Please enable JavaScript.
Coggle requires JavaScript to display documents.
H6.3 Natuurlijke hulpbronnen (Fossiele energiebronnen (Steenkool, aardolie…
H6.3 Natuurlijke hulpbronnen
Ertsen -> door magma uit de aardmantel mee naar boven genomen
Ertsaders: metalen in het vloeibare gesteente hebben een lager stollingspunt en zullen bij afkoeling later stollen en zich door gasdruk ophopen in de laatste holle ruimtes
In de buurt van plaatranden komen metalen voor zoals ijzer, koper en goud
Fossiele energiebronnen
Steenkool, aardolie en gas komen veel voor op het continentale plat van Zuidoost-Azië.
Deze delfstoffen zijn in ver verleden ontstaan uit resten van planten, diertjes en plankton op de grens van land en zee -> afgedekt door lagen sediment -> door hoge druk en hoge temperatuur omgezet
Door zeespiegelstijging zijn randen van continenten ondergelopen, het zijn nu onderzeese plateaus die nog steeds aan het continent vastzitten en flauw afhellen richting diepe oceaan
Indonesië heeft een groot continentaal plat: Sundaplat, en heeft daarom veel meer fossiele energiebronnen
Bodemvruchtbaarheid
Vooral in vulkanische gebieden en in gebieden met rivierafzettingen
Door de vochtige tropen is er intensieve landbouw mogelijk -> hoge bevolkingsdichtheid
In reliëfrijke gebieden is er slechts extensieve landbouw mogelijk -> lage bevolkingsdichtheid
Natuurlijke hulpbronnen en ontwikkeling
Factoren die van belang zijn voor bepaling bbp
Natuurlijke hulpbronnen
Inwoneraantal
Kwaliteit van bestuur
Afvloeien winsten naar het buitenland
Naarmate een land een hogere technische ontwikkeling kent, is het minder afhankelijk van de natuurlijke omstandigheden -> Singspore
Globalisering en milieuproblemen
Door grootschalige winning van natuurlijke hulpbronnen voor de wereldeconomie worden de ecosystemen verstoord waardoor de biodiversiteit in Zuidoost-Azië sterk daalt