar de wereld.
In vooral de 18e eeuw, de eeuw van de verlichting, paste men deze wetenschappelijke denkwijze op allerlei terreinen toe. En als er in de natuur wetten waren, waarom gold dat dan niet voor het gedrag van mensen en de samenleving?
Men ging dus nadenken en opzoek naar wetten of waarheden in het menselijk gedrag. En op die manier konden de grote problemen worden opgelost. Alles is op te lossen met ons verstand! Lang leve rationalisme !
Omdat de verlichting invloed heeft gehad op allerlei terreinen, gaan we vier van die treinen behandelen en bespreken belangrijke filosofen:
POLITIEK
De politiek moet zorgen voor vrijheid voor haar burgers. Volgens de filosoof Montesquieu moesten de machten daarom worden gescheiden in drieën.
De Trias Politica: de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht. Deze drie machten hielden elkaar in de gaten wat ervoor zorgde dat niet een macht de overhand zou krijgen.
Rousseau dacht er anders over. Hij zegt dat mensen uiteindelijk een soort overeenkomst met elkaar sloten om een samenleving te beginnen. Dat betekent dat de regels in de samenleving in het belang van de mensen waren. Bestuurders of regeringen moesten dus rekening houden met het belang van hun onderdanen. Dit heet volkssoevereiniteit: de macht van regeringen was afhankelijk van het volk.
Dit lijkt op wat John Locke vond. Hij zegt dat mensen natuurrechten hebben. Deze natuurrechten worden overgedragen aan de overheid die hier zorg voor moet dragen. Er moest een evenwicht zijn tussen de vorst, het volk en volksvertegenwoordigers. De overheid was gebonden aan wetten. Zo’n evenwicht zorgde ervoor dat het volk vrijheid kon genieten.
ECONOMIE
Een belangrijke filosoof is de Schotse Adam Smith. In zijn boek welth of Nations schrijft hij op vrijheid van economisch handelen. De mens kan de economie naar zijn hand zetten. Hoe? Door de vrije markt . Klanten zochten producten van goede kwaliteit en lage prijs. Handelaars zorgde voor goede producten en gingen elkaar beconcurreren. De wet van vraag en aanbod zorgde alsof er een onzichtbare hand de economie leidde. De overheid hoorde zich hier zo min mogelijk mee te bemoeien en ook geen regels of Gilden.
SAMENLEVING
Door kennis en onderwijs zouden er betere mensen ontstaan . De problemen die er in de maatschappij zijn, komen namelijk uit onwetendheid of domheid. Iemand die alle kennis en nieuwe ideeën probeerde samen te bundelen was Diderot. Hij en andere filosofen en wetenschappers beschreven onderwerpen die alfabetisch in de 17 delige Encyclopedie werden behandeld. De encyclopedie zorgde ervoor dat verlichte ideeën, nieuwe inzichten en kennis op één plek werden samengebundeld en iedereen kon dit nu lezen. De verlichte ideeën werden steeds populairder er werd over gediscussieerd in Salons, koffiehuizen en via brieven en boeken door heel Europa, waardoor deze ideeën werden verspreid.
GODSDIENST
Spinoza introduceerde compleet andere ideeën over God. God was volgens hem geen persoon of wezen maar alles. God was de Natuur, de mensen, het heelal, de dieren. Om tot zo iets te komen, vond Spinoza dat er complete vrijheid nodig was. Dit past bij de verlichting, de mens die door gebruik van zijn verstand tot nieuwe inzichten kan komen.
Ook voltaire had andere ideeën over religie. Voltaire zei dat er een intelligente ontwerper moest zijn gezien de natuurwetten, alleen bemoeide God zich na het scheppen van alles niet meer met de mens. Voltaire vond dat het niet uitmaakt op welke manier je God aanbad, als je het maar deed. Tolerantie was dus belangrijk.
Samenvattend: bij de verlichting draait het dus om menselijk verstand, de bron van echte kennis; rationeel denken. Men was rationeel optimistisch de samenleving was maakbaar. Er werd gesproken over vrijheid, tolerantie en gelijkheid. Deze ideeën botste natuurlijk met de politiek en religie van die tijd. Veel vorsten en religieuze leiders vonden die verlichte ideeën maar niets. Toch legden deze ideeën uit De Verlichting uiteindelijk de basis voor de huidige westerse samenleving.
-