Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Biologie PW Periode 4 §5.1, 5.1, 5.1, 5.4 (§5.1 planten bekijken (organen…
Biologie PW Periode 4 §5.1, 5.1, 5.1, 5.4
§5.1 planten bekijken
organen van de planten
Worstels
Zuigt water op, in water voedingsstoffen ofwel mineralen. Nodig voor groei van plant. Stevig in de grond
Bladeren
dunne kanaaltjes (nerven) die vervoeren water en stoffen. en geven stevigheid, tussen nerven groene blad (bladmoes) in bladmoes maakt plant voedingsstoffen
-
stengel
voor vervoer van water en voedingsstoffen er lopen dunnen kanaaltjes waardoor water en stoffen naar bladeren en bloem kunnen en terug, stengel houdt plant overeind
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
groei van een boom
stammen en takken worden ook dikker (diktegroei) in de stam zit een dun groeilaagje daar worden in het voorjaar en in de zomer houtcellen gemaakt een laagje nieuwe houtcellen dat in 1 jaar wordt gevormd heet een jaarring
-
-
-
§5.4 Voortplanten
-
-
de gekleurde en geurende bloemen trekken bijen die eten nectar en het stuifmeel komt op hun lichaam en blijft plakken dan gaat een bij naar een andere bloem en er komt stuifmeel op de stempel de stempel is kleverig waardoor het stuifmeel blijft plakken en dan is de plant bevrucht
Bloemen die worden bestoven door bijen heten insectenbloemen, de bloemen die worden bestoven door de wind heten windbloemen die kun je herkennen omdat ze klein zijn geen kleur hebben en geen geur de meeldraden en de stempel van de stamper steken ver uit de plant zodat de wind er goed bij kan
Hoe ontstaan zaden?
een stuifmeelkorrel moet vanaf de stamper naar de eicel toe komen pas dan kan er een zaadje ontstaan dat gaat als volgt; vanuit de stempel groeit er uit een stuifmeelkorrel een buisje door de stijl naar een eicel in een vruchtbeginsel
als de celkern door het buisje naar de eicel is gevallen smelten de stuifmeel celkern en de eicel samen tot een nieuwe celkern dit heet bevruchten
na de bevruchting verschrompelen de kelkbladeren en de kroonbladeren het vruchtbeginsel groeit en wordt en vrucht. tegelijkertijd groeien de zaadbeginsels uit tot zaden daardoor ontstaan er tomaten appels of peren zaadjes
-
samenvatting; er gebeuren allemaal dingen in een planten leven al die dingen gebeuren steeds opnieuw zo'n kring van gebeurtenissen in een volgorde noem je een cyclus omdat dit over een leven van een organisme gaat noem je het een levenscyclus
eenjarige planten bloeien in de zomer, vormen zaden in de herfst en sterven in de winter
tweejarige planten ontkiemen en groeien in het eerste jaar in het tweede jaar bloeien ze en vormen ze zaden daarna sterft de plant
meerjarige planten ontkiemen in het voorjaar bloeien in de zomer en vormen zaden in de herfst in de winter sterven alleen de bovengrondse plantendelen ze kunnen heel oud worden
houtachtige planten ontkiemen uit een zaad in het voorjaar ze groeien eerst een aantal jaren flink door struik of een boom daarna gaan ze jaarlijks bloeien en zaden maken ondertussen groeien ze door en kunnen ze soms heel oud worden