Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
Aardrijkskunde hoofdstuk 2 (Laag Nederland (De zeespiegel is in de loop…
Aardrijkskunde hoofdstuk 2
Hoog Nederland
Stroomsnelheid van rivieren neemt af
Grind, zand en klei worden neergelegd
Infiltreren
= proces waarbij het water de grond inzakt
Oost - Nederland ligt hoger dan West - Nederland. Het oostelijke deel is sterk beïnvloed door koude tijden.
Tijdens de
Saale - ijstijd
(een na laatste koude tijd) schoven gletsjers uit Scandinavië tot halverwege Nederland
Gevolg >>>>
Rivierzand en riviergrind werden opgeduwd tot heuvels - de
stuwwallen
Veel smeltwater dat ontstond toen het warmer werd, hebben stuwwallen in het gebied weggespoeld > ontstaan
smeltwaterdallen
Ontstaan van
zwerfstenen
. Dat zijn stenen die met het ijs mee geschoven zijn.
De Noordzee stond na de Saale - ijstijd een tijd droog.
Gevolg >>>>
Wind kon zand meenemen van de boden. Dit zand werd over heel Nederland neergelegd. In Hoog Nederland ligt dit zand nog aan het oppervlak. Daarom noemen we deze afdekking
dekzand
Laag Nederland
De zeespiegel is in de loop van de jaren gestegen
<<<< Gevolg <<<
Er onstaan nieuwe grondsoorten
De stranden en duinen zijn gevormd door de zee.
Achter de duinen onstaan waddengebieden
met vloed stroomde het water erin
<<gevolg<<
het water stond hierdoor vaak stil
er dwarrelen kleideeltjes naar beneden
er ontstaan dikke kleilagen
Met eb stroomt het water hier weer uit
De openingen sloten door de vele lage klei
Verwering
Mechanische verwering
Gesteente valt uit elkaar in kleinere stukken
Vorstverwering
Water gaat in spleten en bevriest. Het water zet uit waardoor de spleet groter wordt.
Biologische verwering
Chemische verwering