Please enable JavaScript.

Coggle requires JavaScript to display documents.

Motivatie (TARGET (T(aak): Motivatie is afhankelijk van de waarde van de…

- - - - Centrale aanname:
        
        Mensen pogen positief zelfbeeld te behouden
      - Attributie bestaat uit combinatie van de 3 kenmerken
      - Verklaringen bevatten 3 kenmerken
        
        Oorzaak is blijvend of niet (stabiel/instabiel)
        
        Wel of niet beinvloedbaar
        
        Interne/Externe oorzaak
      - Intern+Stabiel = vergroot de kans op LH bij falen
      - Verklaart hoe mensen falen/succes verklaren
      - Interne attributies = self-efficacy
        
        Eigen gedrag maakt een verschil
        
        Hoge+Interne LoC = betere prestaties
      - Locus of control
        
        Centraal concept
      - Leraren moeten stimulerende attributies veroorzaken
        
        Gebruik feedback
        
        Leerlingen prijzen voor moeite
        
        Situaties nooit toeschrijven aan intelligentie
  - - - Gebaseerd verwachtingen van beloningen & waarde beloning.
      - M=P x I
        
        M: Motivatie
        
        P: Kans op succes
        
        I: Subjectieve waarde van uitkomst
        
        (Indien P of I nul is) = M = 0
      - Atkinson
        
        Hoge I verlaagt motivatie net als een lage I
        
        Optimumpunt
        
        Bied uitdagende maar haalbare taken om motivatie te verhogen
    - - Verschillende bronnen voor motivatie
        
        Sociaal modelleren
        
        Overnemen door anderen ZL te zien gebruiken
        
        Doelen stellen
        
        Motivatie ontstaat door eigen leerdoelen
        
        Feedback
        
        Motivatie ontstaat door voortgang blijkend uit feedback
      - Student neemt dus verantwoordelijkheid voor zijn leerproces
      - Student is gemotiveerd om te leren
        
        Gebruikt strategieen voor betekenisvol leren + Gedrag en gedachten richten op behalen van leerdoelen
    - - Twee osorten doelorientaties
        
        Prestatieorientatie
        
        Approach focus
        
        Leren om te presteren
        
        Leerdoelorientatie
        
        Avoidance focus
        
        Leren om niet begrijpen te vermijden
        
        Extrinsiek
        
        .
        
        Avoidance focus
        
        Leren om niet dom te lijken
        
        Raken gedemotiveerd bij tegenslagen
        
        Nauwelijks gebruik van zelfregulatie strategieen
        
        Intrinsiek
        
        .
        
        Approach focus
        
        Leren om te begrijpen
        
        Raken gemotiveerder bij tegenslagen
        
        Meer gebruik van metacognitieve/zelfregulatie strategieen
      - Doelen verhogen presteren door
        
        Meer inspanning
        
        Verhogen doorzettingsvermogen
        
        Aandacht te richten op de taak
        
        Nieuwe strategieen uitproberen
      - Achievement motivatie
        
        Neiging om te streven naar succes
        
        Presteren en houden langer vol dan mensen zonder achievement motivatie
        
        Deze individuen maken interne en controleerbare attributies
        
        Wordt beinvloed door
        
        Aangeleerde hulpeloosheid (sluit achievement motivatie uit)
        
        Verwachtingen van de leraar (self-fulfilling prophecy)
        
        Doelorientaties (afhankelijk van leerdoel of prestatiedoelen)
        
        Angst, met name faalangst
  - - - Nadruk op interne bronnen van motivatie
    - - Behoeften
        
        Deficiency Needs
        
        Veiligheid (2)
        
        Verwantschap (3)
        
        Fysiologisch (1)
        
        Psychologische behoeften (4) (zelfvertrouwen)
        
        Indien bereikt, niet meer motiverend!
        
        Growth Needs
        
        Cognitieve behoeften (Kennis) (5)
        
        Esthetische behoeften (6)
        
        Zelfactualisatie (7)
        
        Worden nooit volledig bereikt, stimuleert voortdurend motivatie
        
        School moet minstens 3+4 bieden om motivatie te bereiken
    - - Mensen willen bij een sociale groep horen
      - Mensen verlangen beheersing over eigen leven
      - Bestaat uit 3 componenten
        
        Behoefte aan autonomie (dromen najagen)
        
        Behoefte aan verwantschap
        
        Behoefte aan competentie
  - - - Motivatie door beloning of straf
      - Kritiek
        
        Te complex
        
        Te contextueel
        
        Te veel factoren buiten beschouwing
- - - - Specifieke praise
        
        Praise voor specifieke prestaties
      - Geloofwaardige praise
        
        Alleen voor goed werk, niet voor matig werk
      - Contingente praise
        
        Afhankelijk van gedrag
- - - - Motivatie om stof te begrijpen
    - - Motivatie om externe behoeften
- - - - Confidence building: Studenten zelfvertrouwen geven
        
        7,11%
      - Satisfaction: Belonen of straffen om motivatie te stimuleren
        
        58,03%
      - Relevantie: Aantonen van het nut van de stof in dagelijks leven
        
        7,49%
      - Intrinsieke + Extrinsieke motivatie
        
        A + R + C = Intrinsiek
        
        S = Extrinsiek
      - Attention-focussing
        
        27,05%
      - Correlaties
        
        Positieve correlatie
        
        Relevantie-strategie & Motivatie
        
        Negatieve correlatie
        
        Satisfcation-strategie & Motivatie